In aanloop van het FOS 2017 brengen wij nog een artikel van de vorige editie. Deze brok geschiedenis is bedoeld voor de echte F1 / auto liefhebber.
Bij aankomst in de paddock van het Festival of Speed 2016 werd onze aandacht getrokken door een ganse rij F1 Braham-BMW’s die naast mekaar waren opgesteld onder het tentencomplex van de 100 jaar BMW Centenary viering. Alle modellen van de BT50 tot de BT56 stonden mooi naast mekaar opgesteld. Van de BT52 waren er zelfs twee exemplaren. BMW Classic had ook zijn rijklaar exemplaar meegebracht. Ex-piloot Ricardo Patrese zou ermee de Goodwood Hill oprijden. Waar komen die vandaan ? Ik kan me geen evenementen herinneren waar deze ooit allemaal te gelijk aan het publiek werden tentoongesteld. Info ingewonnen bij BMW Classic en het bleek dat al deze wagens eigendom zijn van Bernie Eccelstone. De huidige F1 baas was inderdaad in een vorig leven de teambaas van het Brabham Formule 1 team. Deze had de renstal die ooit door Jack Brabham was opgericht in 1972 gekocht. Deze Jack Brabham is trouwens de enige wereldkampioen Formule 1 die de wereldtitel heeft behaald met een wagen die zijn eigen naam droeg.
Lord March wou absoluut het BMW Formule 1 turbo tijdperk toevoegen aan het thema van het FOS 2016: Full Throttle : the endles pursuit of power. Hij vroeg aan de conservator van de Ecclestone collectie, Robert Dean, of hij de wagens wou overbrengen naar Goodwood. De meeste waren de laatste 20 jaar niet meer in het openbaar te zien geweest. Deze vriendelijke man kon daar met de beste wil van de wereld niet op antwoorden en adviseerde de Lord om de vraag direct aan Bernie zelf te stellen. Deze ging direct akkoord en was bereid om nog een extra exemplaar van de BT52 mee te geven om ondersteboven aan het sculptuur te bevestigen dat voor Goodwood House stond.
De samenwerking tussen Brabham en BMW begint eigenlijk een jaar vroeger toen de baas van BMW Motorsport, Jochen Neerpasch, een aanbieding krijgt van het Franse Talbot ( vroeger Simca, nu Peugeot ) om zijn Formule 1 afdeling te gaan leiden. Hij neemt de job aan en overtuigt de BMW directie om hun in ontwikkeling zijnde Formule 1 motor te verkopen aan Talbot en waarna hij ook verder door het leven zal gaan onder deze benaming. Bij de BMW Motorsport afdeling vinden dit toch een aantal personen “Not done” en die komen in het verweer tegen deze plannen waarna de BMW directie de verkoop toch nog weigert en Jochen Neerpasch zonder motor in zijn valies naar Talbot gaat. De 4 cilinder Formule 1 motor die bij BMW Motorsport in ontwikkeling was stamde direct af van de 4 cilinder productiemotor die eigenlijk BMW heeft groot gemaakt. De eerste BMW waar deze in werd gemonteerd was de 1500 Sedan die in 1964 op de markt kwam en verder evolueerde naar 1600, 1800 en 2000 cc versies. In 1973 kwam deze motor zelfs op de markt met een turbogeladen versie in de 2002 turbo. Dit was trouwens de eerste seriewagen met turbomotor. Met een vermogen van 170 PK had deze bom slechts 6,9 sec nodig om van 0 naar 100 km te accelereren. Deze motor zal tot in 1987 gemonteerd worden in de toenmalige 316. De ontwikkeling van de Formule 1 motor was reeds in 1978 gestart met 4 cilinder turbo motoren in het Deutsche Rensport Meisterschaft kampioenschap in een BMW 320 met 1,4 l turbomotor en in het IMSA kampioenschap in de USA waar er een 320 turbo met een 2,0 l turbomotor het opnam tegen de Porsches 935 turbo. De Jägermeister BMW in Duitsland werd bestuurd door Markus Hottinger en deze wagen behoort nu tot de collectie van BMW Classic. De Amerikaanse versie werd bemand door Hans Stuck, Ronnie Peterson en David Hobbs. Deze laatste in de typische M kleuren is nog altijd eigendom van BMW USA en was onlangs nog te zien op de Historic meeting in Laguna Seca. Door de opgedane ervaring bij deze twee wagens werd onder leiding van Paul Rosche de Formule 1 motor verder ontwikkelt.
