Parijs en Rétromobile zijn, begin februari, altijd een vaste waarde op onze kalender. In 2020 beleefden we, net voor de grote covid uitbraak, nog een topeditie. In 2021 werd de beurs eerst uitgesteld en daarna geannuleerd. In 2022 was er opnieuw een uitstel naar maart maar was er na twee jaar toch terug een organisatie.
Maar deze editie was vlak na de laatste covid opflakkering zeker de minste van de laatste twintig jaar. Wie onze vorige berichtgeving wil lezen kan dit eenvoudig op onze blog door in de zoekbalk “Retromobile” in te tikken. Meer dan 40 artikels zullen er dan voor u verschijnen. Zeker de moeite.
Afspraak dus voor de editie 2023 die plaats vond tussen 1 en 5 februari. De informatie kwam traag op gang maar eens de machine draaide was het al vrij duidelijk: dit zou terug een Rétromobile worden van een héél hoog niveau. Verschillende constructeurs en exposanten die vorig jaar hadden overgeslagen waren deze keer opnieuw van de partij. Het salon had opnieuw plaats in de vertrouwde hallen 1, 2.2 en 3 die na een grondige renovatie terug gebruikt kunnen worden.
CENTENAIRE DES 24 HEURES DU MANS
We beginnen met het hoofdthema van Rétromobile: het eeuwfeest van de 24 uren van Le Mans. In 1923 werd voor de eerste keer een wedstrijd van 24 uren gehouden op het “Circuit de la Sarthe”. In die tijd nog volledig op de openbare weg. Tegenwoordig is het enkel nog “La ligne droite des Hunaudières” die door het normaal verkeer wordt gebruikt. De festiviteiten hiervoor werden al de maandagavond voor de beurs gestart in hartje Parijs. Negenvoudig Le Mans winnaar Tom Kristensen reed de trofee voor dit eeuwfeest, in de winnende Chenard & Walker van 1923 door de straten van de lichtstad. Daarna werd de auto, samen met de trofee, op de prachtige stand van de Automobile Club de l’ Ouest geplaatst.
Deze trofee, van meer dan 1 meter hoog en volledig in brons, is gemaakt door de Nationale Munt van Frankrijk. Dit uniek stuk is voor de winnaar van de editie 2023. Uitzonderlijk mag deze ook definitief mee genomen worden naar huis. Normaal moet je hiervoor eerst drie keer winnen.
De ACO had duidelijk alle registers open getrokken voor de expo met als eerste thema: Als de Fransen schitteren in Le Mans. Met dertien tentoongestelde auto’s van Franse constructeurs, beginnend met de Lorraine-Dietrich B3-6 Sport van 1926 en tot de allernieuwste Peugeot Hypercar 9 X 8 die in juni zijn debuut zal maken in de uithoudingswedstrijd, was het een zeer geslaagde expo.
Maar ook andere types zoals een DB Panhard HBR4, een Simca Gordini Type Cinq, een Courage Pescarolo C60 en een Inaltera GTP waren echte blikvangers. De meeste van deze auto’s zijn afkomstig uit het eigen museum van de ACO in Le Mans.
We sluiten deze expo af met twee winnaars: als eerste de Matra MS 670 die tussen 1972 en 1974 niet te verslagen was en een heuse hattrick afleverde met drie op één volgende overwinningen.
De collega’s van Peugeot zorgden onder de leiding van Jean Todt, op het einde van de Groep C periode, voor twee zeges in 1992 en 1993 met de 905 Evo 1B.
De ACO had nog een tweede stand in paleis 3 met al de belangrijkste nieuwigheden of innovaties die in deze 100 gerealiseerd werden. De 24 uren van Le Mans zijn altijd al een test- en ontwikkelingsprogramma voor de automobielindustrie. De reglementen die de Automobile Club de l’ Ouest opstelt hebben hier zeker aan bijgedragen. De volgende uitdaging is om tegen 2026 met waterstof aangedreven auto’s te laten deelnemen in de etmaalwedstrijd. En na een moeilijke start is dit project de voorbije jaren toch fors geëvolueerd met goede resultaten in de testprogramma’s.
