Grand Prix Historique de Monaco 2021: een covid editie waarbij kwaliteit primeerde boven kwantiteit.

           

Het organiseren van evenementen in covid tijden is geen simpele opdracht. De organisator moet met veel zaken rekening houden. Vooreerst zijn er de sanitaire regels en daar bovenop komen nog eens de reisbeperkingen en de quarantaine verplichtingen. Het was niet anders voor de automobile club de Monaco of ACM, organisator van de Monaco Grand Prix, de Rally van Monte-Carlo ( WRC en historique ), de Grand Prix Historique en de Monaco Formule E Prix.

Vorig jaar hadden ze tijdens de eerste grote lockdown van 2020, op de Monte Carlo rally na, al hun andere organisaties moeten schrappen. Dit was echter geen optie voor 2021. In een tijdspanne van vijf weken willen ze alle drie hun circuitorganisaties laten doorgaan. Heel dapper want andere evenementen zoals de Goodwood Members Meeting, Dix Milles Tours in Le Castellet of Spa Classic werden al geannuleerd of uitgesteld tot later. De ACM begint eerst met de Historique Grand Prix, dan de E Prix en afsluiten doen ze met de Monaco F1 Grand Prix. Wij waren uiteraard al blij dat er opnieuw werd gekoerst. We moesten dit wel thuis volgen van uit onze  zetel maar dat was helemaal geen probleem. De livestream was perfect. Alles werd optimaal in beeld gebracht met de nodige herhalingen, hoogtepunten en klassementen.

Publiek was er voor deze  eerste meeting slechts beperkt toegelaten. Enkel residenten van de ministaat zelf, gasten van de hotels en personeel  van de teams mochten zich aanmelden. De deelnemerslijst was dit jaar ook beduidend kleiner. Een honderdtal auto’s en piloten hadden zich ingeschreven bij de ACM. In de kijker stond het merk Ferrari en we moeten zeggen dat er zich toch wel enkele “pareltjes” hadden aangeboden. In de Formule 1 reeks zagen we verschillende 312 modellen. In de reeks van 1973 tot 1976 zelfs twee 312B3 ( ex Lauda en Regazzoni ) met Jean Alesi en René Arnoux als piloot. In de categorie 1966 tot 1972 vonden we zelfs vier 312 exemplaren! Een Ferrari F1, in wedstrijdverband, zien rondrijden is héél zeldzaam. In de normale Masters wedstrijden zijn ze, gezien hun fors gestegen waarde, al lang verdwenen. Je ziet ze enkel nog tijdens demo runs op bv het FOS in Goodwood of de Ferrari club organisaties. Om ze echt in wedstrijdverband te zien koersen moet je naar de Monaco Historique Grand Prix gaan. De trotse eigenaars van deze auto’s willen zo’n prestigieuze overwinningsbeker wel in hun vitrinekast zien staan. Het circuit in de straten van Monte-Carlo spreekt met zijn lange geschiedenis nog altijd tot de verbeelding van vele autosportfans. Alleen al de Formule 1 auto’s zien driften door de bochten van Loews, Tabac, Rascasse, Saint-Dévotte, Casino, Mirabeau en de passage door de tunnel zijn uniek voor het Formule 1 circus. De Monaco Historique Grand Prix is voor Formule wagens van het zelfde niveau wat Le Mans Classic is voor de proto’s en GT’s: het nec plus ultra!

Al de wedstrijden krijgen een naam van een piloot uit de periode van de deelnemende wagens. De reeks van Juan Manuel Fangio mag op zondagmorgen het startschot geven voor één dag historische plezier op de straten van Monaco. De zon is van de partij en de vele jachten liggen te blinken in de haven. Toegelaten zijn Formule 1 en 2 auto’s van voor 1961. Jammer genoeg zijn er maar 8 deelnemers. Winst is er voor de Maserati 250F van Guillermo Fierra-Eleta. Die kan na een slechte start van poleman Max Hilliard Smith de leiding nemen en brengt zijn 250F, ongeschonden, als eerste aan de finish. Hilliard Smith eindigt, na een inhaalrace,  met zijn Lotus 16 nog op de tweede plaats. Derde wordt de prachtige Ferrari 246 Dino van Alex Birkenstock.

