Na een eerste lentepiek eind februari was het weer begin maart totaal wat anders. Storm en regen teisterden de eerste week van maart. Waar kan je dan beter heen dan het Antwerp Classic Salon in Antwerp Expo of het vroegere “Bouwsalon”. Het was ondertussen de 42e editie en Antwerpen is hiermee bij de oudste Europese organisatoren in het classic beurzen circuit. Enkel Rétromobile Parijs doet het met 44 stuks net iets beter.
Vier zalen werden volledig gevuld met alles wat met classic auto’s heeft te maken. Het grote thema behandelde dit jaar de Italiaanse volbloeden van Lamborghini. Met de slogan : la sensazione Italiana wisten we al dat het goed zou zijn. Zaal 1 is traditioneel de locatie voor de thematentoonstelling. Een twintigtal glimmende V12 en V8 monsters stonden ons op te wachten. De organisatie had er voor gezorgd dat er geen enkel model ontbrak. Na de vroege 350 en 400 GT vonden we een rode Muira SV op ons pad. Dit meesterwerk van Marcello Gandini, toen werkzaam bij Bertone, was de eerste supercar met een V12 motor die dwars achter de cockpit was geplaatst. Na meer dan 50 jaar blijft hij volgens onze mening nog altijd één van de mooiste sportwagens die ooit werden geproduceerd. Ook de rode kleur past perfect bij dit model dat ook van het SV label ( super veloce of supersnel ) was voorzien. Kenmerkend voor de SV zijn de bredere wielkasten. Hij bevond zich ook nog in een originele, niet gerestaureerde uitvoering. Wel uniek en zeker als je bedenkt dat er van het SV type slechts 150 exemplaren werden gebouwd. De Belgische eigenaar/verzamelaar mag er héél trots op zijn. Gandini zou ook daarna verder verantwoordelijk zijn voor de styling van de volgende Lamborghini modellen zoals de Uraco en misschien toch iets minder geslaagde Espada. Hij zou in 1974 de wereld opnieuw verbazen met de Countach die de opvolger van de Muira werd. Het design was wel totaal verschillend. De ronde vloeiende Muira vormen veranderden in een hoekige en vierkantige modelvorming van de Countach. Deze kon zo auditie doen voor een sience fiction film. We vonden een model uit de eerste productiejaren in de zogenaamde “periscopo” uitvoering. Dit zijn opstaande luchtinlaten op de achterste wielspatborden. Een tweede LP 5000 Quatrovalvo ( 4 kleppen per cilinder ) exemplaar ( vanaf 1982 ) toonde duidelijk de evolutie van dit model dat toch 16 jaar op de Lamborghini prijslijst heeft gestaan. Weliswaar met de nodige ups en downs want de geschiedenis van het merk is niet van een leien dakje verlopen. Geldproblemen waren dikwijls de grootste zorgen van het toenmalige management. De LP 5000 Q ziet er met zijn bredere spatborden en massieve achtervleugel wel héél indrukwekkend uit. Niettegenstaande zijn soms belabberde bouwkwaliteit werd de Countach wel een icoon uit de jaren 70 en 80. Op hoeveel jongenskamers was er geen muur versierd met een poster van een Countach aan de muur ?
We vonden ook één van de 328 gebouwde exemplaren van de LM 002 terreinwagen. Dit monster met de motor en de achterlichten van de Countach is zeker een buitenbeentje in zijn soort. Niettegenstaande zijn 170 liter benzinetank kon je er toch maar enkel mee gaan op terreinen waar voldoende benzinepompen waren. Het verbruik was gigantisch ! Oorspronkelijk zocht Lamborghini klanten voor deze wagen in de militaire sector maar er bleek weinig interesse uit deze hoek te komen. Er werd dan een burgerversie gebouwd die voor het eerst werd voorgesteld op het autosalon van Brussel in 1986. Een grote stormloop op de LM 002 was er ook niet en na zeven jaar en 328 stuks verdween hij uit de cataloog. Toen recent de nieuwe Urus terreinwagen werd gelanceerd verwees Lamborghini in vele commentaren terug naar de LM 002. Nu veel vergelijk is er eigenlijk niet want beide zijn totaal verschillend van mekaar.
Ook de nieuwere modellen mochten natuurlijk niet ontbreken. De machtige Aventador en een GT3 raceversie van de Gallardo konden ons ook wel bekoren. Deze modellen zijn wel al van na de overname door VW in 1998 maar het originele DNA van Lambo zit er nog altijd in. De recente Lambo’s worden in samenwerking ontwikkeld met Audi. Zo komt de V10 motor van de R8 ook terecht in hun laatste model de Huracan. Echte Lambo freaks zullen dit misschien niet echt appreciëren maar de kwaliteit is sindsdien toch véél verbeterd. De Duitse “gründlichkeit” gekoppeld aan de Italiaanse passie is toch nog altijd een succesformule.