Maar ook voor een rariteit moet je soms in Le Mans zijn. Deze Howmet TX, uitgerust met een turbine helikoptermotor startte in de editie van 1968 maar haalde de eindstreep niet.
En geloof het of niet maar in 1927 startte de eerste racewagen met voorwieltractie in Le Mans. Deze Tracta Type 4 eindigde, niettegenstaande een bescheiden motor met slechts 40 PK, op een zevende plaats in het algemene klassement.
Ook de Lola T610 die we onlangs nog op Chantilly Arts & Elégance zagen stond op de ACO stand als voorbeeld van de evolutie van de aerodynamica. Meer over dit event kan u hier vinden.
Naast de ACO hadden ook meerdere exposanten het thema van het Le Mans eeuwfeest overgenomen voor de realisatie van hun standen. En daar waren ook echte pareltjes bij waarvan de meeste gewoon te koop stonden.
ART AND REVS
De mooiste stand vonden we bij Art & Revs met enkel prototypes en GT wagens die hadden deelgenomen aan de 24 uren van Le Mans.
Deze Toyota 92C-V groep C met chassisnummer 001 nam drie keer deel aan de wedstrijd in 92-93 en 94 en zag telkens de eindmeet.
Totaal andere situatie bij deze Silk Cut Jaguar XJR 14 die enkel in de kwalificaties werd gebruikt. Voor de wedstrijd werd de oude XJR 12 opnieuw van stal gehaald. Het verhaal over deze XJR 14 kan u hier lezen.
Wie het iets zuiniger wilde doen kon zich nog een “oude” Diesel aanschaffen met deze Audi R 10 TDI van 2007. Audi was de eerste constructeur die met een Diesel Le Mans won en dit zelfs drie keer tussen 2006 en 2008. Audi trok met deze R 10 TDI ook over de grote plas om hiermee de Amerikanen te overtuigen over te schakelen naar hun zuinige Diesel auto’s. De deelname in de American Le Mans Series was succesvol maar de geschiedenis heeft ons geleerd hoe dat is uitgedraaid met hun “Dieselgate”.
Wie het liever iets kleiner zocht kon terecht bij deze Alpine A 450b LMP2 uit 2015. Op basis van een Oreca chassis maakte het Signatech team in opdracht van Renault een eigen Alpine versie. Deze A 450b won de WEC manche in het Chinese Shangai en het koetswerk is nog volledig conform zoals de auto zijn laatste wedstrijd heeft gereden in Bahrein. En zo’n open proto heeft toch zeker zijn charmes. Jammer dat het huidige reglement die niet meer toelaat.
JMB CLASSIC
De collega’s van JMB hadden het zelfde idee en presenteerden toch ook wel wat pareltjes uit de autosportgeschiedenis en de 24 uren van Le Mans.
Een Ferrari 333SP, chassisnummer 22, in zijn Giesse uitvoering stond centraal op de stand. Deze Ferrari nam deel aan de 24 uren van Le Mans in 1998, weliswaar in Marlboro uitvoering, maar kon geen vuist maken tegen de concurrentie van Porsche, Toyota, Mercedes en BMW. De mooie Ferrari verdween halfweg uit de wedstrijd met een defecte versnellingsbak.
Een volgende impressionante machine is deze Panoz Esperante GT1. Twee van deze zilveren monsters namen deel aan de editie 1998. Don Panoz, een Amerikaanse industrieel, had de grote droom om deel te nemen aan de 24 uren van Le Mans. Hij zou later aan de basis liggen van de oprichting van de ALMS of American Le Mans Series en de organisatie van de wedstrijd “Petit Le Mans” op het circuit van Road Atlanta. Hij liet het chassis bouwen bij het Engelse Reynard en dit werd voorzien van een dikke Ford V8 motor die vooraan werd geplaatst en een ongelofelijk geluid maakte uit de zijdelingse uitlaten. Deze zilveren Esperante behaalde, met aan het stuur David Brabham, Jamie Davies en Andy Wallace, een zevende plaats algemeen. De bijnaam “Batmobile” was zeker niet onterecht.
