Onlangs stelde BMW zijn twintigste Art Car voor in Parijs. In het “Centre Pompidou” werd het doek gehaald van de BMW M V8 Hybrid Hypercar die, met startnummer 20, zal deelnemen aan de 24 uren van Le Mans.
Artieste Julie Mehretu werd door een internationale jury van museumdirecteuren en curatoren uitgekozen voor de realisatie van de twintigste BMW Art Car. Net geen 50 jaar geleden werd, ook in Parijs, de allereerste BMW Art Car voorgesteld: een 30 CSL van Alexander Calder. Wij gaan terug in de tijd om u te mee te laten beleven hoe dit tot allemaal tot stand kwam.
Kunnen kunst en auto’s aan elkaar gelinkt worden? Uiteraard, sommige auto’s zijn zelfs kunst. Hierbij denken we dan aan bv een Ferrari 250 GTO of een Lamborghini Muira. Tijdeloze creaties met een eigen identiteit en die er zelfs als een sculptuur uitzien. Andere worden dan weer tot kunst verheven. Hier neemt de kunstenaar de plaats van de designer over om op zijn auto een kunstwerk te creëren. Bij deze laatste horen zeker de 19 stuks van de BMW Art Car Collection. De drie grondleggers van deze collectie zijn Hervé Poulain ( idee en kunstkennis ), Jochen Neerpasch ( directeur BMW Motorsport ) en Walter Maurer ( de uitvoerder ).
HERVE POULAIN
Het oorspronkelijke idee komt van de Fransman Hervé Poulain, een nog jonge veilingmeester/kunstkenner en amateur autopiloot. Vandaag is Poulain de grote man achter het veilinghuis Artcurial waar hij niettegenstaande zijn ondertussen toch al hoge leeftijd van 83 jaar, nog altijd met de hamer zwaait. Hij wil kunst brengen in de 24 uren van Le Mans door de auto als canvas te gebruiken en zelf eraan deel te nemen als piloot. Een origineel idee, maar Hervé had geen auto. Hij had dan weer wel connecties met mogelijke kunstenaars. Hij spreekt over zijn idee met Jean Todt ( toen een rallynavigator en later Ferrari F1 baas en FIA president ) die een geschikte partner kent voor Poulain. Todt was in 1973 co-piloot van Achim Warmbold in een BMW 2002 van BMW Motorsport. Zijn baas was toen Jochen Neerpasch. Todt raadt Poulain aan om contact op te nemen met BMW Motorsport in München.
JOCHEN NEERPASCH
Jochen Neerpasch is sinds 1972 de directeur, sportieve leider en medeoprichter van BMW Motorsport. Na een succesvolle carrière als autopiloot besluit hij om vrij vroeg de functie van teambaas op te nemen. Eerst bij Ford in Keulen en daarna bij BMW in München. Hij boekt direct grote successen in het debuutjaar 1973: BMW wint met de 30CSL eindelijk het Europees toerenwagenkampioenschap tegen Ford en ook in de Formule 2 komt de Europese kampioen uit de BMW stal. In het wereldkampioenschap rally wint de BMW 2002 de Alpenfahrt in Oostenrijk. De echtgenote van Neerpasch heeft een kunstgalerij en hierdoor was hij volgens Todt de ideale gesprekspartner voor Poulain. En Todt had gelijk. Neerpasch luistert aandachtig naar het voorstel van Poulain maar hij heeft geen auto ter beschikking voor het kunstwerk. In 1975 was het ganse BMW Motorsport team gestationeerd in het Amerikaanse Alabama. De meeste Amerikanen dachten toen nog altijd dat de B voor British Motor Works stond en dat moest dringend veranderen. BMW, met Bavarian Motor Works op de voorruit, nam deel aan het Amerikaanse IMSA GT kampioenschap tegen de Porsche 911 Carrera’s en Amerikaanse exoten zoals de Corvette en de Camaro. En de Amerikanen zullen het snel begrijpen want al in de tweede wedstrijd winnen Hans Stuck, Brian Redman, Allan Moffat en Sam Posey de belangrijke 12 uren van Sebring. Neerpasch ziet het kunstproject van Poulain toch wel zitten en laat een splinternieuwe 30CSL bouwen voor de 24 uren van Le Mans. BMW zal ook voor de nodige assistentie zorgen. Poulain moet alleen nog een kunstenaar aanbrengen.
