Om de twee jaar pakt Autoworld uit met een eindejaarsexpo, na de eerdere expo’s van American Dream Cars & Bikes, Italian Car Passion, Ferdinant Porsche, Belgian Racing Legends en Bugatti 100 kan je vanaf 13 december 2019 gedurende bijna twee maanden genieten van ‘So British! cars & lifestyle’.

En al zeg ik het zelf, Autoworld heeft zichzelf overtroffen dit jaar. Van zodra je de hal binnenkomt wordt je ondergedompeld in een Britse kerstsfeer. En als je denkt dat je petrolhead of oldtimer liefhebber moet zijn om hier van te genieten dan heb je het mis hoor. Het is een reis doorheen de Britse autogeschiedenis.

Tijdens de speech van Sebastien de Baere (general director van Autoworld) vernoemde hij vol trots de nog steeds stijgende bezoekersaantallen van Autoworld. Autoworld laat de laatste 10 jaar geen kans onbenut om in de schijnwerpers te staan. Je leest er alles over in onderstaand verslag.

De tentoongestelde periode loopt vanaf eind jaren veertig met de Triumph Roadster tot de nagelnieuwe McLaren Senna. Voor elk wat wils dus.

Zoals jullie wellicht weten hebben de Britten de auto niet uitgevonden. Ik denk echter dat er maar weinig landen zijn waar zoveel mensen rondlopen waar wellicht meer olie dan bloed door de aderenen stroomt. Het dorpje mag dan nog zo klein zijn er zit wellicht wel iemand aan een auto te sleutelen of heeft wilde plannen om weer iets nieuws op de markt te brengen.

Het grootste deel van de tentoonstelling behandelt auto’s uit de periode 1950 – 70. Het was net in die periode dat de Britse autoindustrie het sterkst bloeide. Er kwamen tal van mythische modellen op de markt geproduceerd door merken die ondertussen dikwijls al lang uit het straatbeeld zijn verdwenen.

Het doel van Autoworld was duidelijk net die merken en modellen te verzamelen en ze terug tot leven te brengen onder de typische Londense sfeer van ‘Christmas shopping’.

De tentoongestelde collectie mag best indrukwekkend worden genoemd. Met ruim vijftig auto’s gaande van een Austin tot een Wolseley is er aan keuze geen gebrek.

Wat mij opviel was opvallende aanwezigheid van een groot aantal merken die we nooit eerder hadden gezien. We kennen uiteraard allemaal Rolls-Royce, Jaguar of Land Rover.

Het word een heel ander paar mouwen als we beginnen over een Jowett, een Riley of een Wolseley. Wel het is nu het moment om deze ‘speciallekes’ te komen ontdekken.

Wat ze ook leuk hebben gedaan is de auto’s niet per merk, soort of jaartal te zetten maar eerder het Londense straatgevoel te proberen creëren. Ok, het is soms wat verwarrend maar het geeft een veel realistischer gevoel.

En om aan te sluiten bij het realistische gevoel kan ik niet anders dan zeggen dat ze met de aanwezige decors daar voor de volle 100% in zijn geslaagd. Als je even door de foto’s bladert zal je dit zelf ook wel opmerken. Vanaf de mezzanine loop je zo een Piccadilly Circus decor in waar al het verkeer lijkt stil te staan. Realistischer kan bijna niet…

De tentoonstelling heeft enkele aparte delen zal ik maar zeggen, zo kan je in de ‘Black Box’ de supercars terugvinden. Je kan gerust stellen dat deze auto’s een wereld op zich vormen. Ze zijn meestal extreem exclusief, de reden hiervoor hoef je niet ver te zoeken want als je de meestal erg hoge prijs combineert met de lage productieaantallen weet je al direct dat ze voorbestemd zijn voor de happy few.

Gelukkig komen die er dan wel mee buiten. En zo komen we bij Goodwood terecht! Voor zij die onze blog kennen zal de naam ‘Goodwood Revival’ of ‘Goodwood Festival of Speed’ wellicht een belletje doen rinkelen. Op het gelijkvloers treffen we in de hoek aan de trap een heuse Goodwood decor aan. Dit ineens aangevuld met de bijpassende race auto’s. Want ook in de racerij speelde de Britten een belangrijke rol trouwens. Dat was gelukkig niet alleen in het verleden want ook heden ten dage laten de Britten zich gelden. Zeker Aston Martin speelt hier de laatste jaren een belangrijke rol. Buiten hun participatie in de huidige F1, weliswaar met Red Bull zijn ze ook aanwezig tijdens de 24u van Le Mans en tal van andere vooraanstaande race evenementen.