Nog zo’n buitenbeentje is deze Saleen S 7 R uit het FIA GT Kampioenschap. Niettegenstaande Saleen een Amerikaans merk is werden deze raceversie’s in Engeland gemaakt door het bedrijf van Ray Mallock. Deze Vitaphone versie nam niet deel aan de 24 uren van Le Mans maar wel aan de 24 uren van Spa en het FIA GT kampioenschap.
In deze reeks past ook perfect de Chrysler Viper GTS. Het Franse Oreca maakte van deze Amerikaanse “Muscle Car” een heuse racemachine. Het bouwde 52 stuks van deze GTS-R racewagens en behaalde er de algemene overwinning mee in de 24 uren van Daytona in 1999. Als fabrieksteam behaalde Oreca ook drie keer de GT overwinning in de 24 uren van Le Mans. De Viper werd ook te koop aangeboden aan privé teams en het Franse Larbre kon er twee keer de 24 uren van Francorchamps mee winnen. Zelfs de Nordschleife was geen probleem voor deze dikke Amerikaan: het Zakspeed team ging drie keer naar huis met de overwinning in de 24 uren van de Nürburgring. De Viper was héél succesvol met een verhouding van 163 overwinningen op 262 starts.
ASCOTTCOLLECTION
Ascottcollection had deze Amerikaanse Riley & Scott meegebracht. Deze MK IIIC LM 900 nam deel aan de 24 uren van Le Mans in 2003. Onze landgenoot Mark Goossens was één van de rijders. Hij kwalificeerde deze Amerikaan met een tijd van 3.37.476 op een zevende startplaats. Dit was slechts twee seconden trager dan de Audi R8 die, in die jaren, toch de referentie was. Jammer genoeg haalden ze het einde niet met een breuk in de 8 cilinder motor.
Nissan is het enige Japans merk dat in Le Mans nog geen winst kon pakken. In de jaren 80 waren ze nochtans héél actief om dit te realiseren. Bij Ascott kon je een R 90 CP aanschaffen die zowel de editie 1989 en 1990 had meegedaan. En in 1990 kwam Nissan om te winnen. 5 stuks werden ingeschreven. En aan de snelheid lag het niet want Mark Blundell zette zijn exemplaar op pole positie met een tijd die zes seconden sneller was dan de tweede Brun Porsche van Larrauri. Nissan domineert ook de eerste wedstrijduren maar technische problemen zijn de oorzaak dat er vier R 90’s de handdoek moesten gooien. De enige overblijver behaalt de vijfde plaats. Deze nederlaag was meteen ook het einde van de Nissan groep C periode in Le Mans.
Ook de bij andere handelaars vonden we hier en daar Le Mans auto’s terug zoals deze Porsche 917 K 81 van de gebroeders Kremer. Deze eigenbouw van uit Keulen nam deel aan de 24 uren van Le Mans in 1981. Dat verliep niet echt succesvol. Het volledige verhaal hiervan kan u hier terugvinden.
Bij Classic Racing Cars botsten we op deze Lamborghini Murciélage LP 670 R-SV van het JLOC team. Dit staat voor Japanese Lamborghini Owner Club. Deze Japanse enthousiastelingen probeerden vier keer de 24 uren uit te rijden. Dit lukte, jammer genoeg voor hen, geen enkele keer. Deze LP 670 R-SV deed een poging in 2010 maar gooide de handdoek na 18 uur wedstrijd. De machtige Lambo had dan nog maar 138 ronden afgewerkt. Een veelvoud aan klapbanden en transmissieproblemen lagen aan de beslissing om er mee op te houden.
Een beetje triest opgesteld was de Porsche 962 C Obermaeier Racing in Primagaz uitvoering die begin jaren 90 deelnam aan de etmaalrace. Wel jammer want deze mooie machine verdiende zeker een beter zichtbare plaats.