Graham Hill is de tweede kampioen die zijn naam geeft aan de reeks met  Formule 1 auto’s van 1961 tot 1965. Opnieuw is het een héél klein startveld met slechts 7 wagens. De meeste hiervan komen dan ook nog van Lotus en het is dan ook geen verrassing dat het volledige podium door hen wordt ingenomen. Mark Shaw wint met, zijn ex Jim Clark Lotus T 21, de vrij saaie wedstrijd voor Nick Taylor en Philippe Bushofer.

De eerste Monaco Grand Prix werd al verreden in 1929. De automobielclub van Monaco was toen al een feit en het was Anthony Noghès die aan de basis lag van de oprichting. Hij was de eerste president van de club en organisator van de wedstrijd. Uiteraard werd dit herdacht met een wedstrijd voor pre-war auto’s. We zagen de Bugatti 35 en 51, Maserati 4 en 6 CM, een Talbot Lago, een Frasher Nash en zelfs een Mercedes SSK. Gelukkig was deze laatste een “korte” versie om rond te draaien op het smalle circuit. Normaal is deze wedstrijd een kolfje naar de hand van de Engelse Era’s maar geen enkele Engels Era team had de oversteek gemaakt naar Zuid Frankrijk. De Frasher Nash van Patrick Blakeney-Edwards was wel van de partij en lijkt op weg naar de overwinning. Halfweg de wedstrijd is er een probleem met zijn schakelmekanisme in de Loews haarspeldbocht en moet de piloot de strijd staken. Winnaar is Christian Traber met zijn Talbot Lago T150 voor Niklas Haluso in een Bugatti 35B. De podiumceremonie vind plaats in de prinselijke loge, bekend van de Formule 1 Grand Prix. Elke winnaar krijgt een exclusief Tag Heuer Monaco uurwerk. Met champagne wordt hier niet gemorst. De piloten krijgen na de podiumceremonie een glas Veuve Clicquot aangeboden.

De voormiddag werd afgesloten met de Jackie Stewart reeks voor Formule 1 auto’s tussen 1966 en 1972. We nu zien de eerste auto’s met sponsering op het circuit. Sommige nog miniem maar bij de Mclaren M19, uit de Rofgo Collectie, waren de Yardley kleuren toch al duidelijk aanwezig. Jammer genoeg stonden er maar 10 auto’s klaar op de startgrid. Van de vier aangekondigde Ferrari’s was er maar één exemplaar aanwezig: een 312B2 van 1971. Alex Caffi had zijn 312 van 1969, tijdens de trainingen, bij het afremmen voor Saint-Dévote, vernield door achterin een Cooper te knallen. De 312 kon niet meer hersteld worden. Ook de héél speciale 312B3 “spazzaneve” of “sneeuwploeg” was enkel tijdens de oefenritten op de baan. Andere  opmerkelijke deelnemer is de March 721 van David Shaw. Deze werd, in opdracht van zijn toenmalige eigenaar, caravanconstructeur Eifelland, door de excentrieke Italiaanse ontwerper Luigi Colani van een eigen koetswerk voorzien. Ook vonden we naast twee Mclaren’s, een Surtees, een Brabham, en een Cooper, twee Matra’s 120 V12 modellen ( één B en één C ) aan de start.  Ook twee pareltjes! En wat een geluid!!