Nu we het toch over Aston Martin hebben nodig ik jullie graag uit eens een kijkje te nemen op de website van WAFT Publishing. Zij zijn er als Belgische schrijvers / fotograaf in geslaagd om een erg exclusieve boekenreeks te mogen maken over de Aston Martin Valkyrie. Deze acht boeken tellende reeks zal bijna duizend pagina’s tellen en handelt alleen over deze éne auto! Er zijn voorlopig slechts twee manieren om het boek te bemachtigen. Je koopt het boek en betaald er de Valkyrie bij of je koopt de Valkyrie en krijgt het boek cadeau… Misschien iets voor nieuwjaar?

We dwalen af, terug naar de ‘Black Box’! Er mogen dan maar vijf auto’s staan maar welke vijf!! Bij het binnenkomen springt al direct de zilverkleurige McLaren F1 in het oog. Wellicht is dit ook meteen de duurste auto van de hele expo want met prijzen tussen de 15 en 20 miljoen euro kan je dit al moeilijk een koopje noemen. Wisten jullie dat de McLaren F1 tot vandaag nog steeds het snelheidsrecord heeft voor de snelste productie-auto met atmosferische motor? De 627pk sterke V12 stuwde na het verwijderen van de toerental begrenzer de F1 in 1998 naar 386 km/u en dit op de kombaan van Ehra-Lessien.

Naast de McLaren F1 vinden we de McLaren Senna die uit zijn 4 liter V8 maar liefst 800pk weet te puren. Voldoende om deze raket op wielen van 0 naar 100 te stuwen in slechts 2,8 seconden.

Het rijtje wordt vervolledigd door een Jaguar 220XJ, een Jaguar Project 7 en een Bentley GTR3. Stuk voor stuk Britse automobielpareltjes!

Als we verder wandelen komen we tal van verdwenen (en dikwijls ook vergeten) merken tegen. Zo zien we een Gordon Keeble, hiervan zijn slechts 99 exemplaren ooit gemaakt dus de kans dat je die al eerder tegenkwam lijkt me eerder gering. Het logo (een schildpad) valt nochtans genoeg op want ik ben er zeker van dat mocht je ooit nog eentje tegenkomen je spontaan aan Autoworld zal denken.

Of de Jowett Jupiter die je hierboven ziet. Die op de foto trouwens netjes wordt geflankeerd door de van dienst zijnde Sherlock Holmes. En hier raken we meteen een extra thema aan. De dress code voor vanavond was namelijk ‘A touch of British’ en sommige van de gasten hebben dat wel heel letterlijk genomen zoals je zal kunnen zien in de overige foto’s. Nog even terug naar de Jowett. Jowett was een van de vele kleine Britse ondernemingen die hoopten fortuin te maken met de productie van auto’s. Jowett zal veel kleine concurrenten zien verdwijnen maar zij hielden stand. Dit niet in het minst doordat hun auto’s slim in elkaar staken en eigenlijk ook goed reden. Na de oorlog bleek de Jowett Javelin meteen een schot in de roos en later zou de sportievere Jupiter dit succes moeten bestendigen. Helaas bleek de 1,5 liter viercilinder te zwak voor het onderstel en het handgebouwde koetswerk viel te duur uit. Zeker als je weet dat dit ook de tijd was waarop de veel betaalbaardere sportwagentjes van Triumph en MG de markt veroverden. Tussen 1950 en 1954 werden amper 900 exemplaren gebouwd, daarna viel het doek over Jowett.

We zijn terug aanbeland op het gelijkvloers waar we een vijftal Britse raceauto’s zien staan, waaronder een Jaguar D-Type en een Jaguar E-Type. Deze laatste is trouwens door Mr. Enzo Ferrari himself bestempeld als de mooiste auto ter wereld, als compliment kan dit wel tellen vinden we. Verder zien we nog een Lola T70 MK3 A staan, deze Lola’s komen we nog heel frequent tegen op tal van outdoor evenementen zoals Spa Classic, de Spa zes uren, de AVD op de Nürburgring enz… De laatste in de rij is de imposante Bentley Speed 8 LMP1. Met deze auto stapte Bentley in 2001 na een afwezigheid van 68 jaar terug in de racerij. In 2003 behaalde deze Bentley de overwinning in Le Mans, het was toen 73 jaar geleden dat Bentley nog eens een overwinning had behaald op dit legendarische circuit.