BMW vond een partner in Bernie Ecclestone en Brabham zou op deze manier het derde team in de F1 worden dat na Renault en Ferrari zou kunnen beschikken over een turbomotor. Brabham was ook het eerste privé-team dat zou overschakelen van de Ford Cosworth DFV V8. De wereldkampioenauto van 1981 – de Brabham BT49 Cosworth – werd door Gordon Murray aangepast om de BMW motor te kunnen ontvangen. De BT50 was groter dan de BT49 omdat de benzinetank een veel grotere inhoud had om de extra liters die nodig waren om de dorst van de turbomotor te laven. Een intensief testprogramma begon op het Circuit van Paul Ricard in Zuid Frankrijk. Van ’s morgens tot het donker werd toerde Nelson Piquet met de testwagen rond die voorzien was van een gigantische antenne en waar enorme vlammen uit de uitlaat verschenen. De foto’s van een Formule 1 Brabham bij valavond en het vuurwerk gingen al snel de wereld rond. BMW nam zijn engagement zeer ernstig en introduceerde toen al het begin van telemetrie en in de boxen zaten al ingenieurs achter een computer de data van de motor te verwerken. Ook was deze motor voorzien van een elektronisch motormanagement. De beginperiode verliep moeizaam want er dienden nog heel wat technische problemen te worden opgelost. Een eerste publiek optreden was er tijdens de vrije trainingen van de GP van Engeland in 1981. Dit zou het enige worden in 1981. Brabham gebruikte voor de wedstrijden de Cosworth en Piquet werd hiermee wereldkampioen in dat jaar. In de eerste GP van 1982 verscheen het Brabham team met twee BT50’s voor Nelson Piquet en Ricardo Patrese aan de start van de eerste wedstrijd van het WK 82 in het Zuid Afrikaanse Kyalami. Piquet vertrok vanop P2 en Patrese vanop P4 maar de eerste diende de strijd te staken na een spin en bij de tweede begaf de turbo het. Het team van Brabham besloot om voorlopig terug te keren naar de BT49 met Cosworth motor. Dit tot grote tegenzin van BMW en het ging zover dat zij Ecclestone een ultimatum stelden om met minstens één Brabham BMW aan de start te verschijnen in de dramatische GP van België in Zolder. Daar verschenen opnieuw twee Brabham-BMW’s aan de start. In deze wedstrijd waar op de zaterdag tijdens de kwalificaties Gilles Villeneuve om het leven kwam, eindigde Piquet op de vijfde plaats, weliswaar op drie ronden van de winnaar John Watson. Maar hij behaalde hiermee toch de eerste twee WK punten voor Brabham BMW turbo. Patrese viel uit na een spin. Vanaf nu bleef Piquet met de BMW versie rijden. Voor de volgende GP in Monaco wisselde Patrese terug naar de Cosworth versie en won deze spektakelrace waar tijdens een late regenbui bijna alle piloten werden verrast door het gladde wegdek en de ene na de andere spinde. Ook winnaar Patrese was in de voorlaatste ronde om zijn as gespind en was trouwens heel verbaasd toen ze hem na de wedstrijd vertelden dat hij had gewonnen. De volgende wedstrijd in Detroit is een kleine ramp voor Piquet. Op vrijdag kan hij zich niet kwalificeren wegens een opgeblazen motor en op zaterdag regent het pijpenstelen. De regerend wereldkampioen staat niet aan de start van de GP. Dat was nog niet gezien. Een week later stond de GP van Canada op het programma en in de tussentijd had BMW Motorsport een aanpassing gedaan aan het brandstofinspuit- en luchtverdelingssysteem van hun motor. De verandering hierdoor was enorm. Eerst was het een bruut geval om mee te rijden en daarna kreeg hij de souplesse die vergelijkbaar was met de Cosworth motor volgens Nelson Piquet. Vertrokken vanop P4 kon Piquet de wedstrijd als winnaar afsluiten. De eerste overwinning voor de Brabham BT50 BMW turbo. Als kers op de taart was Patrese tweede met de Brabham-Cosworth. Dit zou tevens de laatste wedstrijd voor deze versie zijn. Vanaf de volgende GP in Zandvoort zullen er definitief twee Brabham BMW’s aan de starts van de GP’s verschijnen. Piquet kan in Nederland opnieuw scoren met een tweede plaats. De Brabham BMW trein lijkt vertrokken.
