Viering eeuwfeest  “24 uren van Francorchamps” tijdens de Crowdstrike Spa24hours.

Deel 1: Heritage Touring Cup.

Na het eeuwfeest in 2021, van het circuit van Francorchamps  zelf, en de viering vorig jaar van honderd jaar 24 uren van Le Mans, was het nu de beurt aan de 24 uren van Francorchamps om 100 kaarsjes uit te blazen.

Het is dit jaar inderdaad een eeuw jaar geleden dat er voor het eerst tussen de driehoek van Francorchamps, Stavelot en Malmedy een wedstrijd over 24 uren werd betwist. De Koninklijke Automobiel Club van België ( KACB of RACB voor de Franstaligen ) tekende voor de organisatie.

Stéphane Ratel van SRO en de RACB wilden dit niet onopgemerkt laten voorbij gaan en zorgden voor een héél mooi feestje. In de paddock stonden verschillende historische auto’s opgesteld en op het dak van het pitgebouw was er met de “Gallery Du Temps” een mooie expo met auto’s, miniaturen, tijdschriften, kranten, helmen, tickets, stickers, programmaboekjes en nog vele andere zaken uit deze 100 jarige periode.

Ook op het circuit waren er herdenkingen met twee wedstrijden van de Endurence Racing Legends GT wagens en één voor de Heritage Touring Cup. Twee organisatie’s waarvoor onze vrienden van Peter Auto present tekenden.

De 24 uren van Francorchamps ( later Spa 24 Hours ) kennen drie periodes. De eerste mogen we gerust bestempelen als de pioniersperiode die zich voornamelijk voor de tweede wereldoorlog afspeelt. Eerste winnaars zijn Springuel en Becquet met een Bigman. Zij rijden in 1924 een totaal van 1879 km in 24 uren tijd. Hun gemiddelde snelheid is 78,3 kilometer per uur. In de expo stond deze replica van een Speedsport die toen de zesde plaats behaalde. Daarna volgen er overwinningen van Chenard & Walker, Peugeot, Excelsior, Alfa Romeo en Mercedes. Alfa Romeo was tot de tweede wereldoorlog het meest succesvolle merk met 7 overwinningen. De wedstrijd werd toen niet elk jaar georganiseerd.

Er zijn vanaf 1948 nog drie naoorlogse edities met een eerste winst voor Aston Martin ( 1948 ) en twee keer voor Ferrari (1949 en 1953 ). Na de editie van 1953 raakt de wedstrijd in verval en volgen er geen organisaties meer.

Dit zal duren tot 1964. Onder impuls van Hubert De Harlez van de KACB en autojournalist/piloot/Le Mans winnaar Paul Frère wordt er met een wedstrijd voor toerenwagens een nieuwe start gemaakt. En het is meteen een succes met een mooi startveld en toeschouwers die massaal aanwezig zijn. Deze toerenwagenformule zal onafgebroken worden georganiseerd tot 2000. Er zullen heroïsche duels plaats vinden, dikwijls met zware ongevallen en véél tragiek. Verschillende piloten laten het leven op het oude circuit van Francorchamps met vooral 1973 – 1974 en 1975 als de “zwarte jaren”.

En wat Le Mans toen was voor de Proto en GT wagens is Francorchamps voor de toerenwagens: de grootste wedstrijd voor deze klasse. Maar de toerenwagenformule is eind jaren 90 uitgeblust. Het toenmalige reglement met licht verbeterde standaardwagens kon nog weinig autosportliefhebbers bekoren. Een Peugeot 306 of Honda Civic zijn nu niet echt de publiekstrekkers voor een 24 uren koers. De KACB is op zoek naar een oplossing en de redding komt er met Stéphane Ratel van SRO. Die is al enige tijd bezig met het organiseren van GT wedstrijden. Ratel zoekt een kroonjuweel voor zijn programma. KACB en Ratel komen tot een overeenkomst en de 24 uren van Francorchamps zijn gered. Opnieuw zullen de topteams met hun mooie en spectaculaire GT auto’s de weg naar het Ardennen circuit vinden. En met hun komen ook de toeschouwers opnieuw massaal de wedstrijd bijwonen. Volgend jaar zal het al de 25e editie zijn van deze vernieuwde formule. We rekenen opnieuw op een mooi feestje.

