Meer dan 1000 voertuigen verspreidt over 75000 m in drie hallen, so what zeg je dan misschien… Wel Retromobile is zo anders dan alle andere classic car salons dat niet zozeer de afmeting dit salon bijzonder maakt. Dit gebeurt veeleer door de aparte uitstraling, de opstelling en het aanbod. Hier zie je echt ieder jaar opnieuw tal van voertuigen die je gewoon nergens anders tegenkomt. Kijken jullie even mee met ons?Ieder jaar proberen we mooi op tijd ter plaatse te zijn, dat wil zeggen dat we meestal even moeten wachten alvorens een hele meute enthousiaste classic car liefhebbers de hallen mogen binnenstormen. En dat is het juiste woord, sommigen zie je letterlijk lopen.. Wij hebben de voorbije jaren een beetje een tactiek opgebouwd door na het binnenkomen redelijk snel naar de achterste hallen te gaan. het blijft daar meestal nog een tijdje rustig.
Retromobile is opgedeeld in zones zou je kunnen zeggen. Zo vindt je de meeste onderdelenleveranciers netjes bij elkaar. Maar ook de afdeling met kunstenaars, de automobielclubs, de speciaal tentoongestelde voertuigen enz. Deze manier van opstellen zorgt ervoor dat wanneer je geen interesse hebt in onderdelen je daar ook niet hoeft te passeren.
Laat ons even beginnen bij een stukje tentoonstelling, Retromobile heeft vier vooraanstaande Franse automusea samengebracht die elk één van hun stukken tentoonstelde. Het museum van Compiègne leverde een door stoom aangedreven Dos-a-Dos van 1891, vermoedelijk het eerste voertuig gebouwd door Dion-Bouton en Trépardoux. Het Henri Malartre Museum leverde een Torpedo uit 1924 gebouwd door Cognet de Seynes. Het Châtellerault Auto Moto Vélo museum toonde een Longchamp-De Coucy aangedreven door een 350cm³ motor. Dit prototype toonde dat men ook in 1924 reeds met aerodynamica bezig was. Het Mulhouse Nationaal Automobiel museum beter gekend onder de naam Schlumpf collectie toonde ook een prototype. Een heel erg ingekorte Renault R4. Al zeg ik het zelf het was een raar aandoende verschijning.
In één van de achterste hallen was een enorme collectie tractoren te bewonderen. Nu niet echt onze dada maar de grootste traktor ter wereld zie je nu ook weer niet iedere dag. Dus hierbij een foto van dit monster.
Retromobile zou Retromobile niet zijn mochten er geen groot aantal Bugatti’s aanwezig zijn. Dit jaar was het niet anders, zo zagen we enkele EB110 knap opgesteld staan. volgens velen de laatste race Bugatti’s.
Mijn aandacht werd echter vooral getrokken door de Bugatti Type 59 Sports op de stand van Gooding & Company. Het betreft hier een Type 59 uitgerust met een 8-in-lijn met compressor, dempers van de Ram en speciale spaakwielen. Zijn lange geschiedenis start met de Franse autocoureur René Dreyfus die met deze auto meerdere Grand Prix wedstrijden reed. Hij behaalde hiermee een klinkende overwinning in de Grand Pix van België en een derde plaats in Monaco. Het Grand Prix verhaal vond plaats in de seizoenen 1934-1935. Hierna werden diverse aanpassingen aan de wagen gedaan zoals het verwijderen van de compressor en het vervangen van de versnellingsbak. dit alles met als doel uithoudingsraces te gaan rijden. Gedurende het seizoen van 1937 kreeg hij zelfs de titel van snelste sportwagen van Frankrijk. Pas in 1938 kreeg hij zijn zwarte kleur en werd verkocht aan zijn bekendste eigenaar, namelijk Koning Leopold III. Veel zal de koning er niet mee hebben gereden maar hij wist de auto wel perfect te bewaren. Na koning Leopold III kwam de auto nog bij vier eigenaars terecht die er gelukkig ook allemaal goed zorg voor hebben gedragen.
