2017 zou de derde editie zijn van Interclassics Brussel en de verwachtingen waren toch wel hoog gespannen! En geloof ons, deze werden meer dan vervuld.We waren reeds om 10u00 op post en het was lekker rustig. Met vier compleet gevulde hallen moesten we doordoen om alles te kunnen bekijken. Over de vier hallen vinden we ruim 400 exposanten die een dikke 1000 auto’s te koop aanbieden. Vul dit aan met een hele groep standen gevuld met boeken, auto-onderdelen, horloges, kunstwerken en nog veel meer en je weet dat er een gevulde dag voor de boeg ligt. Ook de talrijk aanwezig zijnde clubs in het BOFV vilage trokken de aandacht. Zoals elk jaar wordt er rond thema’s gewerkt. Dit jaar is de organisatie van Interclassics er in geslaagd om “The Big Five” te verzamelen in Brussel. Deze Big Five behoren tot de vijf belangrijkste musea van Europa. Het opzet was zonder meer knap te noemen, elk museum mocht drie auto’s presenteren. Het doel was telkens één vooroorlogse classic car, een race auto en een auto typerend voor het museum mee te brengen. Zo zagen we bij Museo Dell Automobile de Cisitalia 202 SMMM Spider Nuvolari. Deze auto dankt zijn naam aan Tazio Nuvolari, een autosportkampioen van voor de tweede wereldoorlog. In 1947 verscheen hij met dit type auto aan de start van de Mille Miglia. Het hier getoonde model is er één van de tien nog bestaande. Op de stand vonden we ook een Fiat Model 520 en een OM mod.469N waar de OM staat voor Officine Meccaniche. Het Franse Cité de L’Automobile / Schlumpf Collection pakte uiteraard uit met een Bugatti, deze type 46 van 1933 is de enige zogenaamde ‘surprofilee’ versie van dit model die in de werkplaatsen van Molsheim in elkaar is gezet. De carrosserie (van de hand van Jean Bugatti) is aanvankelijk op een type 46 S-chassis gemonteerd is in die configuratie in oktober 1932 voorgesteld tijdens het autosalon van Parijs. Op de stand vonden we ook nog een Serpollet type H, Version de course deux places van 1902. Maar ook een wel heel bijzonder prototype van Panhard, het type Dynavia van 1948 zal toen wellicht grote ogen hebben geoogst met zijn voor die tijd toch wel bijzonder uiterlijk. De volgende in het rijtje is het Britse Beaulieu National Motor Museum. De hier getoonde merken zijn een naar mijn gevoel een vrij logische keuze. Zo zagen we een Rolls Royce Silver Gost van 1906, een Bentley Blower van 1928 en het pronkstuk van de stand was voor mij zonder twijfel de Lotus P49. Deze formule 1 auto is gebouwd door Collin Chapman en Maurice Phillipe om in 1967 aan het F1 seizoen deel te nemen. Jim Clark won de eerste race met deze auto die trouwens als eerste het legendarische Ford-Cosworth DFG motorblok gebruikte. Volgende in het rijtje was ons eigen Autoworld museum, best leuk om weten dat autoworld de laatste jaren zich tussen de grote jongens heeft weten te nestelen. Autoworld pakte uit met een Minerva 00 Vanden Plas uit 1921. Deze Minerva was ooit de persoonlijke auto van Koning Albert I. De tweede was een AC Cobra Roadster van 1965, het blijkt over een bijzonder exemplaar te gaan met slechts 8000 km op de teller. Verder een voor mij eerder rare keuze zeker gezien het overvloedige aanbod waarover Autoworld beschikt. De derde daarentegen klopt dan weer helemaal, het betreft de Arrows BMW F1 A8 van Thierry Boutsen. Deze Arrows nam in 1985 en 1986 deel aan de F1 koersen, in 1985 toen Ayrton Senna won wist Thierry Boutsen een 10é plaats te veroveren. Als laatste was ook het Nederlandse Louwman Museum van de partij. Enkele jaren geleden bezocht ik het Louwman museum en geloof me als ik zeg dat wij als Belgen verwend zijn met musea zoals Autoworld en Louwman zo dicht in onze buurt. Het Louwman museum presenteerde een Porsche 718/2 Formule 2 race auto alsook een Simplex Crane Model 5, beiden prachtige auto’s maar de ster van de stand was zonder discussie de Talbot Lago T150SS Teardrop. Deze creatie van de Parijse carrossiers Figoni & Falaschi gooide hoge ogen. De stijlvolle en flamboyante modellen stonden in schril contrast met wat er toen werd aangeboden. Onderhuids ging het eigenlijk om een racer die in 1938 zelfs een derde plaats weet te bemachtigen in Le Mans. Er zijn slechts 16 exemplaren vervaardigd en deze zijn allen verschillend aangezien het om maatwerk ging.