In de GP van Engeland in Silverstone komt Brabham met een verrassing van formaat: De BT50’s zijn voorzien van tankvullingen, mekaniekers dragen brandvrije raceoveralls zoals de piloten en een tankinstallatie staat opgesteld in de pitlane. Het is de bedoeling dat beide Brabhams vertrekken met een halve tank benzine en op zachtere banden en na half wedstrijd binnen komen om te tanken en een bandenwissel uit te voeren. Tegenwoordig is dit een normale zaak dat er soms drie keer van banden word gewisseld in een GP maar toen was dit wel revolutionair ! Het komt echter zover niet want Patrese valt al uit in de start en een beetje later moet Piquet ook opgeven met benzinedrukproblemen. Ook in de volgende wedstrijd op het Franse Paul Ricard komt het zover niet. Beide wagens dienen de strijd te staken met een defecte motor. Dit was in die jaren zeker niet abnormaal. Tegenwoordig schreeuwt Lewis Hamilton moord en brand als zijn motor eens een enkele keer de geest geeft zoals in de GP van Malysië, maar toen vielen er elke wedstrijd vijf à zes wagens uit met een opgeblazen motor. Topteams hadden twintig motoren bij per weekend om op zeker te spelen. In Hockenheim, op de thuisbodem van BMW, lijkt het dan eindelijk te gaan gebeuren. Piquet reed met een comfortabele voorsprong aan de leiding en met nog enkele ronden te gaan voor zijn pitstop dubbelde hij de Chileen Eliseo Salazar bij het aanremmen van de Ostchikane. Salazar had Piquet echter niet gezien en reed hem pardoes in de dranghekken. Deze was zo boos en begon klappen uit te delen aan zijn Zuid Amerikaanse vriend. Baanmarshalls moesten de beide kemphanen scheiden. Patrese had ondertussen de strijd gestaakt met een defecte motor in de dertiende ronde. Dat de Brabhams supersnel waren bewezen de vele Pole Positions en de snelste rondetijden tijdens de wedstrijden. De geplande pitstop zal uiteindelijk – en dit voor de beide wagens – plaats vinden tijdens de GP van Oostenrijk die op de Osterreichring werd verreden. Piquet neemt van bij de start de leiding voor Patrese en komt iets voor halfweg als leider binnen om de eerste pitstop te maken in de moderne Formule 1 GP’s. Hij komt terug als vierde de baan op. Teammaat Patrese komt enkele ronden later als de nieuwe leider ook binnen en kan als eerste terug de baan opkomen. Op dit resultaat hadden ze bij Brabham gehoopt. Jammer van hen moest Patrese enkele ronden later opgeven met een defecte motor en ook Piquet moest de strijd staken met electriciteitsproblemen. De volgende Grand Prix was deze van Zwitserland. Deze werd gehouden op het circuit van Dijon in Frankrijk omdat er in Zwitserland geen autoraces mogen plaats vinden sinds het zware ongeval in Le Mans in 1955. Na deze uitgave in 1982 zal deze Grote Prijs ook tot op vandaag niet meer verreden worden. De Brabhams maken allebei hun pitstop en eindigen op plaats vier en vijf. Het kleine circuit van Dijon lag hun niet echt goed. De volgende etappe in het circus was Monza maar daar konden de boeken al na zeven ronden gesloten worden met technische problemen op beide wagens. Dit was ook zo in de seizoensafsluiter op de parking van het Caesars Palace Hotel in Las Vegas. Keke Rosberg (papa van ) won zijn enige wereldtitel in de Formule 1 met ook maar één overwinning in het ganse seizoen met zijn Williams FW08 voorzien van een atmosferische Cosworth V8 motor. Dit was meteen ook de laatste titel voor een niet turbo motor, want vanaf het volgende jaar zouden bijna alle andere teams één voor één overschakelen naar met druk gevulde motoren.
De wagens voor het seizoen ‘83 zijn ondertussen al in volle ontwikkeling. Zo ook bij Brabham waar Murray werkt aan de BT51. In November beslist de FISA ( nu FIA ) om de skirts of rokken aan de zijflanken van de F1 wagens te verbieden. Dit systeem dat ooit door Colin Chapman van Lotus werd uitgevonden zoog de wagens letterlijk naar de grond en zorgde toen voor ongeziene bochtensnelheden. De BT51 die nog met dit concept was uitgevoerd wordt onmiddellijk afgevoerd. Murray begint van terug vanaf nul aan de BT52 en de tijd dringt want de eerste wedstrijd is al begin Maart. Dit was niet enkel voor Brabham maar voor al de teams. De tankstops staan ook voor iedereen op het schema. Gezien deze korte periode zullen ook niet alle teams tijdig hun 1983 model klaar hebben tegen de eerste Grand Prix op het circuit van Jacarepagua in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Brabham wel en presenteert meteen twee nieuwe exemplaren van het BT52. Brabham is ondertussen ook veranderd van bandenleverancier: Michelin vervangt vanaf nu Goodyear. De BT 52 was eigenlijk de mooiste en het meest revolutionaire model van allemaal. De benzinetank was beduidend kleiner dan bij de collega’s en dit maakte