Toen we eind september 2019 ons klassieke motorsportseizoen afsloten met de Zes uren van Spa hadden we er geen flauw benul van dat het twee jaar zou duren alvorens we terug voet op de bodem van Francorchamps zouden zetten. Maar op 1 oktober 2021 was het eindelijk zover en konden we, blij als een klein kind, opnieuw genieten van het geluid van “ouderwetse” V12 en V8 motoren uit vervlogen tijden. Organisator Roadbook had het evenement dan ook aangekondigd met de slogan: The sound of history of het geluid van de geschiedenis.
De organisatie verliep dit jaar wel véél moeilijker dan anders. De Covid pandemie zorgde nog altijd voor de nodige kopzorgen met de vele testen die uitgevoerd moesten worden voor buitenlandse deelnemers en toeschouwers. Maar ook de Brexit zorgde voor problemen. Door de extra douaneformaliteiten en de financiële borgen, die aan de grens betaald moeten worden, waren er dit jaar toch wel véél minder deelnemers. Vooral de kleinere teams die bv met een Mini deelnemen waren van geen kanten te bespeuren. Ook onze vrienden van Peter Auto kwamen een beetje roet in het eten gooien door de organisatie, in het volgende weekend, van hun Estoril Classics. Je kon duidelijk zien dat een groot deel van de teams had geopteerd voor één van beide organisaties. Enkele grotere deden dan wel de beide. Een kalenderprobleem dat misschien in de toekomst beter moet bekeken worden.
De Zes uren van Spa
Hoofdwedstrijd van het weekend is uiteraard de “Zes uren Van Spa” voor GT en toerenwagens tot 1965. Verder zijn er nog tien wedstrijden voor Formule 1, Toerenwagens, Proto’s, GT’s, Formule Junior, Grand Prix auto’s en een vooroorlogse reeks. Keuze genoeg en voor ieders wil wel iets.
Vandaag concentreren we ons op de zes uren wedstrijd en later komen de in een ander artikel de nevenwedstrijden aan bod. De Zes uren van Spa zijn een echte klassieker in de wereld van het racen met oude GT wagens. De wedstrijd start op zaterdag op 16u en eindigt om 22 u. Piloten krijgen dus een halve wedstrijd af te leggen in donkere omstandigheden. Een perfecte mix en rijden in de nacht hoort nu eenmaal bij uithoudingswedstrijden met klassieke GT wagens. Het zorgt voor een speciale en unieke sfeer.
Ruim 80 deelnemers aan de start
Het deelnemersaantal was, met iets meer dan 80 starters, dit jaar ook iets kleiner dat normaal. Twee jaar geleden waren al de startplaatsen volledig uitverkocht en was er zelfs nog een reservelijst met potentiële deelnemers. Nu is een startveld van 80 auto’s zeker genoeg voor een dergelijke wedstrijd. De startopstelling gebeurt traditiegetrouw voor de oude pitboxen van het circuit en tot aan de bocht van La Source staat toch alles zo goed als vol.
Op zaterdag had ook het publiek de weg teruggevonden naar het circuit van Spa-Francorchamps. Het ontbreken van klassieke clubs en de traditionele animatie waren wel een kleine domper op de feestvreugde. Ook de BEHVA, de overkoepelende organisatie van alle historische voertuigen, had een jaartje overgeslagen door de nog altijd moeilijke Covid situatie in Franstalig België. Ze hadden wel een gratis parking voorzien voor al hun leden die met hun oldtimer de verplaatsing hadden gemaakt. En op zaterdag stond die parking toch behoorlijk vol met soms toch wel unieke automobielen.
Ford GT40 domineert
Om een overwinning te behalen in de zes uren wedstrijd moet je sowieso over een Ford GT40 beschikken. Dit is al jaren het geval en is in 2021 niet anders. Op de eerste zes startrijen waren er enkel Ford GT40’s te vinden. In één van de topwagens vonden we zelfs onze ex Formule 1 piloot Eric Van de Poele terug. Ook de traditionele Cobra’s, Jaguar E-Types en Ford Mustangs waren uiteraard traditiegetrouw van de partij.