ALEXANDER CALDER
Poulain richt zich tot Alexander Calder, een in 1898 geboren Amerikaan, die in 1926 in Parijs toekomt. Hij is afkomstig uit een beeldhouwersfamilie. Vader en grootvader Calder waren bekende beeldhouwers. Hij heeft in Parijs veel contact met onder andere Joan Miro en Piet Mondriaan. Met deze laatste ontwerpt hij zijn “mobiles”, een soort van zwevende kunstwerken. Deze mobiles maken hem beroemd. Daarnaast maakt hij ook abstracte beeldhouwwerken waar hij beweging in brengt. In 1958 wordt er, in het Openluchtmuseum Middelheim te Antwerpen, met “The Dog”, een kunstwerk van Calder geplaatst. Ook op de Kunstberg in Brussel staat er, met The Wirling Ear, sinds 1997 een beeldhouwwerk van Alexander Calder.
Calder maakt een ontwerp op een door Poulain aangeleverde schaalmodel van de BMW CSL. Hij maakt gebruik van primaire kleuren die de voor hem typische bewegingen moeten accentueren.
WALTER MAURER
Calder is dan wel verantwoordelijk voor het ontwerp maar voor de uitvoering zorgt dan weer Walter Maurer. Hij was de man die in de jaren 70 en 80 al de BMW Motorsport auto’s van hun racekostuum voorzag. Elke BMW racewagen, met de bekende BMW M strepen, was toen van zijn signatuur. Hij zorgt ervoor dat het ontwerp van het miniatuur op de echte CSL komt.
Calder brengt daarna zijn handtekening aan op het linker achter sportbord van de CSL. Maurer zal na de Calder nog meerdere BMW Art Cars schilderen. Hij is een specialist pistool schilderen en beschikt ook over artistieke kwaliteiten. Later zal hij ook eigen ontwerpen realiseren op verschillende BMW modellen.
De officiële presentatie gebeurt in Parijs. De 30CSL wordt daar in het “Museum des Arts Décoratifs” voorgesteld aan zowel kunst- als raceliefhebbers. Het onthaal is positief en ook Alexander Calder is héél enthousiast. Hij zal zelfs afreizen naar Le Mans om zijn kunstwerk in actie te zien.
24 UREN LE MANS 1975
Daarna is het richting Le Mans voor de Calder CSL. Daar zal hij op 14 en 15 juni deelnemen aan de 24 uren wedstrijd in de klasse TS wat voor “Tourisme Spéciale” staat. De Calder krijgt het startnummer 93 en zal, naast deze nummering en de verplichte Le Mans deelname sticker, geen enkele publiciteit dragen. Zelfs van de normale stickers van de banden- of olieleverancier is er geen enkel spoor. Naast Hervé Poulain is de Amerikaan Sam Posey de toppiloot op de auto. Hij rijdt met een identieke wagen in het Amerikaanse IMSA kampioenschap. Derde man is de ondertussen al op leeftijd zijnde Jean Guichet. Hij won in het magische jaar 1964 deze wedstrijd, samen met de Italiaan Nino Vacarella, aan het stuur van een Ferrari 275 P.
En Posey zorgt meteen voor vuurwerk. Hij kwalificeert de Calder, met een tijd van 4.06.0, op startplaats 11 tussen al het proto geweld en ver voor de eerste GT Porsche 911 Carrera RSR die tien seconden meer nodig heeft voor de zelfde ronde. Alexander Calder volgt vanuit de controletoren zijn auto en geniet volop van zijn snelste kunstwerk. Hij geeft voor de start nog een tip aan de piloten met de melding: zorg dat je wint maar rijdt toch maar zo traag mogelijk. Kwestie van niks te beschadigen.
Om 16u valt de startvlag en er is al meteen een probleem voor de Calder. Een losgekomen bougiekabel zorgt voor een eerste pitstop en het kunstwerk vertrekt als laatste. Sam Posey begint aan een inhaaljacht die de Calder terug vooraan in het klassement zal brengen. Hij geeft de auto, in vijfde positie, over aan Hervé Poulain die daarna aan zijn eerste Le Mans begint.