de wagen ook heel slank van vorm. Onder tropische temperaturen komt Nelson Piquet als eerste over de eindmeet en zorgt hiermee voor een geslaagd debuut. Patrese moet de strijd staken met een afgebroken uitlaat. De volgende wedstrijd is de straten van de havenstad Long Beach aan de westkust van de Verenigde Staten. De Brabhams zijn totaal niet competitief op dit stratencircuit. Beide piloten hebben een slechte kwalificatie en Patrese eindigt als beste Brabham op de tiende plaats. Piquet moet de strijd staken met een afgebroken gaskabel. Het Formule 1 circus trekt vervolgens richting Europa voor de derde wedstrijd in Zuid Frankrijk op het circuit van Paul Ricard. Dit snelle circuit past beter bij de Brabham en Piquet moet enkel Alain Prost met zijn Renault laten voorgaan en eindigt als tweede en neemt terug de leiding in het WK. Patrese moet de strijd staken. Na Frankrijk slaan de teams hun tenten op in Italië op het circuit van Imola voor de Grote Prijs van San Marino. Een thuiswedstrijd voor Ferrari en alle Italiaanse piloten en die zijn in vorm die dag. Bij de start nemen beide Ferrari’s van Arnoux en Tambay de leiding voor Patrese. Deze laatste verkeert echter in bloedvorm die dag en passeert beide Ferrari’s, dit onder luid boegeroep van de Italiaanse tifosi. Patrese kan aan de leiding blijven tot zijn pitstop die wat chaotisch verloopt en waardoor hij zijn eerste plaats verliest. Patrese is echter niet te stoppen en komt na enkele stevige duels opnieuw aan de leiding. Tambay in zijn Ferrari kan hem niet bijhouden maar het noodlot slaat opnieuw toe als Patrese vijf ronden voor het einde een chicane totaal verkeerd inschat en eindigt in de bandenstapel. Onder luid gejuich van de Italiaanse supporters moet hij lijdzaam toezien hoe Patrick Tambay in zijn Ferrari als eerste de eindmeet passeert voor Prost met zijn Renault en teamgenoot Arnoux. Voor Piquet verliep de wedstrijd dan weer totaal anders. Hij stond naast Arnoux op de eerste startlijn maar liet bij het groene licht zijn motor afslaan. Gelukkig kunnen alle andere piloten hem ontwijken. Piquet wordt dan door de baanposten in gang geduwd en vertrekt een halve ronde na zijn collega’s. Hij begint aan een inhaalrace die hem tot op de vijfde plaats zal brengen tot in ronde 42 zijn motor het begeeft en hij de strijd moet staken. In het WK begint zich een koptrio te vormen met Piquet, Prost en Tambay. De volgende halte is het hoogtepunt van het kampioenschap met de GP van Monaco. Gordon Murray was het fiasco van Long Beach nog niet vergeten en had extra inspanningen gedaan in de hoop dat dit zich niet zou herhalen en voor Piquet leek dit te lukken met plaats vijf op de startgrid. Teamgenoot Patrese deed 2 seconden langer over een rondje Monte-Carlo en stond op de voorlaatste startlijn. Toch nog iets beter dan de Mclarens van John Watson en Niki Lauda. Deze hadden zich niet in de top 20 kunnen nestelen en mochten zaterdag hun valiezen al terug inpakken. De teams planden geen tankstops tijdens deze GP. Het karakter van het circuit en de heel kleine pitlane deden hun hiertoe besluiten. Bij Brabham hadden ze nu wel het probleem van de kleine benzinetank. Dit werd opgelost door de turboboost een heel pak terug te draaien en met resultaat. Nelson Piquet werd tweede achter wereldkampioen Keke Rosberg in zijn Williams. Patrese moest de strijd staken met elektrische problemen. Na Monaco was het na een dertien jarige afwezigheid de beurt aan het vernieuwde en verkorte circuit van Spa-Francorchamps. Dit door een ingenieur van Bruggen & Wegen getekende circuit zal voor vele piloten hun favoriet worden. Weer is Piquet onderweg naar een tweede plaats maar een nukkige versnellingsbak dwingt hem te vertragen op het einde van de wedstrijd. Hij kan nog een vierde plaats uit de brand slepen. De wedstrijd wordt gewonnen door Alain Prost die zich hiermee zijn visitekaartje als toekomstig wereldkampioen afgeeft. Patrese neemt niet deel aan de wedstrijd. Onze landgenoot Thierry Boutsen maakte in deze wedstrijd zijn debuut in de Formule 1. Nu volgde de vroeger typische Amerikaanse etappe met eerst de GP van USA in Detroit en dan de GP van Canada in Montreal. In Detroit rijdt Piquet als beste turbo wagen lang aan de leiding, maar de oude wagens met de Cosworth motor zijn op deze baan nog eens tegenstanders van de turbo’s . Hij moet de leiding afstaan na zijn tankstop en eindigt als vierde. Winnaar is Michele Alboreto met zijn Tyrrell. Ploegmaat Patrese blijft in de pechstraat zitten en valt zonder remmen. Het contrast tussen beide piloten is enorm: Piquet staat op plaats twee in het WK, één punt achter Alain Prost en Patrese heeft op dat moment nog altijd geen enkel punt gescoord. De tweede wedstijd van dit overzeese uitstap