Rétromobile 2022, “we zijn erg blij u weer te zien”

Rétromobile februari 2020, het laatste grote indoor event dat we bezochten. Sindsdien was het om de door iedereen gekende reden niet langer mogelijk evenementen te organiseren.

Op weg naar de lichtstad

We keken dan ook erg uit naar onze trip naar de lichtstad van Europa. De trip verliep vlot met de in Parijs gekende verkeersproblemen. We zeggen wel eens meer dat we misschien beter met de trein zouden gaan. Maar aangezien onze blog over auto’s gaat bergen we dat plan iedere jaar weer op :-).

Dit jaar zitten we nog steeds in het Parc des Expositions, Porte de Versailles. Er is gekozen voor paviljoen 7.2 en 7.3. Opvallend kleiner dan de vorige edities maar ons inziens beter twee kleinere en goed gevulde hallen dan een half lege. Er was een mooie vertegenwoordiging maar een aantal grote spelers die anders altijd aanwezig waren hadden nu verstek laten gaan. Covid heeft zijn sporen nagelaten en dat merk je.

Thema’s

Net zoals de meeste grote spelers doen is er ook nu rond tal van thema’s en verjaardagen gewerkt. Zo zagen we de Renault R5 50 jaar worden. Was er een Yountimer show en passeerde de TufTuf club. Amédée Gordini zijn creaties stonden tentoon en de Franse Gendarmes toonden hun historisch rijdend erfgoed. Een groot stuk van hal 7.2 werd ingenomen door Artcurial. En verder zagen we nog tal van pareltjes op de verschillende standen.

Renault R5

Laat ons maar direct van start gaan met de grootste expo, de verjaardag van de Renault R5. We kwamen terecht op een zeer ruime en open stand zoals we al jaren van Renault gewoon zijn. Maar in tegenstelling tot andere jaren zagen we waar we ook keken enkel de jarige R5 in al zijn mogelijke uitvoeringen staan. De R5 die in 1972 op de markt kwam opende de deur naar modernere tijden. Yé-yé muziek, plastic en hippe kleuren lieten de R5 echt opvallen tussen de andere auto’s. De R5 opende de toegang tot de auto voor de middenklasse en liet ook hoe langer hoe meer vrouwen een plaatsje achter het stuur veroveren.

Het voormalige eerder conservatieve overheidsbedrijf dat Renault was nam hiermee een sterke wending. Het basismotortje van 782 cc was rechtstreeks overgenomen uit de R4, met een vermogen van amper 34 pk zou hij geen potten breken. Maar dat was dan ook niet zijn roeping, de R5 zou eigenlijk een nieuw segment aanboren. De stadsauto was geboren!

De R5 kreeg zoveel lovende kritieken dat Renault niet anders kon dan een versnelling hoger schakelen. De TL-versie was een instant hit bij de klanten en al snel volgenden de meer luxe uitvoeringen zoals de TS, de TX en zelfs een heuse Alpine versie die dit compacte autootje al naar snelheden van meer dan 170km/u stuwde.

In 1979, zeven jaar na de lancering kreeg de R5 een 5 deurs koetswerk alsook een nieuw en luxueuzer dashboard. Het bewijs dat het nog steeds een gewild concept was.

1980 zal voor vele R5 enthousiastelingen het absolute summum betekenen met de komst van de R5 Turbo. De gespierde carrosserie, een centraal achterin geplaatste motor en de shift van voor naar achterwielaandrijver maakten van de R5 ineens een geduchte rallywagen op de diverse rally’s.

De successen bleven niet uit, al in 1981 wan de R5 Turbo de rally van Monte Carlo met het rijdersteam Ragnotti-Andrié. De laatste versie won in 1985 ook de ronde van Corsica.

De andere merken waaronder zeker Peugeot met hun 205 hadden de successen van Renault opgemerkt en begonnen zich ook te moeien. Hierdoor vervangt Renault in 1984 de R5 door de Supercinq. Deze kreeg modernere lijnen, meer ruimte en betere prestaties. Hierdoor werd de de R5 opnieuw het best verkochte model in Frankrijk.

In 1990, na achtien jaar trouwe dienst besluit Renault dat het tijd is om afscheid te nemen van de R5 en deze te vervangen door de Clio. Ook al zien we ze niet veel meer in het straatbeeld, de R5 blijft toch dat autootje dat al snel een glimlacht op de voorbijgangers hun gezicht tovert.

De Gendarmerie

Voor het eerst in de geschiedenis toont de Franse Gendarmerie hun historische collectie vervoersmiddelen. Ik zet bewust ‘vervoersmiddelen want er staat veel meer dan alleen auto’s.

Zo zien we als (voor ons dan toch) hun pronkstuk de Alpine A310 staan. Maar ook een gigantisch transmissievoertuig en tal van motoren.

Een sneeuwscooter zal je bij de Belgische politie niet snel tegenkomen maar bij de Gendarmerie van Frankrijk wel. Niet verwonderlijk als de Alpen op je grondgebied liggen. Ook de Alouette 2 stond tentoon. Deze helicopter van 1958 heeft een cockpit met een bijna rondom zicht. Ons gevoel was toch dat het wellicht een beetje creepy moet zijn geweest om daar in rond te vliegen.

