The racing life of Britain’s double World Champion.
Derek Warwick is al bijna 50 jaar een populair en zeer gerespecteerd figuur in de autosport, bekend om zijn stoere en vastberaden persoonlijkheid en zijn talent en moed achter het stuur. In dit boek vertelt hij zijn inspirerende verhaal met de voor hem kenmerkende eerlijkheid en humor.
In het voorwoord komt ook Ross Brawn aan het woord, hij bejubeld Derek omwille van zijn rijderscapaciteiten maar ook voor zijn inzet en karakter.
Hoewel hij nooit won in de Formule 1, door pech en omdat hij vaak op het verkeerde moment in de verkeerde auto zat, behaalde hij wel de resultaten die hij verdiende in de sportwagenracerij: hij won de 24 uur van Le Mans en het wereldkampioenschap in 1992 en werd tweede in de reeks met Jaguar in 1986 en 1991.
In de nadagen van zijn racecarrière was die wereldtitel een passende aanvulling op de titel die hij bijna 20 jaar eerder had behaald als kortebaan-ovaalracer.
Derek’s onconventionele racedoop zorgde ervoor dat hij uitblonk op ovals met korte circuits. Op 19-jarige leeftijd won hij in 1973 het wereldkampioenschap in het Wimbledon Stadium.
Opklimmend op de ladder: winnaar van 33 Formule Ford-races en het Europees kampioenschap in 1976; kampioen in een van de twee grote Britse F3-series in 1978 strijdend tegen Nelson Piquet en tweede in de andere; tweede in het Europees F2-kampioenschap na Toleman-teamgenoot Brian Henton in 1980.
Na een rampzalige start in 1981-82 ging hij de F1 in met Toleman, waar hij zich geleidelijk vestigde toen het prille turboteam aan kracht won. In 1983 scoorde hij punten en werd hij gewild door andere teams.
Nadat hij in 1984 een mooi zitje bij Renault had bemachtigd, zorgde pech ervoor dat hij in de openingsrace niet de verdiende overwinning pakte, maar hij behaalde wel vier podiumplaatsen; maar in 1985 ging het allemaal mis met de terugval van het team en vervolgens de terugtrekking.
Omdat de F1-kansen stopten, stapte Derek over naar het World Endurance Championship met Jaguar in 1986, waar hij tweede werd in het klassement; halverwege het seizoen was hij ook terug in de F1 met Brabham na de trieste dood van Elio de Angelis.
In drie F1-jaren bij Arrows (1987-89) bouwde hij zijn reputatie als snelle en toegewijde racer verder uit, gevolgd door een moeilijk seizoen bij Lotus (1990) met een enorm ongeluk op Monza en een nog erger ongeluk voor teamgenoot Martin Donnelly op Jerez.
Terug bij Jaguar in een door Ross Brawn ontworpen sportwagen in 1991 won Derek vier races, maar een diskwalificatie betekende dat hij voor de tweede keer tweede werd in het wereldkampioenschap sportscars.
Op 21 juli 1991 werd de familie Warwick verscheurd toen Derek’s jongere broer Paul om het leven kwam op Oulton Park. Paul had zijn eigen racecarrière en was doorgestroomd naar het Britse F3000-kampioenschap, dat hij domineerde en postuum won.
Opnieuw wereldkampioen: Derek werd uitgenodigd om in 1992 deel uit te maken van het sportwagenteam van Peugeot en begon zijn leven opnieuw op te bouwen met een enorm succesvol jaar, waarin hij zowel Le Mans als het wereldkampioenschap sportscars won.
Meer informatie over het boek en het bestellen kan je via de website van Evro Publishing.
Afmetingen: 270 x 210mm
432 pagina’s / 300 foto’s
ISBN: 978-1910505-90-8