Bij de start nemen de GT40’s meteen afstand van de rest van het veld. Vooraan zijn het Eric Van de Poele en Oliver Hart die hevig strijden voor de leidersplaats. De ene ronde ligt VDP aan de leiding en de andere Hart en het wisselt voortdurend. Prachtig duel en puur genieten! Rondetijden tussen de twee minuten veertig/vijfenveertig zijn vandaag nog altijd héél goed. De snelle Ford’s beginnen dan ook al na drie ronden met het dubbelen van de kleinere MG’s en Austin Healy’s.
Bijtanken
Het bijtanken in deze wedstrijd gebeurt niet in de stand met een snel vulsysteem maar al de auto’s moeten zich wenden tot de Total benzinepomp die zich in de paddock bevindt, net voor de bocht van Eau Rouge. Er is een éénrichtingsweg gemaakt aan het einde van de pitlane waardoor de auto uitkomt aan de benzinepomp. Daar moet dan de auto bijgevuld worden door een teamlid of de piloot zelf. Eerst de tankkaart inbrengen en daarna tanken, toch wel een unieke situatie in de autosportwereld! Juiste Pin code ingeven is op dat moment héél belangrijk! Enig strategisch denkwerk is hier zeker aan de orde want er zijn in het totaal slechts vier benzinepompen en dan is het precies zoals in het echte leven: Als deze bezet zijn moet je gewoon wachten tot er iemand vertrekt.
Verschillende teams beschikken dan ook over een strateeg die achteraan in de pitbox aan zijn monitor alle verrichtingen in de wedstrijd volgt en het meest ideale tanktijdstip moet bepalen. Dit is uithoudingkoers op zijn best.
Communicatie met de piloot is zoals in 1965 enkel via een pitbord dat elke ronde als de auto voorbijkomt wordt uitgestoken. De piloot krijgt dan info over zijn rondetijd, positie in de wedstrijd en in welke ronde hij naar de box moet om te tanken. Radiocommunicatie is niet toegelaten. Het is de combinatie piloot met zijn auto die voor de prestatie moeten zorgen. Geen continu gezever en bijstand van de ingenieur zoals het tegenwoordig wel dikwijls het geval is.
Het is aan de benzinepomp dat de Ford GT van Hart de strijd moet staken. De versnellingsbak weigert na de tankbeurt alle dienst en de opgave is onvermijdelijk. Ook Eric Van de Poele valt met kleine technische problemen terug in het klassement. De Ford van Schmickler heeft dan weer af te rekenen met een benzinelek en moet al brandend naar de box. Gelukkig kan dit snel geblust worden maar de GT zal niet meer vertrekken. Hierdoor komt een andere Ford GT met nummer 21, van Bryant en Cottingham, aan de leiding. Enkele hevige regenbuien komen in het laatste deel de wedstrijd nog verstoren maar 21 houdt stand en wint met één ronde voorsprong.
Op de eerste vijf plaatsen vinden we enkel Ford GT40’s. De eerste niet Ford is een Cobra. Om het Ford feestje compleet te maken is er ook nog de Mustang Milner en Greenshall die de toerenwagenklasse wint.
Een prachtige wedstrijd, met klassieke GT en toerenwagens die van licht naar donker rijden en met wisselende weersomstandigheden. Wat moet een autoliefhebber meer hebben om gelukkig te zijn?
Woodcote & Stirling Moss Trophy
Naast de zes uren wedstrijd was er in het voorprogramma nog een wedstrijd van één uur waarin gelijkaardige GT wagens konden deelnemen: de Woodcote & Stirling Moss Trophy. Deze wedstrijd kan eventueel door één piloot per wagen afgehandeld worden, andere teams rijden dan weer met twee piloten. We zagen hier wel enkele exclusievere wagens dan in de zes uren wedstrijd zoals: een Mercedes 300 SL “Gullwing”, een Jaguar D Type, een Maserati 300S een Kurtis en de winnende Ecurie Ecosse Tojero van Stanley en Cottingham. Deze laatste realiseerde hiermee wel de dubbel. Met een 45 deelnemers was dit opnieuw wel een prachtig startveld. En ook hier werd er stevig doorgereden en geduelleerd.
We waren getuige van een noodherstelling in de box aan een Lotus waarbij de zware hamer het gehavende koetswerk terug iet of wat in zijn oorspronkelijke vorm moest laten weerkeren. Daarna een bijna volledige rol plakband erop en de Lotus kon weer verder.
De andere wedstrijden van het weekend komen binnenkort in een tweede artikel aan bod.
Verslag: Joris de Cock
Foto’s: Patrick Verheeken & Joris de Cock