Het is precies deze goede staat die er voor zou moeten zorgen dat Gooding & Co hun verhoopte 10 miljoen pond kunnen binnenhalen. De veiling zal plaats vinden op 1 april (en neen dat is geen grap!). Misschien loont het de moeite eens op hun site te gaan kijken voor nog wat meer info of het volgen van de veiling. Je kan in ieder geval HIER een link naar de site van Gooding & Co vinden.
Van Bugatti naar Tatra, het contrast kon niet groter zijn denken we. Maar ook al is Tatra niet heel bekend bij ons, het neemt niet weg dat het merk een lange geschiedenis heeft. Het Tsjechische merk is opgericht in Kopřivnice in juni 1850 waar de stichter Ignaz Schustala begon met karts te maakten. Vanaf 1880 starte de productie van treinstellen. In1891, de dag na Schustala zijn dood fuseerde het bedrijf met Gutmann en een nieuw bedrijf “The Nesseldorfer Wagenbau Fabriks Gesellschaft” was opgericht. Vanaf 1897 starte de productie van autos en dit met hun model de “Präsident”. Deze auto beschikte over een 2750 cc benzine boxermotor. Slechts drie jaar later is het eerste race model gebouwd voor Baron Theodor von Liebig. Deze auto haalde een snelheid van meer dan 80 km/u. Na de eerste wereldoorlog is bij de oprichting van de Tsjechische staat ook de bedrijfsnaam verandert naar Tatra. Kort daarna zal Ledwinka het autodesign door elkaar schudden door de introductie van de achterin geplaatste motor. Dit heeft Ferdinand Porsche geïnspireerd bij de ontwikkeling van de KDF en later de VW Kever. Ook de aërodynamica speelde een belangrijke rol bij Tatra. Ledwinka was oa geïnspireerd door het werk van Paul Jaray die op zijn beurt aërodynamica had ontdekt door Gustave Eifel. Al deze theorieën werden verzameld en leidt tot de Tatra 77 die je gerust mag zien als een statement waar al deze nieuwe technieken in werden gebundeld. De introductie vondt plaats op 5 maart 1934 in Praag. Deze luxe sedan viel op door het opvallende koetswerk alsook door de 60pk sterke 3 liter V8 motor die achterin was geplaatst. Tatra is actief gebleven in de automobielsector tot 1999 waarna ze nog uitsluitend vrachtwagens produceerden. Op de Tatra stand kon je de meeste geproduceerde modellen bewonderen maar de Tatra T87 waarmee een wereldtour is gemaakt tussen 1947 en 1950 viel ons toch sterk op, 160.000km doorheen 44 landen is dan ook niet niks.
We kwamen ook een Löhner-Porsche tegen, deze elektrische auto was toen revolutionair. Wist je trouwens dat Ferdinand Porsche al in 1898 tegen de Franse journalist John Grand-Carteret wist te vertellen dat elektrisch rijden de toekomst was… Het heeft in het geval van Porsche meer dan 120 jaar geduurd alvorens ze effectief met een performante Taycan op de markt zijn gekomen.
In één van de hallen was een tentoonstelling met auto’s getekend door Bertone. De meeste van deze auto’s zijn uitgeleend door het Milanese Lombardo Museum. Een deel van deze collectie hadden we reeds eerder gezien tijdens het Concours d’Elegance Chantilly maar er waren toch enkele niet eerder getoonde modellen.Bertone is opgericht in 1912 door Giovanni Bertone in Turijn. Tot op vandaag blijven zij één van de toonaangevende designers in de autoindustrie.