Net bij het binnenkomen van de hal zie je op je rechterzijde 5 auto’s staan die door de meesten onder ons toch wel synoniem staan voor de hedendaagse Britse autoindustrie. Zo zien we een Mini, een Jaguar, een Land Rover, een Bentley en een Rolls-Royce broederlijk naast elkaar staan. Helaas is geen enkel van deze merken nog echt in Britse handen, gelukkig stralen ze wel allemaal nog steeds de Britse charme van vroeger uit.

Op de linkerkant staat ook een mooie verzameling op een podium, we zien hier een McLaren, een Bentley, een Rolls-Royce en een Mini bij elkaar staan. Allen zijn het ‘special editions’.

En last but not least is er ook een zeer ruime collectie Britse motoren. Die staan net als de auto’s verspreid over de hele oppervlakte.

Belangrijke merken zijn Norton, Royal Enfield, Vincent, Triumph, Brough Superior, Velocette, Ariel, AJS, BSA en Matchless. Het ene merk zal al bekender in de oren klinken dan het andere maar allemaal speelden ze een belangrijke rol in de Britse motoren geschiedenis.

De meest belangrijke waren oa Royal Enfield, Royal was in oorsprong een wapenfabriek. De fabriek was gevestigd in Enfield in Middlesex te noorden van Londen. Opgericht in 1897 en aanvankelijk alleen als rijwielfabriek. De eerste Motorfiets werd reeds in 1901 voorgesteld. De bekendste is zonder twijfel de Bullet, de verwijzing naar de origine van de fabriek is hier niet ver te zoeken. De Bullet is trouwens het langst geproduceerde model uit de motorgeschiedenis. De eerste liep van de band in 1931, vanaf 1955 werd de productie opgestart in India en ook al is in 1970 de fabriek in Engeland stopgezet de productie loopt nu nog steeds onverminderd door.

Norton is ook een legendarische naam uit de Britse motorgeschiedenis. De stichter James Lansdowne Norton is geboren in 1869 te Birmingham. ‘Pa Norton’ zoals hij wel eens werd genoemd wordt algemeen beschouwd als de vader van de Britse motorindustrie. Norton Motors Ltd werd in 1898 opgericht in zijn geboortestad Birmingham. In 1908 presenteerde Norton zijn eerste motor en deze kan worden beschouwd als het echte begin van een merk met een sportief imago dat van dichtbij betrokken was met de competitie. Net als vele andere merken heeft ook Norton zwaar weer gekend en in 1978 hebben ze de boeken neergelegd. Pas in 2005 heeft een Amerikaan, Kenny Dreer genaamd een nieuwe Norton op de markt gebracht. Kenny was reeds jaren eigenaar van de naam Norton. De nieuw ontwikkelde motor bleef zowel qua ontwerp als motor trouw aan de illustere Commando, de huidige populariteit is helaas niet zo groot.

Aan de grote kerstboom troffen we een Brough Superior aan, samen met de Vincents behoren ze door hen technische vooruitstrevendheid alsook hun laag productieaantal tot de meest waardevolle klassieke motoren.

Je kan van alle hierboven genoemde merken diverse modellen terugvinden in de expo. De ene al wat zeldzamer dan de andere. Eén ding is zeker, een motorliefhebber kan hier zeker zijn hartje ophalen.

Bij het verlaten van de tentoonstelling kan je nog even kennismaken met de shop van Autoworld. Hier vindt je tal van leuke gadget zoals mokken, USB-sticks, sweaters, boeken of merchandising van de aanwezige partners.

Conclusie: So British moet je gewoon gaan bezoeken! Alleen of met de familie maakt niet uit want de expo is zo mooi opgesteld dat iedereen er zich zal amuseren.

Meer info op de website van Autoworld.

Verslag: Patrick Verheeken
Foto’s: Patrick Verheeken & Ivo Creve