De jaguar XJR15 is een buitenbeentje in de geschiedenis van het merk. Officieel was het een product van Jaguar Sport, maar in realiteit was het een puur TWR project van Tom Walkinshaw. Deze had op basis van de 1988 Le Mans winnende Silk Cut XJR9 zijn ontwerper Tony Southgate opdracht gegeven hiervan een straatversie te ontwikkelen.
Peter Stevens voorzag deze volbloed van een straatkoetswerk, alsmede de nodige aanpassingen voor straatgebruik. Deze zelfde Stevens zou later trouwens ook de Mclaren F1 stylen.
Veel onderdelen van de racewagen werden voor de XJR 15 gebruikt. Met dit project was Walkinshaw trouwens moedermerk Jaguar te snel af. Zij waren toen al meer dan twee jaar bezig aan de ontwikkeling van hun eigen supercar XJ220 en het zou nog eens twee jaar duren alvorens deze na de nodige problemen op de markt zou komen.
De XJR 15 werd hand gebouwd door TWR in Wycombe Hill. De eerste exemplaren werden geassembleerd in 1990 en na 53 stuks werd de productie beëindigd in 1992. De 6 liter V12 coupé werd toen verkocht voor bijna 1 miljoen dollar. Het motorvermogen werd teruggebracht naar 450 PK i.p.v. 700 PK. Dit was trouwens ook de eerste productiewagen met een carbon chassis. TWR heeft ook 5 LM versies gebouwd met een originele Le Mans racemotor van 700 PK met de nodige aanpassingen aan de ophanging, luchtinlaten en vleugels. Deze exemplaren zijn allemaal afgeleverd in Japan.
De XJR 15 heeft ook een kleine racegeschiedenis. Jaguar sport organiseerde de Intercontinental Challenge. Deze omvatte drie wedstrijden tijdens de F1 wedstrijden van Monaco, Silverstone en Spa. Zestien deelnemers met klinkende namen zoals David Brabham, Bob Wollek, Tiff Needell, John Nielsen, Derek Warwick, Juan Manuel Fangio (de 2e), Davy Jones, Armin Hahne namen het tegen elkaar op met een prijzenpot van 1 miljoen dollar voor de winnaar. Derek Warwick won de eerste wedstrijd in Monaco. Na deze wedstrijd was er heel veel schade aan de wagens. De tweede wedstrijd werd gewonnen door JM Fangio, de Duitser Armin Hahne won op Spa en werd eindwinnaar van de challenge. Tot hier het raceverhaal van de XJR 15.
Na het stopzetten van het Jaguar programma in 1994, begon TWR met de ontwikkeling van een Nissan GT1 voor de 24u van Le Mans. Het middengedeelte werd gewoon overgenomen van de XJR 15. Ophangingen werden aangepast en de V12 werd vervangen door een Nissan turbo. Een winnaar werd het niet maar de wagen was zeer betrouwbaar. In 1998 haalden alle 4 de exemplaren de finish in Le Mans in de top 10 ( 3,5,6,10).
De wagen op Antwerp Classic, de winnende auto van Derek Warwick van de eerste wedstrijd in Monaco, stond te koop bij een handelaar. Met zijn 53 exemplaren is de wagen exclusiever dan de iets jongere Mclaren F1, maar deze blijft wel de referentie van de supercars uit de jaren 90. Toch was deze XJR 15 een leuke verschijning met het DNA van een Le Mans winnaar. Bij de Mclaren F1 werd van een serie auto een LM versie gebouwd, die de algemene overwinning in 1995 in Le Mans behaalde. Bij de XJR 15 was het net andersom; van de Le Mans winnaar in 1988 werd een straatwagen gebouwd. De XJR was een tijdje de snelste productiewagen ter wereld, tot hij door wie anders dan de Mclaren F1 werd voorbijgestoken.
Voor geïntresseerden kunnen wij volgend boek aanraden : TWR Jaguar Prototype Racers, uitgegeven door Jaguar Daimler Heritage Trust. Het omvat het hele Jaguar TWR verhaal met alle wagens en races uit deze periode incl de XJR 15.