vindt plaats op het circuit Gilles Villeneuve in Montreal. Voor Brabham is dit een wedstrijd om snel te vergeten: Piquet valt uit met een gebroken gaskabel. Voor Patrese lijkt het eindelijk eens te gaan lukken : hij rijdt tot dertien ronde voor het einde op plaats twee maar dient dan op te geven met een gebroken versnellingsbak. Winnaar is René Arnouw met zijn Ferrari. Met deze uitstap op het Amerikaanse continent is de helft van het kampioenschap inmiddels voorbij en begint het typische Europese zomerluik met de GP van Engeland in Silverstone. Het John Player Team Lotus zal vanaf deze wedstrijd zijn beide wagens uitrusten met de Renault turbo motor. Tot nu was dit enkel het geval voor Elio De Angelis. Vanaf Silverstone kon ook Nigel Mansell over het extra turbovermogen genieten. Winnaar in Silverstone is de Fransman Alain Prost voor Nelson Piquet. De twee heren zijn zich meer en meer kandidaat aan het stellen voor de wereldtitel en beginnen zich in de puntenstand zachtjes af te scheiden van de andere kanidaten. Gordon Murray had ondertussen zijn BT52 verbeterd in de periode van vijf weken tussen de GP van Canada en deze van Engeland. De Brabham BT52B was hiermee geboren en zou nog beter worden dan zijn voorganger. Weer pech voor Patrese op Silverstone: zijn turbo begeeft het al na negen ronden. Na de thuis GP van Brabham volgt deze voor BMW in Hockenheim. Voor de eerste keer dit seizoen kan Patrese punten scoren en na een lange strijd met de Alfa van Andrea De Cesaris kan hij zelfs op het podium komen met een derde plaats. Piquet moet de strijd staken met een benzinelek en een klein brandje. Gelukkig voor hem kan Prost niet verder geraken dan P4 en loopt hij nog niet al te ver uit in de puntenstand. René Arnoux wint met zijn Ferrari. We blijven in Duitstalig gebied met de GP van Oostenrijk. Op de Osterreichring wint Prost voor Arnoux en Piquet en vergroot zo zijn voorsprong in het WK tot 14 punten. Patrese moet de strijd nog maar eens staken met een motorprobleem. In 1983 werd er ook nog bij onze Noorderburen gereden in Zandvoort om de Nederlandse Grote Prijs. Piquet vertrekt vanuit pole en kan de leiding houden met Prost als tweede. Deze kan wel volgen maar voorbij steken lukt hem niet. In ronde 42 probeert hij dit toch met een kamikaze manoeuver bij het aansnijden van de fameuze Tarzan bocht. Prost kan naast Piquet komen door later te remmen, maar kan met zijn Renault RE40 de bocht niet meer insturen en schuift rechtdoor tegen de Brabham van Piquet die wel aan het insturen was aan de buitenkant. Deze wordt rechtdoor geduwd tot in de bandenstapel. Prost blijft nog net op het asfalt en kan zijn weg verder zetten maar moet kort hierna zijn wagen ook parkeren omdat de schade toch te groot bleek te zijn. Onverwacht krijgt Ferrari een dubbelslag in de schoot geworpen: Arnoux wint voor Tambay en door het uitvallen van Prost en Piquet komt Arnoux zelfs tussen beide heren plaats nemen in de WK stand. De Italiaanse tifosi waren buiten hun zinnen van vreugde en vol vertrouwen met hun thuiswedstrijd op Monza als volgende etappe. Zandvoort was trouwens ook het wedstrijddebuut van de Mclaren Tag turbo. Deze door Porsche ontwikkelde motor zal vanaf nu de Cosworth vervangen. Niki Lauda nam de eerste start voor zijn rekening. Monza is ook de thuiswedstrijd voor Patrese en deze laat dit onmiddellijk blijken door de Pole Position te behalen. Hij kan deze plaats ook in de start behouden en stormt samen met ploegmaat Piquet op de eerste chicane af. Hij moet echter al vlug de strijd staken na drie ronden met elektrische problemen. Piquet neemt de leiding over en zal deze niet meer afstaan. Hij wint voor Arnoux. Deze laatste komt met dit resultaat terug in de running voor het WK. Prost had ondertussen de strijd moeten staken met een defecte turbo. Met nog twee wedstrijden te gaan kan het WK nog alle kanten uit. De voorlaatste wedstrijd vindt plaats op het circuit van Brands Hatch en wordt verreden onder de noemer van de Grote Prijs van Europa. Patrese vertrekt vanop de eerste startrij en kan bij de start de leiding nemen. Piquet volgt als vierde. Prost is nog slechter weg en volgt in achtste positie. Al snel banen beide heren zich een weg door het veld en na 15 ronden zijn ze op P1 en 2 in het klassement en dit zal zo blijven tot Piquet als winnaar wordt afgevlagd op de Brabham Straigt na 76 ronden. Zeven seconden later volgt Prost. Arnoux ziet zijn kansen op de wereldtitel verdwijnen door een spin waardoor hij slechts op de negende plaats zal eindigen. Hij kan enkel nog kampioen worden als hij laatste wedstrijd wint en zowel Prost en Piquet uitvallen in de GP van Zuid Afrika. Het puntenverschil bedraagt slechts twee punten tussen de twee resterende titelkanidaten.