Een gebroken homokinetische cardanrubber zorgt er jammer genoeg voor de Calder CSL even na 22u op zaterdagavond achterblijft langs het circuit. De CSL zal daarna nooit meer aan een wedstrijd deelnemen. Er ligt wel een nieuwe carrière klaar die hem in alle grote musea van de wereld zal brengen. De Calder is overal welkom en wordt een wereldreiziger. Zelfs ons eigen België wordt twee keer aangedaan met een expo in het Middelheim museum van Antwerpen en meer recent nog in 2018 in Knokke op het Artville festival. De CSL is één van de laatste werken van Alexander Calder. Hij sterft, 78 jaar oud, een jaar na de Le Mans deelname.
ARTIST’S PROOF
Calder vond de 30CSL zo mooi dat hijzelf ook wel een exemplaar wilde. Dat werd in 1975 niet meer gerealiseerd. Het overlijden van Calder was hier uiteraard niet vreemd aan. 45 jaar later zal zijn droom wel waarheid worden. In 2020 wordt er in de eerste grote lockdown een tweede exemplaar van de Calder CSL gebouwd en geschilderd. In gewone termen spreken we dan van een replica of kopie maar in de kunstwereld heeft dit een andere naam met: Artist’s Proof. Het is, in dit geval, de bedoeling dat de artiest dan het extra kunstwerk in eigen bezit houdt.
CALDER FOUNDATION
Gezien de artiest zelf niet meer leeft was het de erfgenaam die de toestemming moest verlenen en hier is dat de Calder Foundation. Dit was eigenlijk geen probleem gezien de “Artist’s Proof” versie daarna toch hun eigendom zou worden. BMW Classic liet bij specialist Ostermaier een race CSL klaarmaken. De witte auto vertrekt daarna naar het atelier van Walter Maurer. Daar levert BMW ook de originele Calder zodat alles minutieus in kaart gebracht kan worden. Het kiezen van de kleuren en aanbrengen van de lijnen moeten uiteraard perfect uitgevoerd worden en dan volgt het echte schilderwerk nog. Wie dit eens wil bekijken kunnen we het volgende filmpje aanraden. Zeker een aanrader!
De ondertussen 79 jarige Maurer levert opnieuw prachtwerk. De nieuwe en oude Calder zijn perfecte weerspiegelingen van mekaar. Jochen Neerpasch komt zelf het nieuwe “extra” kunstwerk onthullen.
Deze 30CSL AP is ondertussen eigendom van de Calder Foundation. Hij maakt zijn eerste opwachting voor het grote publiek, tijdens de Alexander Calder “Minimal/Maximal” expo in Berlijn, op 22 augustus 2021. Het is ook de bedoeling om de auto aan zoveel mogelijk mensen te laten zien. Eventueel geïnteresseerde musea kunnen een aanvraag doen voor een tijdelijke expo en de Calder Foundation stelt de auto dan ter beschikking. Dit is een traditie in de kunstwereld. De Artist’s Proof versie krijgt ook het zelfde chassisnummer als de originele Calder CSL. Het chassisnummer 2.275.592 wordt nu gevolgd door: /AF voor Artist’s Proof.
De eerste BMW Art Car is zo’n succes dat BMW de traditie het volgende jaar gewoon verder zet. De onlangs overleden Frank Stella zorgt voor het ontwerp van nummer 2. Walter Maurer zal opnieuw het schilderwerk uitvoeren en andere gerenommeerde artiesten zoals Lichtenstein, Warhol en Kroons zorgen voor een BMW Art Car die aan Le Mans zal deelnemen.
De Meest recente is deze BMW M Hybrid V8 die door Julie Mehretu werd afgeleverd. Zij zocht voor dit ontwerp onder meer inspiratie in de vorige BMW Art Cars. De M V8 zal deelnemen aan de 24 uren van Le Mans 2024. Hiermee is het de zesde BMW Art Car die in deze mythische wedstrijd de start zal nemen.
Artikel: Joris De Cock
Foto’s: Joris De Cock
BMW AG