Nog Porsche met de 919 hybrid van 2015. Deze drievoudige Le Mans winnaar stond op de stand van de Franse constructeur van racekledij: Stand 21.
RM SOTHEBY’S
Ook de veilinghuizen deden mee met het Le Mans thema.
Op de stand van RM Sotheby’s vonden we deze TWR Jaguar XJ 220 nr 50 van 1993. Na de groep C periode besloot men bij Jaguar om hun XJ 220, die wel wat promotie kon gebruiken, in te schrijven voor de 24 uren van Le Mans. Tom Walkinshaw zal met zijn TWR instaan voor het programma. Drie exemplaren worden klaar gestoomd. Deze met startnummer 50 heeft chassisnummer 2 en werd bestuurd door David Coulthard ( latere F1 piloot bij Williams, Mclaren en Red Bull ), David Brabham en John Nielsen. Van de drie ingeschreven wagens is het enkel startnummer 50 die het einde haalt. Meer zelfs: John en beide David’s behalen de overwinning in de GT categorie. Een maand later worden ze echter gediskwalificeerd wegens de non-conformiteit van het uitlaatsysteem.
Ook veilinghuis Aguttes had twee Le Mans volbloeden meegebracht die later op het jaar geveild zullen worden. Als eerste een De Cadenet Duckhams LM. Deze proto ( een wat kleinere Ferrari 312 PB ) is één van de eerste ontwerpen, in opdracht van Alain De Cadenet, van de grote Gordon Murray. Het is de originele auto van 1972. De Cadenet wilde oorspronkelijk een Ferrari proto kopen maar Enzo weigerde en ook Matra wilde hem geen auto verkopen dus bouwde hij er zelf maar één. De auto was net op tijd klaar voor de wedstrijd en met weinig testervaring vertrok het team naar Le Mans. De Cadenet en bijrijder Chris Craft reden een regelmatige wedstrijd en klommen op naar de vierde plaats in he algemene klassement. Een regenbui verraste Craft en het voorste koetswerk was fors beschadigd na een aanraking met de vangrails in Tertre Rouge. Craft kon nog wel de pit bereiken en de auto werd zo goed al het kon opgelapt. Na de reparatie konden ze toch nog als twaalfde eindigen. Gordon Murray heeft een tijdje geleden een perfecte kopie van zijn eerste creatie gemaakt.
Iets recenter is de Oak-Pescarolo Judd LMP 2. En ja een auto met een Gulf decoratie blijft altijd een publiekstrekker, zelfs deze bescheiden auto uit de 24 uren van Le Mans 2011.
SUBER
Ook helemaal mee in het Le Mans thema was de firma Suber die artisanale miniaturen maakt. Deze Thomson Pozzi Ferrari van 1973 is een waar meesterwerk en bijna echt. Dit geldt trouwens voor al hun creaties.
PORSCHE 911
Een volgende jarige is Porsche dat dit jaar 75 kaarsjes mag uitblazen. Maar dit werd niet gevierd op Rétromobile. Ze hadden wel een feestvarken meegebracht met de 911 die zelf 60 kaarsjes mag uitblazen. Niemand had ooit gedacht bij de lancering dat dit model het 60 jaar zou volhouden. Van de 901 van 1963 tot de 911 GT2 of GT3 RS van vandaag……het is zeker een lange weg geweest. De benaming 901 moest na een juridische procedure van Peugeot tegen Porsche al snel plaats maken voor 911 want Peugeot had toen de rechten op de drie cijfer benamingen met een nul in het midden.
Verschillende modellen uit deze periode, zoals de 911 RS Carrera en de eerste 911 turbo, stonden prachtig opgesteld op de Porsche stand die in samenwerking met Porsche France was gebouwd.
Ook de allernieuwste versie van de 911 GT3 RS, met zowaar een DRS achtervleugel, was in Parijs.
En voor degenen die in het zand of de sneeuw willen spelen was er de eveneens nieuwe, in 2500 exemplaren gelimiteerde 473 PK sterke, 911 Dakar die in een heuse rally-raid uitvoering inclusief dakdragers met extra benzineblikken wordt geleverd. Misschien wel iets te véél nieuw materiaal maar we willen het toch meegeven.
