BMW I8 Roadster

Wat moet ik hier nu mee doen, dat waren een beetje de gedachten die door mijn hoofd gingen. Dat dit verslag gepubliceerd is wil zeggen dat ik een besluit heb genomen.

Ik ben wellicht geen echte petrolhead zoals ze dat wel eens zeggen maar ik kan niet wegsteken dat ik een bovengemiddelde interesse heb voor classiccars. Het geluid, de geur, het gevoel van een classiccar is zoveel anders dan van een hedendaagse auto. Zoveel puurder zoveel echter…

Langs de andere kant worden we door onze overheden gewoon overal weggepest. Na Antwerpen en Brussel volgt in januari nu ook Gent. En ja het milieu is belangrijk daar ben ik me echt van bewust. Dat onze overheid hier iets aan wil doen daar ben ik zelfs voorstaander van maar laat ons dan wel met gelijke weegschalen werken en iedereen op dezelfde manier behandelen. Lucht en scheepvaarttransport zijn zo voorbeelden die vooralsnog mooi de dans ontspringen. En hoe hypocriet kan je als stad of land zijn dat je na betaling wel de LEZ in mag. Heeft het met milieu of met geld te maken? Enfin, dat is van mijn lever. Nu tot de orde van de dag.

En de orde van de dag was dan ineens mijn dilemma. Een BMW I8 gaan testrijden… Ik ken mensen die daar absoluut voor zouden passen. Langs de andere kant kan je het draaien en keren hoe je wil het is toch stilaan de weg waar we naartoe gaan. Wellicht een tussenstap met als einddoel waterstof. Want mochten we met zen allen elektrisch gaan rijden dan vraag ik me toch wel af waar die elektriciteit vandaan zou moeten komen.

Na afspraak gingen we bij de BMW concessie Billia Vertraeten in Lochristi ons testexemplaar ophalen. Het weer zat tegen want het was aan het miezeren en het leek er niet echt op dat het beter zou gaan worden. Het was trouwens dubbele pech want een Roadster waar je dan dicht mee moet rijden…

Ik dacht dat het in en uitstappen een hele klus zou worden door de vleugeldeuren maar dat viel in alle eerlijkheid reuze mee. Eens ingestapt kan je genieten van goede zetels met voldoende steun. Je zit laag bij de grond maar voor een auto met sportieve roeping lijkt me dit eerder normaal. De cockpit is echt BMW met alle ingrediënten zoals je die ook in de andere modellen aantreft.

Sinds de Roadster is het centrale display ook voorzien van een touchfunctie gekoppeld aan het vernieuwde infotainmentsysteem. Of die touchfunctie nu zo belangrijk is laat ik in de midden want je kan alles netjes en vlot bedienen via de I-drive functie en een deel zelfs via voice control.

Met de komst van de Roadster is de elektromotor die de voorwielen aandrijft krachtiger geworden, het vermogen steeg van 129 pk naar 143 pk maar wellicht nog belangrijker is dat de batterijcapaciteit steeg van 7,1 kWh naar 11,6 kWh. Hierdoor is een theoretisch rijbereik van 53 km haalbaar. In de praktijk lijkt 45 km realistisch.

Ok, op weg nu. Starten (enfin aanzetten in dit geval) doe je net zoals bij een andere BMW met de start stop knop. Alleen je hoort niks.

Eens de pook in D gezet schuif je geruisloos de weg op. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat het de eerste keer is dat ik elektrisch rij maar het blijft voorlopig toch nog wennen.

Wanneer je de pook naar links beweegt gaat de auto in sport modus, het display kleurt oranje en de verbrandingsmotor slaat aan. Neen geen dikke 6 in lijn maar eerder een compacte driecilinder met slechts 1499 cm3 inhoud. BMW puurt hier dankzij een turbo maar liefst 231pk uit, niet verkeerd zou ik zeggen. Gecombineerd met de elektromotor geeft dit een vermogen van 374PK voor een leeggewicht van 1595 kg. Maar het is vooral het koppel van 570 Nm dat voor de nodige sensaties zal zorgen.

En die sensaties zijn er wel degelijk, een sprintje van 0-100 neemt amper 4,6 seconden in beslag en de topsnelheid is zoals bij vele auto’s begrenst op 250 km/u.

We reden richting Gent en eens we de stad inreden schakelden we naar eDrive. En het is vooral in de stad dat de elektrische aandrijving aangenaam overkomt. Omdat je toch al langzaam rijdt hoor je weinig rolgeluiden en is het zalig vertoeven in de stilte. Eens je de stad uitgaat kan er terug in de sport stand worden gereden waardoor het fun gehalte toch wel aanzienlijk toeneemt.

Er is ook nog de hybridestand waarin de auto zelf kiest voor een optimaal samenspel tussen de benzine en de elektromotor met als doel een zo efficiënt mogelijk verbruik op te tekenen.

De auto is sportief afgeveerd maar het wordt nooit ongemakkelijk. Je hebt een goede voeling met de weg en zo hoort het ook. Ook bij bochtenwerk blijft alles netjes controleerbaar. Door de smalle banden heeft de auto bij het rijden op de limiet een beetje last van onderstuur maar nooit problematisch.

Wat me stoorde in de I8 (en dit was eigenlijk het enige) was het artificiële motorgeluid dat je hoort door de luidsprekers. Misschien is het muggenziften maar voor mij hoeft dit dus niet hé. Want ook al doen ze nog zo hun best het komt voor mij nog niet eens in de buurt van een echte motor. Maar dit is een persoonlijke opmerking en een persoonlijk gevoel want misschien bij jij er wel helemaal van weg!

De rit met de I8 was een leuke ervaring en ik kan niet anders dan zeggen dat het een aangename en goed rijdende sportauto is. BMW toont ons hiermee het pad dat het merk in de toekomst zal bewandelen en of we het nu wel of niet fijn vinden er is geen weg meer terug vrees ik.

Verslag: Patrick Verheeken
Foto’s: Patrick & Loïc Verheeken