Zaterdag 15 Oktober 1983 is het prachtige circuit van Kyalami met zijn lang afdalend rechte lijn de locatie voor de seizoenafsluiter van dit spannende kampioenschap. Met zijn 1500 meter boven het zeeniveau is het al turbogeweld wat de klok slaat. De Brabhams kunnen hun groot vermogen kwijt op het lange rechte stuk en blazen de concurrentie al direct omver. Enkel Patrick Tambay kan met zijn Ferrari de pole position behalen maar zal buiten dit feit geen verdere rol in de wedstrijd spelen. In deze Grand Prix zien we ook het debuut van de Willams Honda turbo. Van bij de start neemt Piquet onmiddellijk de leiding en Patrese kan als tweede de eerste bocht induiken. Een beter scenario kon men zich bij Brabham niet wensen. Piquet is gestart op zeer zachte Michelin banden en met een zeer kleine tankinhoud en het plan was om al van bij de start een zo groot mogelijk gat te slaan met de tegenstanders en dit lijkt te lukken. Prost volgt in vierde positie en is hiermee in het verliezende kamp, want na Piquet en ploegmaat Patrese zit Lauda op positie drie en Prost is gedwongen tot volgen. In ronde 28 van de 77 komt Piquet binnen voor zijn pitstop en zijn voorsprong is zo nu al zo groot dat hij zelfs aan de leiding blijft voor Patrese. De Brabham wordt volgetankt en is nu voorzien met harde Michelin rubbers. In ronde 33 begint er blauwe rook te verschijnen uit de Renault van Prost en deze komt twee ronden later definitief aan zijn box. De turbo van de Renault heeft het begeven. Onmiddellijk krijgt Piquet een bord gepresenteerd met 15 ( Prost ) OUT. Een vierde plaats is nu voldoende voor de wereldtitel. In de Brabham wordt de hendel van de turbodruk op minimum gezet en de rondetijden dalen met 2 à 3 seconden en begint Piquet te cruisen naar de finishlijn. Het zal nog tot ronde 60 duren alvorens hij ploegmaat Patrese ziet opduiken in zijn spiegel. Hij laat deze voorbij om de overwinning voor Brabham binnen te halen. Later gebeurt het zelfde voor Lauda met zijn Mclaren en De Cesaris met zijn Alfa Romeo. P4 is voor hem ruim voldoende en verder is er geen bedreiging meer want Warwick volgt op P5 met zijn Toleman op meer dan één ronde. Lauda valt vijf ronden voor het einde nog uit en zo schuift Piquet terug op naar P3. Dubbel feest voor Brabham Patrese wint voor De Cesaris en Piquet is voor de tweede keer wereldkampioen. Het is trouwens ook de tweede titel voor het team sinds de overname door Bernie Ecclestone. BMW wordt de eerste motorenconstructeur die een wereldtitel behaald met een turbomotor, dit na hun debuut iets meer dan anderhalf jaar terug. Dit is groot contrast met tegenstand Renault dat na 6 jaar de titel net niet kon binnenhalen. Met dit verlies komt er ook een einde aan de samenwerking tussen Alain Prost en Renault en het merk zal nooit een wereldtitel behalen met een turbomotor. Pas 22 jaar later in 2005 zal Fernando Alonso met hun V10 motor voor de eerste wereldtitel zorgen. Hij zal dit in 2006 trouwens opnieuw doen. Bij Brabham en BMW barst er een groot feest los op de nabij gelegen Kyalami Ranch en de mannen van Renault zitten in zak en as.