HERITAGE TOURING CUP

Om deze honderdjarige viering een extra impuls te geven waren er ook wedstrijden met oude legenden. De Heritage Touring Cup mocht de auto’s verwelkomen die in de periode 1964 tot 2000 hadden gereden in de 24 uren van Francorchamps. Deze, door Peter Auto georganiseerde, wedstrijd was wel aangepast voor deze feesteditie. Normaal gezien mogen er auto’s deelnemen tot 1986. Voor de eeuwviering werden er  ook de recentere Groep A auto’s ( zoals de BMW M3 en de Sierra Cosworth ) en de latere Super Touring Auto’s ( bv de BMW 320i  want er waren geen andere starters ) toegelaten. Dit zorgde wel voor een héél groot en divers startveld.

Deze gigantische Dodge Charger stond ook aan de start en dit niettegenstaande deze Nascar auto nooit heeft gereden in Francorchamps. De Dodge nam ooit wel deel  aan de 24 uren van Le Mans jaargang 1976. En deze Amerikaan was supersnel op de rechte lijnen maar een bocht nemen was dan weer totaal wat anders.

Het zijn vooral Ford en BMW die zorgen voor het merendeel van de deelnemers. De Capri’s, Escorts, Sierra’s, 30CSL’s, 635CSi, M3’s en 320i’s vochten ooit legendarische duels uit in de Belgische Ardennen.

ORIGINELE AUTO’S

BMW 635 CSi EGGENBERGER GROEP A – 1984.

In het startveld zagen we ook meerdere originele auto’s en we doen toch onze hoed af voor de piloten die met deze toch wel bijna museumstukken het circuitwerk nog aandurven. Eén daarvan was deze BMW 635CSi van 1984. Umberto Grano, Siggi Müller en Bruno Giacomelli reden er toen mee naar de zesde plaats in de eindstand. Deze door Rudi Eggenberger ingezette 635Csi was ook één van de laatste BMW’s van de Zwitserse preparateur. Rudi maakte eind 1984 de overstap naar Volvo. Nick Padmore en Jean Lou Rihon deelden nu het stuur van deze nog volledig originele “sharknose” BMW.

VW GOLF TDi GOUP A

In de tweede helft van de jaren 90 van vorige eeuw waren er verschillende constructeurs die dachten dat ze met een Diesel moesten aantreden in de autosport. BMW had al getest in de 24 uren van de Nürburgring met een 318 TDS Diesel in een koetswerk van een Supertourer 320i !! Naast de piloten reden er ook twee ingenieurs mee die de motor hadden ontwikkeld. Maar deze waren het beestje niet echt machtig. De BMW eindigde tegen een vangrail.  Ook VW Motorsport dacht dat ze hun steentje moesten bijdragen en ontwikkelde deze Golf TDi groep A die deelnam aan de 24 uren van Francorchamps in 1997. Onze landgenoot Jean François Hemmerouille eindigt met twee Duitse collega’s op een mooie vierde plaats maar de Golf kan geen vuist maken tegenover de BMW 318 TDS Diesel ( nu met de topbemanning Kox-Naspetti en Menzel ) die ook deelnam. De BMW rijdt elf ronden meer dan de  Golf. Een jaar later lanceert BMW zijn nieuwe 320D  en start in de 24 uren van de Nürburgring.  Hans Stuck, Christian Menzel, Marc Duez en Andy Bovensiepen ( Mr Alpina ) rijden zes ronden meer dan de ex Bigazzi BMW 320i Super Tourer van Severich. De combinatie van snelheid, koppel en zuinigheid lijkt de ideale combinatie voor de winst op de Nordschleife klassieker.

Daarna zullen Audi en Peugeot een Diesel ontwikkelen voor de 24 uren van Le Mans. Beiden zullen ze zegevieren. Maar de echte autosportliefhebbers zijn toch niet echt overtuigd. Bijna geen motorgeluid en veel zwarte dieselrook zijn zeker de nadelen. Dit was ook het geval met de Golf TDi die naar mate het weekend vorderde steeds meer en meer zwarte rook uitspuwde.

BMW 320i SUPER TOURER BIGAZZI 1995

Van deze BMW uit de laatste “grote” toerenwagenperiode in de 24 uren van Francorchamps vonden we niet één maar zelfs twee originele exemplaren. Beide van bouwjaar 1995 en toen ingezet door het officiële BMW Bigazzi team.

