Recent bezocht ik weerom AutoWorld te Brussel, nu naar aanleiding van de tentoonstelling over 100 jaar Bentley.
“Ontwerp een snelle auto, een goede auto, de beste in zijn klasse” Deze woorden zijn eindeloos herhaald door Walter Owen Bentley voor hij in 1919 het merk met de ‘Flying B’ in het leven riep.
Bentley is eigenlijk van in het begin een succesvol merk geweest waarbij de vraag bijna steeds de productie oversteeg.
Dat Bentley een prestigieus merk was en is werd oa versterkt door de Bentley Boys, zij gaven het merk het mythische imago dat het nog steeds heeft.
Ook in de competitie gooide Bentley al snel hoge ogen, de 3 liter behaalde overwinningen tijdens Le Mans in 1924 en 1927. In 1928, 1929 en 1930 zorgde de 4,5 liter voor verlenging van het succes en werden er nog drie overwinningen aan het palmares toegevoegd. Best indrukwekkend voor zo een jong merk.
Ettore Bugatti, een concurrent in die dagen noemde de Bentley’s al smalend “de snelste vrachtwagen ter wereld”. Als je de beide merken en dan vooral een type 35 van Bugatti en de 4,5l Blower van Bentley naast elkaar ziet staan begrijp je direct waar de uitspraak vandaan komt.
Dat het niet altijd van een leien dakje liep moest Bentley in 1931 aan de lijven ondervinden toen ze kampten met een chronisch kapitaaltekort. Het in moeilijkheden verkerende Bentley werd overgenomen door aartsrivaal Rolls-Royce. De hierna gebouwde Bentley’s kregen de naam “Derby Bentley” omdat ze werden gebouwd in de Rolls-Royce fabriek in Derby.
De Mark VI was het eerste naoorlogse model dat in de nieuwe fabriek van Crewe is gebouwd. Dit zijn voor mij persoonlijk ook de minst interessante Bentley’s. Niet in het minst omdat het eigenlijk gewoon een sportievere versie van de toenmalige Rolls-Royce was. Soms leken ze zo goed op elkaar dat het enige visuele verschil de Flying Lady of de gestileerde B van Bentley was.
In 1998 kwam een kentering toe Volkswagen Bentley overnam en de beide merken terug een individuele koers gingen varen. Sindsdien heeft Bentley zijn mythische image teruggewonnen en is het terug een stijlvol en sportief automerk. Getuige de succesvolle GTC waarvan u hierboven het nieuwste type kan bewonderen.
We vonden een vijftiental wagens verdeeld over drie tijdelijke expositiezones. Bij het binnenkomen konden we aan de rechterzijde de hedendaagse Bentley’s terugvinden. We zagen oa de SUV Bentayga, de nieuwe GTC en de Continental GT.
Op het podium achteraan vonden we enkele vooroorlogse modellen terug zoals de 4,5 liter ‘Blower’ een 3 liter speed model, alsook een MK V Saloon van 1940. Ze werden geflankeerd door een Continental S1 met Mulliner carrosserie. Deze afgeleide van de Rolls-Royce Silver Cloud is en blijft een majestueuze verschijning.
Halfweg de hall vonden we deze Bentley van 1928, een 4 cilinder met een inhoud van 4389cc. De toenmalige topsnelheid van 155 km/u en de hoge betrouwbaarheid zorgde voor overwinningen op Le Mans.
Op het andere podium aan de ingang vinden we enkele modellen van eind jaren 40. Zo zien we de Bentley Mark VI Convertible, een Bentley Mark VI Radford Countryman Estate en een Bentley Cresta Facel – Métallon van 1949. Deze laatste is gebaseerd op een Bentley Mark VI maar uitgevoerd met een Franse carrosserie. Deze carrosserie is gebouwd door Facel – Métallon, de voorloper van Facel Vega. Het ontwerp kwam van de hand van Pininfarina en er werden maar 11 of 12 exemplaren van gebouwd.
Als u niet genoeg kan krijgen van Classic cars ga dan vanaf 27-06 tot 03-09 langs in Autoworld om de Citroën tentoonstelling te gaan bezoeken.
Verslag & foto’s: Patrick Verheeken.