Voor het seizoen 1984 wordt er een nieuwe tweede piloot aangeworven. Nu was het statuut nummer 2 bij Brabham niet echt een droomjob. Ricardo Patrese vertrekt naar Alfa Romeo en sponsor Parmalat wil terug een Italiaanse tweede piloot. De keuze valt op Teo Fabi. Deze kan wegens Indy Car verplichtingen niet alle wedstrijden rijden en wordt dan vervangen door zijn kleinere broertje Corrado. Veel potten zullen beide broeders niet breken. Een vierde plaats in Oostenrijk is het beste resultaat voor Teo. Ook zijn er enkele wijzigingen in het reglement voor het nieuwe jaar: de tankstops zijn vanaf nu verboden, wat toch wel een groot nadeel was in de Brabham race strategie en de inhoud van de benzinetank verkleint van 250 naar 220 liter. Dit laatste was dan weer een nadeel voor de BMW motor die grootse prestaties kon leveren onder de voorwaarde dat hij genoeg brandstof ter beschikking had. De zuinige en armere motorverbranding zal bij Paul Rosche grote zorgen veroorzaken. Dit zal snel blijken in de eerste zes wedstrijden van het seizoen. De snelheid is nog wel aanwezig maar de betrouwbaarheid laat te wensen over. Motoren en turboladers sneuvelen bij de vleet. Een ommekeer is er in Canada. Een extra koeling in de voorvleugel lijkt wonderen te doen: Pole Position, de overwinning en de snelste ronde in de race voor Piquet. Hij herhaalt dit een week later in Detroit en klimt naar de vierde plaats in het WK vanuit het niets ! Brabham lijkt “back in the game”. Jammer genoeg wordt er in de volgende wedstrijden geen vervolg aan gegeven en in Dallas, Silverstone en Hockenheim regent het opnieuw opgaves. In de kwalificaties is er geen benzinebeperking en verovert Piquet nog regelmatig de Pole Position zo ook in Oostenrijk waar hij de wedstrijd als tweede kan eindigen. Er lijkt terug een beetje licht aan het einde van de tunnel te komen maar zowel in Zandvoort als in Monza zijn er opnieuw kapotte motoren. Na een nieuwe Pole Position op de Nurburgring lijkt Piquet op weg naar de tweede plaats maar moet wegens benzinegebrek op het einde flink gas terugnemen, maar kan toch nog als derde eindigen. De laatste wedstrijd in Estoril is er weer een Pole, maar plaats zes in de eindstand is het hoogst haalbare. In deze wedstrijd zit Manfred Winkelhock in de tweede Brabham. Hij eindigt op de tiende plaats bij zijn debuut. Nelson Piquet eindigt toch nog vijfde in het WK en ploegmaat Fabi haalt plaats elf in de eindstand.
Voor 1985 zijn er enkele veranderingen in het Brabham team: Parmalat verdwijnt en Olivetti wordt de nieuwe hoofdsponsor. Ook is er een nieuwe bandenleverancier: Pirelli komt in de plaats van Michelin. Tenslotte is er ook nog een nieuwe tweede piloot: de fransman François Hesnault wordt Piquet’s nieuwe ploegmaat. De eerste helft van het seizoen is er één om vlug te vergeten. Veel pech en een te kort aan brandstof – dit laatste niet enkel bij Brabham – zorgen voor veel opgaves. In dat jaar was het zelfs niet ongebruikelijk dat een F1 door de piloot zelf over de finishlijn werd geduwd. En het gebeurde bij alle teams. Het leek soms meer op een economy run dan op een F1 wedstrijd. Hesnault wordt al na drie wedstrijden vervangen door Marc Surer en deze zal ook het eerste WK punt scoren in de GP van Detroit in juni. Het seizoen is dan wel al halfweg. Piquet pakt nog eens uit zoals in zijn grote dagen en wint in tropische omstandigheden de GP van Frankrijk op Paul Ricard. Hierbij wordt hij optimaal geholpen door zijn Pirelli banden die in deze temperaturen de Michelin en Goodyear echt overklassen. Deze overwinning is meteen ook de enige podiumplaats van het jaar. Af en toe worden er nog enkele punten gescoord maar er zijn ook heel veel opgaves te betreuren. Op het eind van het seizoen zal Nelson Piquet Brabham verlaten en naar Williams gaan waar hij dan ook zijn derde wereldtitel zal behalen.