We zien de laatste jaren toch wel meer en meer constructeurs gebruik maken van Rétromobile om hun nieuwste modellen mee te brengen naar Rétromobile om deze samen te exposeren met hun voorvaders.
Nog meer Porsche met wel een héél speciaal geval: de Valkyrie Porsche 356 die met een rups uitgevoerde achteraandrijving had deelgenomen aan een tocht op Antarctica. Deze rally maakte deel uit van een challenge van één rally per werelddeel waarbij meer dan 32.000 kilometers werden afgelegd en meer dan 600.000 dollar werd opgehaald voor een goed doel.
VOLKSWAGEN TRANSPORTER OF COMBI
Volkswagen maakte van Rétromobile gebruik om samen met de lancering van zijn nieuwe ID. Buzz al de voorgangers, beginnend met de “Bulli” in de kijker te zetten. En de VW busjes zijn er in ontelbare uitvoeringen. Of je nu passagiers of goederen moest vervoeren: VW bood altijd de juiste variant aan.
CITROEN ASTERIX CHARIOT CONCEPT
Iets totaal anders met deze Citroën Asterix Chariot. Vrij vertaald is chariot een kar. Deze concept is in de vorm van een Citroën 2 CV en werd speciaal gemaakt door de ontwerpafdeling van Citroën voor de nieuwe Asterix film L’ Empire du Milieu of The Middle Kingdom. En of het nu met of zonder een Citroën is, Asterix & Obelix zijn op het eind van de film altijd de overwinnaars.
RENAULT CLASSIC
De stand van Renault Classic was dit jaar iets minder impressionant in vergelijking met de vorige edities. Dertig jaar Renault Twingo was naast hun Retrofit programma het hoofdthema. In samenwerking met R-Fit kunnen eigenaars van de Renault 4, 5 en de eerste generatie Twingo’s hun brandstofmotor vervangen door de elektrische met een 48 kilowatt motor.
Om deze samenwerking in de kijker te zetten had Renault ook zijn recente geëlektrificeerde reïncarnatie van zijn iconische R5 Turbo meegebracht naar Rétromobile.
STELLANTIS
Na enkele jaren van afwezigheid waren Peugeot en Citroën ook opnieuw van de partij. Waar ze vroeger dit in eigen regie deden was het nu onder de vleugels van moederbedrijf Stellantis, die als extra blikvanger, ook hun recente Italiaanse connectie met Alfa Romeo, Lancia en Abarth hadden meegebracht.
CITROËN
Bij Citroën vonden we een prototype van hun SM. Deze had de benaming “Proto Michelin” en diende vooral voor het testen van de Michelin banden in combinatie met de ophanging. Deze SM was korter, lager en breder dan het seriemodel;
Zustermerk Peugeot presenteerde dan weer een vooroorlogse Cabriolet van het type 401 Eclipse met een metalen dak dat toen al in de koffer verdween.
Het mooiste materiaal vonden we vanzelfsprekend bij het Italiaanse collega’s met een Fiat 500 Abarth, een heuse Lancia 037 Martini Groep B en twee Alfa Romeo’s met de 1900 C SS en de toch wel héél speciale S.Z.
THE BRITISH ARE BACK
Een beurs zonder de grote Engelse Classic Cardealers is zoals een taart zonder versiering en slagroom. Na hun afwezigheid door Brexit en Covid waren ze gelukkig opnieuw van de partij met hun prachtige standen.
GIRARDO & CO
Dit toch nog jonge bedrijf, onder leiding van ex veilingmeester Max Girardo, had maar liefst 13 héél exclusieve Ferrari’s meegebracht. Uiteraard en om in het thema te blijven waren er meerdere Le Mans deelnemers bij. Op één na stonden deze allen te koop.
