Dat het circuit van Francorchamps dit jaar zijn honderdste verjaardag mag vieren had u ongetwijfeld al gelezen in onze vorige berichtgeving. Indien niet kan je ons artikel hier terugvinden.
In deze expo willen de organisatoren vooral de drie voornaamste wedstrijden ( Grote Prijs F1 – 1000 km en de 24 uren ) in de schijnwerpers zetten en dat is toch vrij goed gelukt met toch wel enkele zéér mooie en exclusieve auto’s. Ook de motorfietsen ( Grote Prijs van België en 24 uren van Luik ) maakten, in een weliswaar klein aantal, deel uit van de tentoonstelling.
Autoworld had voor de gelegenheid 40 auto’s samengebracht. Ze konden rekenen op de medewerking van verschillende klassieke autosportteams en een aantal privé verzamelaars die hun medewerking wilden verlenen. En gelukkig zijn er zo in België wel een aantal te vinden.
24 uren van Francorchamps.
De 24 uren expo was veruit de mooiste van de tentoongestelde thema’s en er waren wagens aanwezig uit al de verschillende periodes waarin deze wedstrijd heeft plaats gevonden. Zo vonden we, met de Aston Martin Ulster 2 Liter, de originele winnaar van de eerste na oorlogse wedstrijd van 1948. Deze Aston veranderde enkele jaren geleden van eigenaar op de Bonhams veiling van het Pebble Beach Concours en mag toch zeker als een uniek stuk aanzien worden.
De toerenwagenjaren van 1964 tot 2000 zorgden voor het grootste aantal aanwezigen. Onder de tentoongestelde auto’s vonden we zelfs drie originele winnende exemplaren zoals de BMW 30 CSL Emilio ( 1976 ), de Ford Capri RS 2600 ( 1971 ) en de Peugeot 306 GTI ( 2000 ).
Ze kunnen uiteraard allemaal niet winnen. De BMW 528i Waterloo Motors , voorzien van een prachtige donkerblauwe Gitanes “zigeunerin” sigarettenreclame, behaalde de tweede plaats in 1982.
De Ford Mustang Belga van de gebroeders Martin en Gordon Spice die in 1983 deelnam haalde het einde van de wedstrijd niet maar blijft met zijn 5 liter V8 motor wel een imposante verschijning.
Vreemde eend in de bijt is zeker de Peugeot 806 SUV van Kronos die in 1995 de start nam maar na tien uur de strijd moest staken met een opgeblazen motor.
De organisatoren hadden een nieuwe locatie in het museum voorzien voor dit 24 uren gedeelte en de wagens opgesteld zoals bij de start van een wedstrijd. Echt prachtig om te zien! In pole positie stond de Ford Escort Mk1 van één van ons meest getalenteerde vrouwelijke pilotes in België: Yvette Fontaine. Dat deze prachtige Escort een replica is kan de pret zeker niet bederven.
De collectie van D’ Ieteren had een Belga Audi V8 uitgeleend maar deze auto heeft nooit deelgenomen aan de 24 uren. Klein foutje want ze hebben wel een A4 die dat wel heeft gedaan. De V8 nam enkel deel aan de sprintwedstrijden in het Belgisch Procar kampioenschap. Uiteraard is het wel altijd leuk om zo’n perfect onderhouden en origineel exemplaar te kunnen bewonderen.
Vanaf 2001 maken de toerenwagens plaats voor GT wagens. De toerenwagenformule was wat uitgeleefd en een laatste reglementsverandering zorgde voor winnaars zoals bv de Peugeot 306 GTI. Niet echt auto’s waar een groot publiek warm voor loopt. Een koersverandering drong zich op en werd gevonden door een samenwerking met het FIA GT kampioenschap van SRO. De 24 uren zouden na enkele moeilijke jaren herop leven en voor prachtige edities met bomvolle startvelden zorgen. Aan de start exotische auto’s van: Ferrari, Aston Martin, Porsche, Maserati, Corvette, BMW, Audi en Mclaren. Spijtig genoeg vonden we maar twee van deze exoten in de expo met een Porsche 911 GT3 en een toch wel héél speciale en Belgische Gillet Vertigo.
Ook de “Herbie tribute” Porsche van 2019 stond mooi opgesteld naast een VW Fun Cup collega. Over deze Herbie kan je trouwens in een eerder verslag meer info vinden.