Het eerste exemplaar kennen we ondertussen al een poosje. Die rijdt  al meer dan een jaar in ons nationaal Belcar Historic kampioenschap. Dit hebt u ongetwijfeld al gelezen in onze vorige berichtgeving. Deze Fina/Bastos E36 BMW  startte in 1995 maar moest als enige BMW de strijd staken met een defecte motor. Daarna vertrok de E36 richting Australië en kwam in het BMW Australia Diet Coke team terecht. Sinds vorig jaar is het één van de smaakmakers in de Belcar Historic Cup. Het team van Qvick Motor/VR Racing rijdt steeds vooraan mee en vooral op Zolder is de toch maar kleine BMW een zege kandidaat.

Een tweede auto, ook van bouwjaar 1995 maar in een 1997 configuratie, was de ex-winnaar van 1997. Eric Hélary, Marc Duez en Didier De Radigues wonnen de wedstrijd met deze BMW voor teamgenoten Nelson Piquet, Johnny Cecotto en Joachim Winkelhock. Het was de laatste winst voor een auto uit de Super Tourer klasse. De E 36 staat dan ook nog altijd in deze winnende uitvoering van 1997. BMW was in die tijd zo superieur dat het zelfs geen nieuwe auto’s hoefde te bouwen voor de etmaalwedstrijd. De oudere versies werden gewoon aangepast van de recentere updates. De concurrentie van Audi, Peugeot, Honda en Opel kon dit enkel met lede ogen aanzien en verdwenen één na één zodat de BMW’s enkel nog tegen hunzelf streden voor de overwinning.

TOYOTA CELICA – 1972

Deze Toyota Celica, bouwjaar 1972, was misschien wel de mooiste verschijning van gans de meute. Het team van Holvoet Racing, een vaste deelnemer met deze wagen  aan de Belcar Historic Cup, had voor deze gelegenheid de Celica helemaal terug gezet in de uitvoering waarmee er in 1974 aan de 24 uren wedstrijd werd deelgenomen. Dit inclusief de vier extra grote koplampen die toen tot de “standaarduitrusting” behoorden. Deze waren, in die jaren, zeker nodig om toch iets van licht te laten schijnen op de donkere wegen van het circuit. Een prachtig initiatief. Naast piloot Dominique Holvoet was Willy Braillard de tweede rijder op deze Celica.

REPLICA’S

Naast  de originele auto’s zijn er ook een pak nagebouwde of replica’s. Vroeger zag je meestal van ver dat het er zo ene was maar tegenwoordig worden die toch, meer en meer, perfect nagebouwd. Deze replica Schnitzer/Watson’s uit de Macau Gia wedstsrijd is hier een mooi voorbeeld van. Een standaard M3 werd hiervoor gestript en omgebouwd tot racewagen.

Ook deze Lease Plan Bigazzi versie is identiek aan de originele versie van jaar 1988.

Deze Eggenberger Ford Sierra Cosworth is ook niet van de originele te onderscheiden.

MARTIN/MARTIN

Onder de deelnemers was er ook deze BMW M3 uit het DTM kampioenschap van 1989. De fluo gele M3 werd toen onder meer bestuurd door Jean Michel Martin. Martin won samen, met zijn broer Phillipe, twee keer de 24 uren wedstrijd in 1979 en 1980 met een Ford Capri. Hij zou ze later, zonder zijn broer, nog twee keer winnen aan het stuur van een BMW M3 en 318is.

Maar het waren deze keer niet de broers die team vormden maar vader Jean Michel en zoon Maxime Martin. Zoon Maxime is ondertussen een ware toppiloot  met GT en Proto auto’s en stond voor de 24 uren wedstrijd ingeschreven op een BMW M4 GT3 die hij samen met Valentino Rossi en Raffaele Marciello deelde.

Jammer genoeg heeft de M3  ontstekingsproblemen en er wordt beslist om af te zien van een verdere deelname aan de wedstrijd. Ook vijfvoudig winnaar Eric Van de Poele was aangekondigd op een BMW M3 maar door een forfait van de auto kwam ook hij niet aan de start. Wel jammer.