De begin periode van Lamborghini werd dan weer vertegenwoordigd door twee tractoren. Ferucio Lamborghini was in eerste instantie een producent van landbouwtractoren. Zelf reed hij met een Ferrari. Nu was Ferucio niet echt tevreden van zijn steigerende paard en besloot dan maar na een dispuut met Enzo Ferrari om zelf zijn eigen sportwagen te bouwen. Dit was de 350GT en de stier van Sant Agata Bolognese werd op korte termijn een concurrent van Ferrari en een nieuwe legende was geboren.
Verder vinden we in zaal één al de aanwezige handelaars of restaurateurs die er hun waar te koop aanbieden of exposeren. Keuze in overvloed: veel Lambo’s ( uiteraard ), enkele Ferrari’s, veel Porsche’s, Jaguar’s, Austin Healy’s, enkele BMW’s en Mercedessen. Maar ook een prachtige Bizzarinni Stradale kon de uwe worden.
Zaal twee is dan weer gewijd aan de vele merkenclubs die er elk jaar hun leuke en soms héél verrassende standen opbouwen. De grootste was voor eeuweling Citroën. De Belgische club had de voornaamste modellen uit hun geschiedenis meegebracht. Wie hier meer over wil lezen verwijzen we naar ons artikel van Rétromobile via deze LINK.
Ook de 60e verjaardag van Mini werd in de bloemetjes gezet met een expo van twaalf mooie exemplaren.
De clubleden verwelkomen hun bezoekers op hun standen en geven dikwijls héél waardevolle info over hun producten. Dit kan gaan van een probleem aan een carburator tot een volledige restauratie van een auto. Het grote aantal aanwezige clubs verrast ons ieder jaar. We zagen zo: Borgward, Minerva, Opel, Peugeot, Porsche, Daf, Austin Healy, Volvo, Jeep Jaguar en Fiat. Naast deze merkenclubs zijn er ook verenigingen die het bij één type van een bepaald merk houden. Voorbeelden hiervan zijn de Mercedes W107 club ( de Bobby Ewing SL uit Dallas ), de Opel GT of Ford Capri. De meest originele was toch wel de VW Cabrio en Ghia club die een kinderkamer had ingericht met een op ware grote Matchbox doos inclusief VW Kever Cabrio. Prachtig om te zien en ook hoe de passie voor hun auto of merk er met grote hoeveelheden afdruipt.
De 40’s en 50’s American Car Enthousiast’s vereniging hield dan weer een betoog tegen de strekkingen die de Oldtimers uit het straatbeeld willen laten verdwijnen. Met hun slogan: een oldtimer slecht voor het milieu: maak dat de ganzen wijs kregen ze veel bijval. Het is inderdaad zo dat het beperkte gebruik met de daarbij horende uitstoot van een oldtimer te verwaarlozen is tov andere vervuilende elementen. Zeker in Antwerpen ligt dit thema gevoelig met de lage emissiezone.
Met de lente en het zomerseizoen in zicht waren er ook talrijke organisaties aanwezig die oldtimerritten aanboden. Ritjes van één tot twee dagen maar ook voor een ganse week. Dit zowel in België als in het buitenland. We zien de laatste jaren toch meer en meer van deze initiatieven. Waar dit vroeger gebeurde dit meestal in clubverband van het merk of type van de wagen zijn er nu bijna ware reisagenten die met het nodige succes ritten tot in de USA aanbieden.
Zaal drie is dan weer bestemd voor de particuliere verkopers of kleinere handelaars van auto’s. Hier kan je wel eens het model vinden waar je al een tijdje naar op zoek bent en meestal voor een nog vrij schappelijke aankoopprijs.
In de laatste zaal vinden we dan weer de handelaars van onderdelen. Zoek je een rubber, koplamp, bougie of waterpomp ? De kans is groot dat je er mee naar huis gaat. Maar ook voor memorabilia, autofolders, miniaturen, literatuur of kledij ben je hier op de juiste plaats.
Met het einde van de winter komt er stilaan ook een einde aan het beurzenseizoen. Eéntje kunnen we U nog wel aanbevelen : De Techno Classica in Essen. Deze gaat door van 10 tot 14 april 2019 en is in oppervlakte en bezoekersaantal de grootste van Europa. Alle grote Duitse constructeurs zijn aanwezig met gigantische standen. Je krijgt dan het idee dat je aan het rondlopen bent op een autosalon van zoveel jaren terug. Het loont zeker de moeite. Wie meer wil lezen over Techno Classica kan via deze LINK ons artikel van de vorige editie aanklikken. Veel leesplezier !
Verslag & foto’s: Joris De Cock.