De prachtige BB 512/LM met Pininfarini koetswerk startte in de editie 79. Claude Ballot-Lena/Michel Leclère en Peter Gregg klommen na de nacht op naar p 10 in het klassement. Een ongeval met een Lola proto op zondagmorgen betekende het einde van hun avontuur. Ook de andere wagen van het Pozzi team, met Anduet en Dini, moest één uur later de strijd staken met een opgeblazen motor.
Iets recenter materiaal met twee F430 GTC modellen: een eerste van het Krohn Racing team die tweede eindigde in de LM GT2 reeks in 2007. Deze F 430 GTC kwam uit de ateliers van Michelotti die deze voor Ferrari bouwde.
Deze Hankook Farnbacher van 2010 deed net het zelfde en finishte ook op een tweede plaats in zijn reeks in 2010. Deze 430 is wel uitgerust met een “breed koetswerk”. Hiervan werden slechts 10 exemplaren gebouwd en dit eveneens door Michelotti.
Een iets recentere versie met deze 458 Italia GTE. Dit is een dubbele Le Mans deelnemer en eigenaar van de pole positie in zijn klasse in 2013. Elf stuks werden van deze 458 gebouwd bij Michelotti. Deze 458 werd gebruikt door het officiële Ferrari team van AF Corse. De auto wordt verkocht met raceoveralls en kledij van het team.
Deze Ferrari 250 GT LWB Berlinette “Tour de France” uit 1959 is iets ouder maar het is wel een prachtexemplaar. En met slechts 36 gebouwde exemplaren is dit toch een héél uniek stuk.
Er waren uiteraard ook baanversies met een F40 die slechts 749 km op de teller heeft staan en een prachtige 400 Superamerica SWB Coupé.
En ook Zagato deed zijn bijdrage met deze 599 GTZ S Nibbio Spider. Eén van zes door Zagato omgebouwde 599 GTB’s en de enige met een manuele versnellingsbak. En hoe raar het ook klinkt: bij de nieuwe auto’s wordt er bijna volledig overgeschakeld naar automatische versnellingsbakken en bij de klassieke automobielen stijgen de prijzen van deze met een handgeschakelde versie fors. Nu ja, Zagato: je bent fan of je bent het niet.
Girardo maakte van de gelegenheid ook gebruik om hun lang verwachte boek over de Ferrari 550 Maranello Prodive GT1 voor te stellen. Na vijf jaar onderzoek en het verzamelen van alle gegevens was het eindelijk klaar. In samenwerking met Ferrari specialist DK Engineering en Ferrari historicus Keith Bluemel kwam een 590 pagina’s tellend boek tot stand dat begint met het ontwerp van de auto, de ontwikkeling, al de wedstrijden, de twaalf gebouwde racewagens en tenslotte waar en bij wie ze zich nu bevinden. Het kan, wat niveau en afwerking betreft, gerust vergeleken worden met het Mclaren F1 GTR boek van bij Porter Press dat u hier kan ontdekken.
Het werk is verdeeld in twee delen en wordt geleverd in een slipcase. Met een oplage van 550 exemplaren is snel zijn de boodschap. Het boek lag ter inzage op de achtervleugel van de Le Mans GT1 winnende Maranello van 2003. Hoe origineel kan je iets presenteren.
FISKENS
Naast de stand van Girardo troffen we de al even spectaculaire stand aan van Fiskens. Geen Ferrari’s bij Fiskens maar wel een héél gevarieerd aanbod.
Deze Aston Martin DB9R GT1 is het eerste door Prodrive verkochte klanten chassis. Deze nummer 101 werd tussen 2005 en 2008 door Cirtek Motorsport, in opdracht van zijn eigenaar, ingezet. 101 naam deel aan het FIA kampioenschap, de Le Mans Series en uiteraard de 24 uren van Le Mans. Hun beste resultaat haalden ze in 2006 toen ze net naast het podium vielen met een vierde plaats.
Ze wonnen dat jaar wel de Mil Milhas in Brazilië met vader en zoon Piquet achter het stuur. 2008 was hun topjaar: Antoinio Garcia en Thomas Enge wonnen toen de Le Mans Series wedstrijden in Monza, op de Nürburgring en in Silverstone. De auto staat momenteel ook te koop in de 2008 configuratie.