Tijdens de openingsweken was ook de winnende Ferrari 488 GT3 van dit jaar aanwezig die na een fenomenaal inhaalmaneuver van Allesandro Pier Guidi, in de gietende regen en in het laatste wedstrijdkwartier, de WRT Audi R8 GT3 van Dries Vanthoor passeerde langs de buitenkant in Blanchimont. Met stip het inhaalmaneuver van 2021!
1000 km Francorchamps
Niettegenstaande de 1000 km van Francorchamps ( later de Wec Spa 6 uren ) toch wel een rijke geschiedenis hebben konden we spijtig genoeg maar één auto vinden die bij dit thema hoorde. Het betrof de Rondeau M 379 Belga waarmee de gebroeders Martin en Gordon Spice de derde plaats behaalden in de 24 uren van Le Mans. Een prachtig resultaat voor dit toch kleine team en met de steun van een Belgische sponsor. Chassisnummer 02 heeft een uitgebreide cv. Na zijn dienstjaren in het eigen Rondeau team komt hij later nog in de handen van enkele privé-teams en zal meermaals de 24 uren van Le Mans en de 1000 km van Francorchamps bestrijden. De Rondeau is na zijn actieve carrière terug in zijn oorspronkelijke Le Mans Belga uitvoering gerestaureerd en stond ook in dit jasje op de expo. Meer info over Rondeau en deze 379/02 kan u vinden in een vorig verslag.
Een tweede wagen was de Alpine A 211 uit 1967 maar deze behoort tot de vaste collectie van het museum.
Grote Prijs van België Formule 1
De aanwezige Formule 1 auto’s stonden mooi opgesteld in de “Racing Zone” van het museum met de grote foto van de Raidillon op de achtergrond. Perfect kader! Het waren allen exemplaren voorzien van een BMW motor en behoren allen tot de zelfde privécollectie. Op de Brabham-BMW en een Sauber na waren alle varianten wel aanwezig: een ATS D6 ( 1984 ) van Manfred Winkelhock, de magnifieke Benetton B186 ( 1986 ) van Gerhard Berger, twee exemplaren van de Arrows A8 ( 1985 ) van Thierry Boutsen en terug Gehard Berger en een Ligier JS 29 ( 1987 ) van René Arnoux. Al deze auto’s zijn voorzien van de BMW 1,5 liter 4 cilinder turbo motor.
Maar ook de recentere BMW modellen waren aanwezig met de Williams FW22 V10 ( Ralf Schumacher ) van 2000 en de FW 26 met de fameuze “walrusneus” ( Juan Pablo Montoya ) van 2004.
Een Maserati 250F of een Vanwall uit de beginjaren van de F1 konden we niet vinden maar we begrijpen zeker dat het niet altijd eenvoudig om dergelijke stukken te verzamelen. De enige Formule 1 die nog op het oude circuit van 14 kilomter heeft gereden was de De Tomaso 505/38. Dit is nog een echte “old school” F1 ontworpen door Gian Paolo Dallara voor De Tomaso. Het team werd gerund door ene Frank Williams met Piers Courage als piloot. De De Tomaso was niet echt een succes. Enkel ingezet in het jaar 1970 werd er in geen enkele wedstrijd het einde behaald. Absoluut dieptepunt van het jaar was het dodelijke ongeval van Courage op het circuit van Zandvoort. Daarna konden noch Brian Redman, noch Tim Schenken het tij keren en werd het project stopgezet. In 2019 konden we nog genieten van deze De Tomaso tijdens de Masters wedstrijd op het circuit van Francorchamps.
In de volgende wintermaanden gaan we nog enkele van de tentoongestelde auto’s in een meer gedetailleerd artikel bespreken.
Als autosportliefhebber moet je deze expo gewoon bezoeken! Het is zeker de meest diverse van de afgelopen jaren en u hebt nog de kans tot en met 28 november om dit te doen. Daarna verdwijnen de racewagens om plaats te maken voor supercars uit de periode tussen 1950 en 2015. De organisator belooft ons topstukken uit internationale musea en privé collecties. U kan deze bewonderen tussen 17 december en 23 januari. Zeker het overwegen waard!
Verslag: Joris de Cock
Foto’s: Patrick Verheeken