Natuurlijk vinden we tijdens dit soort beurzen ook altijd een aantal restauratiebedrijven terug. Ook hier zie je telkens een extreem hoog niveau terugkomen. De meeste restaurateurs zijn dan ook echt nog gepassioneerd bezig met wat ze doen, namelijk dikwijls in erbarmelijke staat verkerende auto’s terug omtoveren tot echte pareltjes. Volgens mij zelfs dikwijls beter dan toen ze in een ver verleden de fabriek verlieten. In het restaureren zijn uiteraard veel takken, zo zijn er bedrijven die zich specialiseren in interieuraankleding en weer anderen restaureren de oude instrumenten of maken ze desnoods gewoon opnieuw. Alles hangt natuurlijk af van de waarde van het te restaureren voertuig, zo zijn de budgetten om een Aston Martin op te knappen wellicht stukken groter dan de budgetten voor een Citroen Traction Avant.
En dan is er de familie Zapp, Candelaria & Herman hadden in 2000 de droom om rond de wereld te trekken. Wellicht dachten ze bij vertrek niet dat ze na 17 jaar en 4 kinderen verder nog steeds onderweg zouden zijn. Ik had het genoegen een praatje te kunnen slaan met Herman, deze charismatische man is een plezier om te horen vertellen. Ik merkte ook tijdens het gesprek over welke rijkdom deze familie beschikte en ik bedoel dan niet het materiële hé. Het is uiteraard maar aan weinigen gegeven om dit soort avonturen aan te gaan en dan zeker wetende dat ze ondertussen al 17 jaar onderweg zijn met Graham-Paige Model 610 uit 1928! De familie Zapp heeft op vrijdag de beurs plechtig geopend, het was Paloma (geboren in Vancouver Island) die de eer kreeg om het lintje door te knippen. De Graham-Paige heeft ondertussen al meer dan 360000 km op te teller staan en heeft al heel wat meegemaakt vertelde Herman me. Een groot deel van hun kosten worden gedekt door de verkoop van hun boek wat ik dan ook met plezier heb gekocht en met nog meer plezier zal lezen. Ben je ook benieuwd naar de avonturen van de familie Zapp? Ga dan zeker eens een kijkje nemen op hun website.
Een tweede thema waren de Cycle Cars, deze auto’s vinden hun oorsprong begin vorige eeuw toen de (nog schaarse) auto uitsluitend bestemd was voor de beter gegoeden. Het gewone volk kwam echter ook in de ban van de vierwieler. De Cycle cars zijn eigenlijk kleine goedkopere lichtgewicht autootjes. ze werden geproduceerd tussen 1910 en eind jaren 20. Ze kenmerkten zich door hun lage gewicht en dikwijls fragiele constructie. Ze moesten het gat opvullen tussen de motorfiets en de volwaardige auto. Er werd ook mee geracet, over heel Frankrijk was er elke week wel ergens een race waar je met je eigen auto aan kon deelnemen. Dit ging van een Hill Climb over een recordpoging of een endurance race, alles ging gewoon door op de openbare weg. Gouden tijden voor de autosportliefhebber want je moest nooit ver zoeken naar spectakel. Er zijn tijdens Interclassics ruim 20 voertuigen tentoongesteld.
Met maar liefst 23155 bezoekers kende Interclassics weerom een stevige groei vergeleken met vorig jaar. Het volgende belangrijke event is Interclassics Maastricht ’18, dit gaat door van 11 tot 14 januari 2018 in het MECC te Maastricht. Ze blazen daar 25 kaarsjes uit en het belooft een echte feesteditie te worden dus noteer alvast deze data in uw agenda. Ben je nieuwsgierig? kijk dan even naar ons verslag van de editie 2017.
Verslag & foto’s: Patrick Verheeken