De Group C heeft in zijn tienjarig bestaan vele prachtige racewagens voortgebracht. Vooral Porsche, Mercedes, Mazda en Jaguar hebben mooie auto’s gecreëerd. En als we dan bij de allermooiste uitkomen liggen de TWR Jaguars bij ons toch in de bovenste schuif.
En van deze TWR Jaguars zijn dan de witte/purperen Silk Cut versies toch wel het summum. Groot was onze vreugde toen we tijdens Spa Classic in 2018 er drie troffen in de pitboxen: de XJR8, XJR9 en een XJR11. Wat een luxe! Naast deze waren er ook twee XJR14 versies aanwezig. Deze XJR14 is in 2016 al aan bod gekomen in een artikel. Alle info kan je hier terugvinden. Vandaag komen XJR8 en XJR11 aan de beurt.
Starten doen we met de XJR 8 van 1987. De aanwezige wagen was de versie met het koetswerk dat gebruikt werd in de wedstrijden van 1000 km voor het WK en de Duitse sprintwedstrijden van de Würth Supercup. Van deze XJR 8 bestaat ook een LM versie die enkel in de 24 uren van Le Mans werd gebruikt. Deze opvolger van de XJR 6 – meer info over het debuut van deze wagen – deelt de Porsche collega’s in Stuttgart meteen enkele ferme uppercuts uit door het begin van het WK 1987 volledig te domineren en de achtereen volgende wedstrijden in Jarama, Jerez, Monza en thuismatch Silverstone te domineren. Met een 4-0 stand in het duel Jaguar – Porsche, trekken er meer dan 40.000 Britse fans naar Le Mans om hun merk naar de overwinning te begeleiden. Jammer genoeg was hun massale steun niet voldoende want van de drie ingeschreven XJR 8 LM’s kan er slechts één de finishlijn overschrijden op een matige vijfde plaats.
Het was wel de eerste keer dat een TWR Jaguar het einde haalde van deze klassieker. Jaguar zal een nog een jaartje moeten wachten om een nieuwe poging te ondernemen. Twee weken later op de Duitse Norisring moeten ze nog eens de duimen leggen voor Porsche met een vierde plaats als beste resultaat. Juni was precies een ongeluksmaand voor TWR Jaguar. Vanaf juli keert het tij en met overwinningen in Brands Hatch, op de Nürburgring, in ons eigen Spa-Francorchamps en het Japanse Fuji werd Porsche voor de eerste keer in jaren vernederd. De wereldkampioenentitel was uiteraard voor het merk Jaguar en bij de piloten was hun Braziliaan Raoul Boesel de best geplaatste. Na hem volgden nog drie Jaguar piloten met Jan Lammers, John Watson en Eddie Cheever. Daarna kwamen de eerste Porschisten Hans Stuck en Derek Bell. Een geslaagde campagne maar de nederlaag in de 24 uren van Le Mans lag toch zwaar op de maag. Dit zou goedgemaakt worden in 1988 waar opvolger XJR 9 dit wel zal realiseren. We waren bij de gelukkigen want er was ook een XJR 9 aanwezig in Spa. Het was de wagen met startnummer 3. We gaan nu even passen voor de XJR 9 maar we komen binnenkort nog terug op zijn broertje, winnaar van de 24 uren van Le Mans 1988, voorzien van startnummer 2. Van de XJR 8 werden drie exemplaren gebouwd. De LM versies werden dus aangepast voor Le Mans en nadien terug in hun originele staat gezet. Voor Porsche was de nederlaag zo zwaar dat het zich terugtrekt uit het WK en hiermee verdwenen ook de laatste Rothmans Porsches 962 van het strijdtoneel. Dit was een vrij uniek feit. Het is niet dikwijls gebeurd dat Porsche zich terug moest terugtrekken en dat een sterkere tegenstander de reden was.
Ook van de partij was de XJR 11. Dit, we vallen in herhaling, prachtexemplaar was voorzien van het koetswerk met afgedekte achterwielen. Deze toepassing werd door TWR Jaguar regelmatig gebruikt en dit zowel op het hoge snelheidscircuit van Le Mans als in de andere wedstrijden. Bij Porsche was dit op een paar initiatieven van enkele privé teams na eigenlijk nooit het geval. Grote nieuwigheid bij deze XJR 11 was de motor. De goeie ouwe 12 cilinder krachtbron werd vervangen door een modernere 3.5 V6 turbogeladen versie. Modern? Toch niet echt. De basis was een, van Rover stammend, motorblok dat aangepast werd en voorzien van turbotechnologie. De betrouwbaarheid van de ouwe V12 lag toch een pak hoger dan bij deze V6. De ontwikkeling is dan ook een lijdensweg voor het TWR team.
Het debuut van de XJR 11 gebeurde na de 24 uren van Le Mans in 1989 op het circuit van Brands Hatch. Sauber Mercedes had zich ondertussen ook als een volwaardig Mercedes fabrieksteam geout en was zich in de debatten komen mengen. De Mercedes V8 turbo in het Zwitserse Sauber chassis was na enkele jaren ontwikkeling op volle toeren gekomen en had net ook de 24 uren van Le Mans gewonnen. TWR wou met de XJR 11 weerwerk bieden aan deze nieuwe Duitse tegenstander maar dat zou niet van een leien dakje lopen. Een jaar na zijn debuut kunnen de champagneflessen voor de eerste keer ontkurkt worden. Martin Brundle en Alain Ferté winnen op Silverstone de BRDC Empire Trophy. De hoop keert terug in het Jaguar team maar het zal voor hun jammer genoeg bij deze ene overwinning blijven. In de resterende wedstrijden zijn er maar enkele ereplaatsen en veel technische problemen. De ontwikkelingstijd voor deze V6 turbo versie was te kort en met het nieuwe reglement dat vanaf 1991 in voege treedt zal de turbo opnieuw plaats moeten maken voor een uit de Formule 1 afgeleide atmosferische V8 3.5 liter motor. TWR Jaguar zal aantreden met de reeds eerder vermelde XJR 14 die opnieuw voor het nodige succes en een wereldtitel zal zorgen. De XJR 11 was de minst succesvolle Silk Cut Jaguar uit de reeks maar wat zijn looks betreft, heeft hij zeker vooraan in de wachtrij gestaan. Drie stuks van de XJR 11 werden door TWR gebouwd.
Af en toe komen we wel eens een TWR Jaguar tegen maar op Spa Classic 2018 werden we toch wel echt verwend met 5 stuks in één weekend. De door ons besproken XJR 8, XJR 11 en de XJR 9 hebben aan beide wedstrijden deelgenomen. Het verliep eigenlijk zoals 30 jaar geleden. Alle drie reden ze vlot mee in de top 10 van beide wedstrijden en ook zoals toen was het de XJR 11 die in beide wedstrijden diende op te geven met technische problemen. De XJR 8 en 9 eindigden zaterdag op P6 en P7. Zondag deden ze het nog iets beter met P4 en 5. Zondag was er een moment in de wedstrijd waar ze alle drie na mekaar de mooiste bocht ter wereld opreden. Om het met James Bond te zeggen: A View to a Kill en om nooit meer te vergeten !
Verslag & foto’s: Joris de Cock