LUIGI RACING

In de toerenwagenperiode namen de grootste toenmalige teams deel aan deze wedstrijd zoals: Eggenberger, TWR, Juma, Schnitzer, BMW Motorsport, Ford Motorsport, Alpina, Gordon Spice, Cibiemme, Benoît, Autodelta, Linder, AMG en ook het Luigi Racing Team uit het nabij gelegen Comblain-au-pont. We vonden drie deelnemende auto’s van dit team.

De Italiaanse Belg Luigi Cimarosti maakte naam met de preparatie van de BMW 30CSi en 30CSL. Hij won twee keer de wedstrijd in 1974 en 1975 met een 30CSi “Group Francorchamps”. Een jaar daarvoor nam hij deel met deze groep 2 Marabout 30 CSL. Deze replica van de toenmalige auto stond opnieuw aan de start.

Later zal hij ook dit proberen met een Chevrolet Camaro maar het Amerikaanse monster was niet direct het voorbeeld van een endurence koersauto. In de Groep A periode wisselt Luigi naar Alfa Romeo. Hij behaalt mooie resultaten in de klasse tot 2500cc maar algemene winst hoort niet meer tot de mogelijkheden.

In 1988 verandert Luigi opnieuw van merk en start een programma op met de Ford Sierra Cosworth. Deze 1988 versie van onder meer Thierry Tassin en Jean Claude Andruet stond na één ronde al in de pits met technische problemen. De andere wagen van het team zou dit enkele ronden later ook doen. De Ford periode was één van de zwartste momenten uit de geschiedenis van Luigi Racing. Over dit Belgische team bestaat een prachtig boek van uitgever Benoît Deliège. U Kan er hier meer over vinden.   

CHRISTINE BECKERS – MAGISCH DRIELUIK

De ondertussen 80 jaar “jonge” Christine Beckers was één van de weinige vrouwelijke Belgische autopiloten in de jaren 60 en 70 van vorige eeuw. Ze was héél succesvol en thuis in alle disciplines . Ze deed wedstrijden op circuits, nam deel aan rally’s en zelfs rallyraids zoals Parijs-Dakar. Ze nam zelfs als enige vrouwelijke Europese pilote deel aan de Nascar wedstrijd op het ovaal van Daytona.

Vijftig jaar geleden won ze samen met twee andere dames ( Yvette Fointaine en Marie Laurent )   de 2 liter proto klasse in de 24 uren van Le Mans. In 1977 eindigt ze met Lella Lombardi ( de enige dame met een WK punt in de F1 ) elfde algemeen met een Inaltera die later Rondeau zou worden.    Om dit alles te vieren had ze samen met enkele sponsoren een “Magisch Drieluik” uitgewerkt. Het eerste deel was om nog eens een ronde te rijden op het circuit van Le Mans met een Chevron B23 waarmee ze in 1974 de klasse winst boekte. Dat werd half juni afgewerkt in het voorprogramma van de 24 uren van Le Mans. Het tweede deel was een deelname aan deze wedstrijd, van de Heritage Touring Cup, in het kader van de 24 uren van Francorchamps. Christine nam in het totaal elf keer deel aan deze etmaalwedstrijd. Ze deed dit met de oudste aangemelde wagen: een Alfa Romeo 2000 GTV van 1970. Auto en pilote waren hiermee de perfecte combinatie van oudste pilote en oudste auto in het startveld.

Het volgende deel van het drieluik zal plaats vinden op het circuit van Zolder tijdens de Zolder Historic Grand Prix. Daar zal Christine met een Formule 1 Arrows BMW turbo als oudste piloot/pilote enkele ronden rijden om zo opgenomen te worden in het Guiness Book of Records.

DE WEDSTRIJD

In de kwalificaties is er een echt ouderwets duel tussen BMW en Ford. Michael Kammerman zet zijn BMW 30 CSL op de pole voor de Ford Capri RS 3100 van Wim Kuijl. Deze laatste evolutie auto’s van het groep 2 regelement van 1975 zijn op het snelle circuit van Francorchamps een maatje te sterk voor de concurrentie. Daarna volgende de BMW M3’s, Ford Sierra’s en BMW 320i Supertourers.

In de opwarmronde verliezen we al direct één van de snellere auto’s met de Ford Sierra Cosworth RS 500 Texaco van Jan Van Elderen. Hij zal nog net tot in de pitlane geraken.

Op de startgrid blijft een Franse BMW 635CSi geblokkeerd staan. De safety-car moet al direct in actie komen en de start zal achter de Lamborghini gebeuren.