Poleman Stuart Hall was bij de start het snelste weg met zijn Mclaren M19 en begint als leider aan de klim van Beau Rivage. Michael Lyons kan zijn Surtees TS9 op gelijk hoogte brengen en passeert Hall nog voor het Casino. De Surtees is de snellere auto in de eerste helft van de koers. De Ferrari 312B2 van Jürgen Boden zijn we ondertussen al kwijt met mechanische problemen. Halfweg komt de Mclaren terug tot op de achtervleugel van de Surtees. Hall is duidelijk de snelste man maar Lyons verdedigt zijn positie en doet in elke bocht de deur dicht. Ook voor de derde plaats is er een mooi duel tussen de Eifelland March van Shaw en de Brabham BT37 van Constable. In een ultiem maneuver probeert de March rijder de Brabham uit te remmen voor de chikane, hij raakt de Brabham en duwt deze van de rijbaan. Constable kan zijn weg wel vervolgen en wordt toch nog derde. Lyons kan Hall afhouden en wint de wedstrijd. De winnende Surtees TS9 was ooit eigendom  van het Rob Walker team . Walker, een erfgenaam van het whiskey merk Johnny Walker, was ooit eigenaar van één van de best gerunde privéteams uit die periode. Hij behaalde samen met Sterling Moss, met een door zijn team ingezette privé Lotus 18, een legendarische overwinning in de Grand Prix van Monaco in 1961. Een heroïsche wedstrijd waarin Moss de 100 ronden in 2 u en 45 minuten met drie seconden voorsprong kon winnen op de Ferrari 156 “sharknose” van Richie Ginther. Dat waren nog eens tijden! Dit was ook de wedstrijd waarbij het team de zijpanelen had verwijderd zodat de piloot over meer koeling kon beschikken. De toeschouwers konden volop genieten van Sterling die aan zijn dagtaak bezig was.

Na de lunchpauze werd het programma verder gezet met een wedstrijd voor Sportcars. Reden er ooit Sportcars in Monaco? Inderdaad en het is geen fout in de programmatie want in 1952 vond er éénmalig een Grote Prijs voor Sportcars plaats in het prinsdom. Winnaar was toen de Italiaan Vittorio Marzotti in een Ferrari 225 S. Jammer genoeg  geen Ferrari’s onder de 17 deelnemers van deze wedstrijd. De collega’s van Maserati zijn er wel en we vinden twee 300S modellen op de eerste startrij. De Nederlander David Hart verschalkt poleman Guillermo Ferro-Eleta in de start en neemt meteen al een kleine voorsprong op de rest van het veld. Lang duurt dit echter niet want twee ronden later begeven zijn remmen het en komt hij terecht tegen de vangrails in Rascasse. Veel schade aan zijn auto is er niet maar hij moet wel de strijd staken. Ferro-Eleta wordt de nieuwe leider in een andere Maserati. Hij wordt kort gevolgd door de Jaguar D Type van Halusa. Deze komt verschillende keren héél dichtbij maar moet daarna de Maserati toch laten gaan. Onze landgenoot Nicolas wordt met zijn Jaguar C type, na een mooie inhaalwedstrijd, nog derde. Ferro-Eleta wint zijn tweede wedstrijd van de dag en zijn tweede TAG uurwerk.

Met de Niki Lauda reeks voor Formule 1 wagens tussen 1973 en 1976 zijn we aangekomen bij het hoogtepunt van het weekend. De aankondiging dat Jean Alesi en René Arnoux zouden deelnemen in een Ferrari 312 B3 van 1974 deed vele liefhebbers watertanden. Het Duitse Methusalem Racing had twee prachtige Ferrari’s 312b3 meegebracht. Deze waren niet voorzien van hun oorspronkelijke nummers 11 en 12, zoals in 1974, maar van 27 ( Jean Alesi’s nummer bij Ferrari ) en 28 ( Rene Arnoux’s nummer bij Ferrari ). De ondertussen 56 jarige Alesi heeft duidelijk nog niet veel van zijn capaciteiten verloren want hij scheurde rond het circuit van Monaco alsof hij debuteerde in de F1. Hij kan zijn Ferrari op de eerste startrij zetten achter de John Player Special Lotus van, drievoudig Le Mans winnaar, Marco Werner. Arnoux zal jammer genoeg niet deelnemen aan de wedstrijd. Hij knalt, tijdens de kwalificaties, zijn 312B3 in de muur bij het nemen van de bochten aan het zwembad. De schade is te groot en een forfait is onvermijdelijk. Andere deelnemende wagens zijn een March 761, Mclaren M26, Hesketh 308B, Tyrrell 007, een Amon, een Trojan, een Surtees en drie Shadow’s. Twee modellen van de DN1 en een prachte DN5.