Nog Le Mans materiaal met nog een Aston Martin, maar iets ouder dan de vorige, DB3S/5. Een fabrieksauto van Aston Martin, uiteraard in British Racing Green.
Sir Sterling Moss zat ooit aan het stuur en behaalde er een overwinning mee op het circuit van Goodwood. Naast de racecarrière verscheen deze Aston ook op het witte doek in de film “School for Scoundrels”. De auto onderging in 2014 een volledige restauratie bij Aston Martin en was vorig jaar de beste in zijn klasse in Pebble Beach.
Deze in 1939 gebouwde Talbot Lago T26 GS debuteerde nog net voor de tweede wereldoorlog maar zijn grootste successen behaalde hij wel na de oorlog met een zege in de Grand Prix de l’ ACF in 1948. De Talbot deed ook vier keer mee aan de 24 uren van Le Mans met een tweede plaats als beste resultaat in 1951.
Naast de Britten waren er uiteraard ook nog andere grote spelers aanwezig.
KIDSTON
We beginnen met een half Brit, half Zwitser: Simon Kidston, de Brit die uitgeweken is naar Genève om daar zijn handelsactiviteiten te realiseren. Vorig jaar redde Kidston met zijn presentatie van zeven Mclaren F1’s de Rétromobile show. Véél exposanten waren toen niet aanwezig en de Mclaren expo was wel een beetje de reddende engel van Rétromobile. U kan hier alle info over deze F1’s vinden.
Dit jaar geen supercars maar de negen gepresenteerde wagens zorgden toch weer voor één van de mooiste standen van de show. De Kidston stand had wel geen enkele auto met een Le Mans history. De enige met racegenen was de Alfa Romeo 1900 SS Zagato van 1955. Deze rood/witte Alfa werd ooit nieuw geleverd aan de Italiaanse chocolatier Vittorio Vanini en die er al direct mee deelnam aan de Mille Miglia. Met een 19e plaats op 661 deelnemers was dit ook een prima prestatie.
Zeven van de negen gepresenteerde auto’s waren van Italiaanse afkomst en de oudste was deze vooroorlogse Alfa Romeo 8 C 2900 Berlinette Touring.
Nog vooroorlogs maar van Duitse afkomst: de Mercedes 540 K Special Roadster van 1937.
Meer mooi materiaal met deze Ferrari 250 GT SWB en 250 GT LWB Calfifornia Spider Competizione
Wie op zoek was naar een Maserati 5000 GT met een koetswerk van Frua had zelfs de luxe om de kleur te kiezen en kon voor een bordeaux rode of een grijze opteren.
En we vallen misschien in herhaling maar toch zeggen we het nog één kéér: Op Rétromobile zie je auto’s die je nergens anders tegenkomt zoals deze straatversie van de Lancia Delta S4. Dit homologatiemodel voor groep B werd in 200 exemplaren gebouwd en is héél zeldzaam. De kans dat je de rallyversie ziet is velen malen groter dan het seriemodel. Voor ons was dit ook de eerste keer!
LUKAS HÜNI
Ook Hüni was terug met zijn immens grote stand. Iets minder wedstrijd gericht dan bij de andere maar wel héél véél mooie en exclusieve auto’s zoals de Aston Martin DB4 GT Zagato.
En enkele Lancia Aurelia’s en dat zijn toch echt wel mooie dingen.
Een deze Bucciali is toch echt wel zeldzaam. Veel zijn er niet van gebouwd en de juiste aantallen zijn ook niet bekend. Bucciali bouwde auto’s in Frankrijk tussen 1922 en 1933. Dit exemplaar zou één van een reeks van drie overlevenden zijn.