In zijn zoektocht naar meer downforce wil Gordon Murray voor 1986 nog eens groot uitpakken. Hij wil een zo laag mogelijke F1 wagen ontwerpen en hiermee zorgen dat er veel meer druk op de achtervleugel van de wagen komt. Enig probleem hierbij: de BMW motor is te hoog en past niet in zijn concept. Hij stel zijn plannen voor aan Paul Rosche van BMW Motorsport en die ontwerpt gewoon de zelfde motor die in een hoek van 18° gekanteld ligt en zo de juiste afmetingen om te passen in de BT55. Weisman ontwerpt op zijn beurt een aangepaste versnellingsbak en Murray verstomt de F1 wereld bij de voorstelling van zijn nieuw kindje. Ricardo Patrese zal opnieuw plaats nemen in een Brabham en wordt hiervoor bijgestaan door zijn landgenoot Elio De Angelis. Jammer genoeg zitten er nogal wat kinderziekten in het nieuwe concept, het begin van het seizoen is dramatisch en na de GP van Monaco beslist het team om de omloop van Paul Ricard af te huren om er privé testen te gaan uitvoeren. In 1986 kon dit nog, er was geen testbeperking zoals nu. Elk team kon zelf bepalen waar en wanneer ze wilden testen tussen de GP’s. Elio De Angelis was piloot van dienst maar ging van de baan af in een zeer snelle bocht. De Brabham had de crash vrij goed overleeft maar Elio zat gekneld in de cockpit waar zich rookvorming voordeed. Hij kwam zonder zuurstof en de rook drong tot in zijn longen. Omdat het een privétestsessie was waren er geen hulpposten rond het circuit aanwezig en de toegesnelde hulpdienst kwam eigenlijk iets te laat ter plaatse. Elio De Angelis werd overgebracht naar het ziekenhuis van Marseille waar hij één dag later zou overlijden. Dit kon zich op geen slechter moment voordoen. De sfeer in het team was al niet te best en met dit erbij klommen de spanningen hoog op, zelfs zover dat Bernie Ecclestone en Gordon Murray ruzie kregen. Deze laatste zal het team enkele maanden later verlaten en naar Mclaren gaan.
Derek Warwick wordt nog aangenomen als vervangen voor Elio De Angelis maar met slechts twee WK punten op het einde van het seizoen beleeft Brabham één van zijn slechtste jaren. Het ontwerp van de BT55 zal twee jaar later opnieuw zijn intrede doen in de Mclaren MP4/4. Murray had zijn idee verder ontwikkeld en geperfectioneerd met resultaat dat Ayrton Senna en Alain Prost op één na alle wedstrijden van 1988 ermee zouden winnen. De BT55 had enkel meer ontwikkeling nodig om een winnaar te worden, maar zover is het jammer genoeg niet gekomen. Bij BMW namen ze ook de beslissing om te stoppen met hun F1 project om zich te gaan toeleggen op toerwagenwedstrijden met een nieuw model dat er zat aan te komen: de M3. Dit zou het begin zijn van een legende die tot op de dag van vandaag nog altijd verder loopt. Het lopende contract met Brabham zou nog wel verder uitgedaan worden en voor 1987 gaat de levering van de motoren nog altijd verder, maar nieuwe ontwikkelingen zijn er niet meer. Goodyear is dit jaar de bandenleverancier. De nieuwe BT56 was qua ontwerp duidelijk een stap terug en leek meer op de BT54 van twee jaar ervoor. Piloten waren Ricardo Patrese, Andrea De Cesaris en Stefano Modena. Twee derde plaatsen waren de beste resultaten van het jaar. Eén voor Patrese en één voor de Cesaris. De laatste zag van het ganse seizoen ook maar twee keer de finishvlag. Met 10 WK punten werd het jaar afgesloten. Bernie Ecclestone verkocht het team en de nieuwe eigenaars zouden het volgende WK van 1988 zelfs overschieten om zich volledig te concentreren op 1989, zonder veel resultaat want drie jaar later zal Brabham volledig verdwijnen. In het laatste jaar kon onze landgenoot Eric Van de Poele nog wel zijn F1 debuut er maken maar goede resultaten zijn er in deze periode niet meer geweest en meteen was dit het einde van een groot team, ooit opgericht door Jack Brabham die de enige wereldkampioen F1 was geworden aan het stuur van zijn eigen merk.
De Formule 1 Brabham-BMW turbo’s zullen voor altijd verbonden blijven met het trio Nelson Piquet –Gordon Murray en Paul Rosche. Deze drie heren vormden de basis voor het eerste turbowereldkampioenschap. Piquet verscheen zelfs mee op de fameuze bierfeesten in München met de technische ploeg van BMW en toen BMW Classic zijn Brabham BT 52 had gerestaureerd en Piquet er op het Festival of Speed in 2013 terug mee reed ging hij zelfs met zijn privé-jet eerst naar München om daar de ondertussen hoogbejaarde Paul Rosche te gaan ophalen om dan richting Goodwood te trekken. Het trio zou trouwens later nog eens samenwerken maar met de Mclaren F1 GTR met een deelname in de 24 uren van Le Mans in 1996 en 1997. Piquet was terug piloot, Murray het de auto ontworpen en Rosche had de V12 M Power motor ontwikkeld.
Verslag: Joris de Cock
Foto’s: Joris de Cock, Patrick Verheeken