Jean Alesi realiseert een perfecte start en neemt de leiding voor de Lotus van Werner. Zoals in de vorige F1 wedstrijd is de Lotus duidelijk de snellere auto maar Alesi laat Werner geen plaats om in te halen. De 12 cilinder Ferrari beschikt ook duidelijk over iets meer vermogen want in het uit accelereren van de bochten kan hij telkens een kleine kloof slaan. In het afremmen komt Werner altijd terug aansluiten maar hij geraakt niet voorbij Alesi. Beide piloten zijn bezig aan een prachtige wedstrijd met een héél mooi duel. Kan er iemand naar Liberty Media bellen om ze te laten zien hoe het zou moeten zijn in de huidige F1? Want daar is de spanning soms ver te zoeken!

In ronde tien maakt Werner, zonder veel erg, een licht contact met de vangrail. Een ronde later komen beide kemphanen naast mekaar uit de tunnel. Alesi zit aan de binnenkant voor de chikane en behoudt de leiding. Bij het ingaan van ronde 16 zit Werner, bij het uitkomen van Anthony Noghès, direct achter Jean Alesi. Ze accelereren allebei voluit voor de rechte lijn aan start en finish. De Lotus is iets sneller dan de Ferrari en zijn voorvleugel komt onder de achterkant van de 312B3 van Alesi. De achterwielen gaan eventjes de hoogte in en de Ferrari slaat dwars tegen de betonnen muur van de oude pitlane. Over en uit voor Jean Alesi. Deze blijft naast zijn Ferrari staan en toont bij de volgende doortocht van Werner hoe hij over hem denkt. Jammer dat zo’n prachtig duel op deze manier en met zo veel schade moet eindigen. Wat is er gebeurd? Heeft Alesi een versnelling gemist of was Werner iets te hevig? We zullen het nooit weten want er bestond nog geen telemetrie in de jaren 70. Alesi beweert dat hij geen fout heeft gemaakt, Werner denkt van wel en wint de wedstrijd. Hij plaatst zijn Lotus, zoals het in Monaco gebruikelijk is, voor de prinselijke loge. Daar krijgt hij een tijdstraf toegediend van 25 seconden voor de aanrijding met Alesi. Daar is hij duidelijk niet mee akkoord en weigert plaats te nemen op de derde podiumplaats. Ook de daarbij horende beker blijft onaangeroerd staan. Michael Lyons wint door de tijdstraf van Werner, met zijn Marlboro Mclaren M26,  voor de ex Merzario March 761 van Julien Andauer. Lyons is hiermee al een tweede dubbele winnaar en krijgt ook een tweede Tag Heuer uurwerk.  