AUTO MOTO TF 1
Rétromobile is een beurs met een zekere standing die in Frankrijk zéér véél media aandacht genereert. Zo zagen we op woensdagmorgen de ploeg van het autoprogramma “Auto Moto” opnames maken voor de uitzending op TF1. Auto moto is een auto en motor programma dat ondertussen aan zijn 48e jaargang bezig is. Het brengt een divers aanbod van zo wel nieuwe als klassieke auto’s en motorfietsen. Zeker een aanrader: elke zondagmorgen rond de klok van 10u. Presentator Jean Pierre Gagick, was zoals wij, op zoek naar al het moois dat Rétromobile dit jaar exposeerde.
LONDON – BRIGTHON
Vanzelfsprekend waren er ook nog andere thema’s naast het eeuwfeest van de 24 uren van Le Mans. Voor de eerste keer zagen we het team achter de organisatie van de London naar Brighton Veteran Car Run. Deelnemen kan, met auto’s van 1905, op de eerste zondag van November. Deze oude tuffers starten direct na zonsopgang voor een rit van 54 mijl via de oude A 23. Dit lijkt niet veel maar de realiteit is totaal anders.
VAN LIFE
Op de doorgangsbrug tussen paleis 1 en 2 is er traditioneel ook elk jaar een thema expo. Dit jaar was het: Van Life waarin de wereldreizigers met hun VW busje aan bod kwamen. Maar het waren niet enkel VW’s die we aantroffen. We zagen een gevarieerd aanbod van auto’s met caravan en omgebouwde busjes en zelfs al vrij grote bestelwagens die hiervoor gebruikt werden.
Naast het geëxposeerde rijdend materiaal waren er ook voordrachten van “wereldreizigers” die in geuren en kleuren hun verhalen vertelden over hun rondzwervingen die soms tot twee jaar konden duren. Fascinerende verhalen!!
GENDARMERIE
Vorig jaar was de stichting die het mobiel patrimonium van de Franse Gendarmerie beheert met een vrij grote collectie aanwezig. Deze keer was het véél bescheidener met deze Citroën CX GTI interventiewagen.
En er stonden niet enkel hele dure automobielen op Rétromobile. Het concept met een zaal met auto’s van minder dan 25.000 euro werd ook dit jaar behouden. En zeg nu zelf: 12.000 euro voor deze Renault Monoquatre van 1935 is toch niet echt overdreven?
MUSEE DES BLINDES
Afsluiten doen we met het zwaarste materiaal van de beurs. Het Musée des Blindés was ook terug van de partij met enkele van hun pronkstukken. Op hun stand een heel imposante AMX-30 tank die in Franse legerdienst was tussen 1966 en 2011. Dit 36 ton wegende gevaarte haalt een topsnelheid van 65 km per uur en heeft een reikwijdte van 600 km en is voorzien van een 80 mm en een 20 mm kanon. Het werd onder meer gebruikt in de Golfoorlog.
Op de parking werden er, op regelmatig tijdstip, met een EBR Panhard demonstratieritten gegeven. Deze Panhard beschikt over een luchtgekoelde V12 benzinemotor en haalt een top van 105 km. Het ontwerp dateert nog van voor de tweede wereldoorlog maar de uitvoering kwam pas na de oorlog tot stand. Begin 1950 startte de productie en er werden 1200 exemplaren van dit model gebouwd dat vooral bestemd was voor verkenningsopdrachten.
Rétromobile was opnieuw de topbeurs zoals we het, op vorig jaar na, altijd gewoon zijn geweest. Er stond zoveel mooi materiaal dat één beursdag zelfs te weinig was om alles in detail te kunnen bekijken.
Het is zoals de Fransen het zo mooi kunnen zeggen: Rétromobile – c’est incontournable – en deze keer hebben ze volkomen gelijk. Meer dan 100.000 bezoekers kwamen al dit moois bekijken en de afwezigen hadden deze keer ongelijk.
We komen dus binnenkort nog terug op deze beurs met een top 10 van de mooiste auto’s die we tegenkwamen. Ja er zijn er nog! Ook Richard Mille was er terug bij. Ook hiervan volgt nog een verslag.
Ook op de veilingen van Artcurial en Bonhams werden overuren gedraaid met meerdere veilingdagen en ook héél mooie auto’s. Ook deze zullen nog aan bod komen.
Tot binnenkort.