En het is niet de dag van de Ford Sierra Cosworth. Het ex Luigi exemplaar, met Christophe Van Riet aan het stuur, moet na de eerste snelle ronde ook al de pits opzoeken. Een herhaling van de geschiedenis zoals het ooit in 1988 ook het geval was.

De BMW van Glaser en Kammermann is het snelste weg en wordt gevolgd door de Capri van Kuijl. Mooie herinneringen aan de epische duels tussen Ford en BMW komen opnieuw naar boven. Maar het is echt niet de dag van Ford want bij de Capri is er een probleem met de motorkap die zich aan de linkerkant begint te openen. Toch vervolgt de piloot zijn weg maar twee ronden later vliegt de motorkap tegen de voorruit van de wagen. De piloot probeert onderweg te herstellen maar dit lukt niet. Hij rijdt verder met een geopende motorkap. Op een haar na mist hij de pitmuur bij het inrijden van de stands. Daar volgt enkel een opgave van de wagen.

Achter de BMW van Glaser vechten de BMW M3 van Shlovin, de BMW 320i van Qvick en de 30 CSL van Scemama een duel uit voor plaats 2. Qvick klimt op in het klassement van P4 naar P2 en rijdt op afstand van de BMW 30CSL constante ronden. Halfweg wedstrijd is, op een Porsche 964 RS, de volledige top 6 voor BMW.

Een Porsche in een toerenwagenwedstrijd? Ja dit klopt want eind jaren 80 had de wedstrijd problemen om voldoende deelnemers te vinden. Om dit op te lossen werden  Porsches uit het Belgisch Procar kampioenschap toegelaten. En in 1993 kon er zelfs een 964 RS  de 24 uren op zijn palmares zetten. Na een discussie over het reglement had BMW toen besloten om zijn 318is Super Tourer auto’s terug te trekken. De organisator vond dat de GT auto’s anders weinig kans maakten op de overwinning en besliste om de BMW een kleinere benzinetank toe te bedelen. In München konden ze met deze beslissing niet leven en niettegenstaande al de auto’s al klaar stonden voor de afreis werd er beslist om niet te starten.

De BMW M3 van Shlovin verliest ondertussen zijn complete voorbumper en het moment van de verplichte pitstops is aangebroken. Net hiervoor valt de Marlboro BMW M3 Philippe Trufier stil en wordt er overgegaan tot een Full Course Yellow. Maar de wedstrijdleiding maakt er wat een zooitje van want er wordt te snel terug overgegaan naar groen om vervolgens opnieuw een FCY toe te passen. De auto’s die dan op het verkeerde moment in de pits staan vallen terug in het klassement.

Zo ook de BMW 320i van Eric Qvick. Hij zakt van P2 naar P7. Met het mes tussen de tanden begint hij aan een nieuwe remonte.

De winst er voor de ongenaakbare BMW 30 CSL van Glaser en Kammermann. Ze winnen voor de BMW M3 van Shlovin/Jordan en de BMW 320i Supertourer van Holme. Qvick valt net naast het podium op de vierde plaats.

Eerste niet BMW is de spectaculaire Ford Escort van de Brit Graves. De Escort reed meer op drie wielen rond dan op vier.

En Christine reed haar eigen wedstrijd achteraan het veld. De combinatie oudste auto/pilote reden regelmatige ronden maar deelnemen was hier belangrijker dan winnen.

Deze Heritage Touring Cup versie “24 uren van Francorchamps” viel zeker in de smaak. De extra toevoeging van auto’s, zoals de BMW M3, Ford Sierra Cosworth en zelfs de Supertourer auto’s, zorgde voor een héél attractief deelnemersveld. Misschien moeten ze bij Peter Auto toch eens nadenken of dit geen optie is hun normale reeks wat uit te breiden. Het zou zeker een meerwaarde zijn. Naast deze Heritage Touring Cup waren er ook twee wedstrijden voor de Endurence Racing Legends. Deze komen later in een volgend artikel aan bod.

En bij het publiek vallen de prachtige machines ook in de smaak. Bij het buiten rijden voor de eerste kwalificatie ontstond er een spontaan applaus van op de tribunes. Het racen met klassieke automobielen wint meer en meer aan populariteit en we kunnen dit enkel maar toejuichen.

Artikel en foto’s: Joris De Cock