Te pas en te onpas worden er verjaardagen gevierd, zo mocht Citroën vorig jaar 100 kaarsjes uitblazen en nu was het de beurt aan de Citroën SM. De SM heeft ondertussen ook 50 kaarsjes op de taart staan. Deze eerder eigenzinnige Citroën (waar hebben we dit nog gehoord) is voor het eerst voorgesteld in 1970 tijdens het salon van Geneve. De samenwerking met Maserati (zij leverden de V6 motor) wekte veel interesse op. Citroën poogde zich met deze auto tussen het selecte groepje Duitse autoconstructeurs te wringen door ook een echt comfortabele en prestatiegerichte berline op de markt te brengen. De nakende oliecrisis en de toch niet zo perfecte techniek strooiden roet in het eten want de productie is gestaakt bij slechts 12920 exemplaren. Dit maakt de SM tot één van de meer begerenswaardige Citroën Classics. Zo sterk zelfs dat er bedrijf is die ze quasi compleet opnieuw maakt.
Net zoals vorige jaren was er ook nu een afdeling waar particuliere verkopers auto’s mochten aanbieden tot 25000 euro. De voorbije jaren was dit naar ons gevoel eerder een klein groepje. Dit was nu volgens mij ruimschoots verdrievoudigd, daar kon je dus echt niet meer naast kijken. Bovendien stonden er echt leuke auto’s tussen die soms verassend aangenaam geprijsd waren.
Bij Richard Mille was het al McLaren F1 wat de klok sloeg. Vorig jaar stonden er ook al enkele maar dit was nu gevoelig uitgebreid. De McLaren F1 is dan ook één van de meest iconische auto’s dus de stand trok veel aandacht.
Artcurial is als veilinghuis al jaren een vaste waarde bij Retromobile. Het ene jaar hebben ze al wat specialere auto’s bij dan het andere maar er zitten steevast wel altijd enkele specialekes tussen. Zo spotten we een uiterst zeldzame Mercedes 710SS waarvan er in totaal slechts 110 zijn gebouwd. Deze had bovendien een speciaal koetswerk van Fernandez & Darrin en verkeerde nog volledig in originele staat. Maar ook een Ferrari 275 GTB die in 1966 de 1000km van Monza had gewonnen eiste zijn plaatsje op. De Mustang GT Coupé van Johnny Hallyday ging ook onder de hamer, Johnny racete met deze auto in 1967 tijdens de ACIF cups op de Linas Montlhéry Autodrome. En om het nog even bij beroemdheden te houden werden er negen Lamborghini’s geveild waaronder een Countach LP400 die indertijd nieuw geleverd was aan Rod Stewart. Dus er is altijd wel iets te doen bij Artcurial.
Verspreid over het hele salon viel de grote hoeveelheid raceauto’s ons echt wel op. Er stonden echte prachtstukken tussen maar aangezien dit niet mijn specialiteit is ga ik me hier niet aan uitspraken wagen. Joris maakt hier een apart verslag van hetwelk we binnenkort ook zullen posten.
Deze Fiat kon ik ook niet laten liggen, voor mij persoonlijk één van de mooiere auto’s van het salon. Het betreft hier een Fiat 8V Ottovu van 1952, deze is de tweede ooit gebouwd. Heeft er al deelnames opzitten in de Mille Miglia en kan zo deelnemen bij de Goodwood Revival, Le Mans Classic, de Nürburgring Classic, het concours Villa d’Este enz… Wat vinden jullie eigenlijk een topmodel? Zet het gerust in een comment bij dit verslag.
Conclusie: Dit verslag is veel te kort want er is nog zoveel meer om te vertellen over Retromobile. Als we echter alles zouden neerschrijven kunnen we misschien niet meer triggeren om zelf eens een kijkje te gaan nemen. En eens zelf gaan kijken willen we echt wel aanraden dus zet het alvast in je agenda want tussen 3 en 7 februari 2021 is Retromobile weer op de afspraak.
Kijk ondertussen ook even op hun website, je kan die HIER terugvinden.
Verslag en foto’s: Patrick Verheeken