Na al dit tumult volgt er nog één wedstrijd: de Gilles Villeneuve reeks voor Formule 1 wagens vanaf 1977 tot 1980. Hiermee zijn we aangekomen bij de fameuze “wingcar” F1’s. Een uitvinding waarmee Colin Chapman in 1978 de Formule 1 wereld op zijn kop zette. Door het bevestigen van zijschorten aan de flanken werd er een extra neerwaartse druk gegenereerd waardoor de auto’s véél hogere bochtensnelheden konden realiseren. De Lotus 79 was hierbij zijn meesterwerk. Mario Andretti en Ronnie Peterson reden in 1978 de voltallige concurrentie op een hoopje. De Lotus 79 stak met kop en schouders uit boven zijn concurrenten. Tussen al deze “wingcar” auto’s is het dan vrij raar om te zien dat Michael Lyons ( ja opnieuw hij ) zijn Hesketh 308E op de pole positie zet. Deze Hesketh was in 1978 nog niet voorzien van de zijschorten en was toen eigenlijk meer een opvulling van het startveld. Hij viel toen enkel op door zijn decoratie met een mooie afbeelding van een dame met Rizzla sponsering. De reeks heeft 19 deelnemers en dat is het grootste startveld van het weekend.

Bij de start is Lyons het snelste weg en wordt gevolgd door de Warsteiner Arrows van Jordan Gregor. Onze landgenoot Christoph d’ Ansembourg verliest de controle van zijn Mclaren M26 bij het uitkomen van de tunnel en raakt de vangrail. Hij moet zijn M26 parkeren aan de haven. Een ronde later is het Mark Hazell die het zelfde doet met zijn Williams FW07B. Hij stalt zijn Williams naast de Mclaren. Vooraan zijn het nog altijd Lyons en Gregor die strijden voor de eerste plaats. Het scenario van de vorige wedstrijden herhaalt zich opnieuw. De tweede auto is iets sneller maar geraakt er niet voorbij. Gregor raakt zelfs de vangrail aan het zwembad maar kan verder rijden. De Ligier JS 11/15, van Matteo Ferrera-Aza die op de laatste startrij was vertrokken, is ondertussen aan een remonte bezig.

In ronde 9 moet de Arrows van Gregor naar de kant. De ophanging heeft het dan toch begeven na het contact met de vangrail. Lyons leidt nu comfortabel voor de twee Tyrrell’s 010 van Cantellari en Stevenaert die een stevig duel uitvechten voor P2. In de voorlaatste ronde raken ze mekaar in Rascasse en de Candy Tyrrell blijft achter in de vangrail. Lyons wint zijn derde wedstrijd van de dag en kan ook zijn derde TAG Heuer uurwerk gaan afhalen. De tweede plaats is er voor de Tyrrell van Mike Cantillon voor de Gitanes Ligier van Ferrer-Aza, die op de laatste plaats was gestart. Wie zei er dat je in Monaco niet kan inhalen? Lyons doet het met de Hesketh 308 E in 2021 véél beter dan de originele piloot, Rupert Keegan. Deze werd in 1977 twaalfde en laatste in de Grand Prix van Monaco op drie ronden van winnaar Jody Schekter in een Wolf WR1. Tijden veranderen en de Hesketh is er blijkbaar véél beter op geworden!

Met deze laatste wedstrijd kwam er een eind aan de twaalfde Monaco Historique Grand Prix. Het startveld was dit jaar aan de kleine kant maar er waren wel prachtige auto’s. Daarvan hadden we er vroeger al verschillende zien rijden in de Masters wedstrijden maar als hun waarde stijgt verdwijnen ze op een bepaald moment uit het wedstrijdgebeuren. Voor de Monaco Historique worden ze dan opnieuw uit hun stal gehaald en dat doet ons véél plezier. Sommige piloten gaan er dan, zoals Jean Alesi, ook nog eens voor de volle 100% tegenaan en dat maakt het plaatje nog mooier. Hij was met zijn fenomenale prestatie ongetwijfeld de “man van het weekend”.

Positief is ook nog dat we op de volgende editie geen twee jaar moeten wachten. Na deze uitgestelde 2020 versie zal er in 2022 al volgende zijn. Dit is uitzonderlijk want normaal is dit, zoals Le Mans Classic, een twee jaarlijkse organisatie. Voor ons mag de ACM er zeker een jaarlijkse traditie van maken!

Verslag: Joris de Cock
Foto’s: Organisatie Monaco Historic Grand Prix (ACM)