Verder zagen we ook hun anonieme Peugeot 203 staan. Een naar ons gevoel interessante stand en een meerwaarde voor de beurs.

7 McLarens F1 samen tentoon

Het Britse Kidston veraste de meeste bezoekers met less is more! Zeven, je leest het goed zeven McLarens F1 stonden tentoon in een cirkel. Ik ga niet zeggen dat er nooit meer samen hebben gestaan maar voor mij was het de eerste keer dat ik er zoveel op één plaats heb gezien.

En niet achter onder stroom staande prikkeldraad of zo, neen je kon er gewoon bij! De McLaren F1 heeft een totaal productieaantal van 106 stuks. Dit zijn dan de straat en raceversies samen. Dus hier stond gewoon bijna 7% van de totale productie.

Na veel te lang op deze stand te hebben rondgelopen passeerden we enige tijd later hier terug en toen was het helemaal feest. Er stonden gewoon twee McLaren F1’s open!

Er was zelfs een aparte lounge gemaakt waar potentiële kopers terecht konden.

Ook een hoekje met speciale zaken zoals een eerste windtunnel model, een reserve motor (wat een ding!!) en bvb ook het Tag Heuer uurwerk dat je standaard meekreeg bij de aankoop van de auto was te bewonderen.

De TufTuf club

De Franse TufTuf club is ook ieder jaar present. Zij zorgen telkens voor hun eigen thema en dat was dit jaar het merk Darracq.

Gordini collectie

Van de Gendarmerie gaan we naadloos over naar de Gordini collectie. Amédée Gordini is van geboorte een Italiaan. Toen hij in 1899 in het plaatsje Bazzano het levenslicht zag bleek dit precies het goede moment te zijn.

De auto-ontwikkeling schreef zijn eerste bladzijden en er stonden spannende tijden te wachten. Op zijn elfde verliet Amédée de schoolbanken en ging in de leer in een kleine garage in de omgeving van Bologna. Al snel werd zijn inventiviteit opgemerkt waardoor zijn carrière als monteur begon.

Na de eerste wereldoorlog werkt Gordini aan uitzonderlijke auto’s zoals Isotta-Fraschini, Bugatti en Hispano-Suiza. Toen hij zijn intrek nam in Frankrijk werd hij aangenomen door de Italiaan Cattaneo die een garage met Bugatti en Hispano-Suiza had in Saint-Cloud. Kort na het bekomen van de Franse nationaliteit starte Gordini zijn eigen bedrijf op in Suresnes. Het bleek de start van het grote Gordini avontuur.

In 1937 bolde de eerste Simca Gordini uit de werkplaats. Het ging om een tweezitter die gebouwd is op een Simca Cinq chassis met een motor van 570 cc. De successen bleven niet uit, zo haalde hij op het circuit van Montlhéry het 48 uurs wereldrecord met een gemiddelde snelheid van 103 km/u. In 1938 kaapte hij in de 24 uur van Le Mans de categorietitel weg die hem instant de bijname “de Tovenaar” opleverde.

Tijdens een bezoek aan Argentinië in 1948 ontdekte Gordini het talent van een jonge autocoureur met de naam Juan-Manuel Fangio. Gordini gaf Fangio de kans achter het stuur van een Gordini auto waar hij de Grand Paris van Marseille won in 1949. In 1950 volgde zijn eerste deelname aan de 24 uur van Le Mans. Na 13 uur en 95 ronden brak de distributie van zijn Simca Gordini T 15 C. Wellicht kon op dat moment nog niemand denken dat Fangio zo een invloed zou hebben op de autosport.

De daarop volgende jaren bleek het erg moeilijk om sponsors te vinden voor Gordini. Toch bleef hij met zijn ontwerpbureau dat ondertussen 45 medewerkers telde verder werken aan Formule 1, Formule 2 en Sport-Prototype’s. Ze wonnen toonaangevende races en versloegen Ferrari’s. Desondanks Gordini zijn doorzettingsvermogen had hij niet langer de financiële middelen om zich met de besten te meten waardoor hij verplicht werd om de motoren van vorige jaren te gebruiken.

Renault & Gordini

Toen in 1957 Amédée Gordini zowel moreel als financieel aan de grond zat trok hij zich terug uit de competitie. Na meer dan 600 races en successen in tal van disciplines viel een doek over dat tijdperk. Gelukkig had Renault hem het jaar voordien uitgenodigd om mee te werken aan de bouw van racemotoren. Het zou uiteindelijk een samenwerking van 17 jaar worden die starte met de Dauphine Gordini.

In 1964 zagen we de legendarische R8 Gordini en vervolgens in 1970 kwamen de succesvolle Alpine Gordini’s met als hoogtepunt de Renault 12 Gordini. In 1978 had Amédée Gordini het genoegen getuige te kunnen zijn van de overwinning van de Alpine V6 tijdens de 24 uur van Le Mans. Hij had namelijk meegewerkt aan de architectuur van de V6 motor.

De tentoonstelling van deze negen modellen kwam tot stand met de hulp van het Nationale automuseum ‘Collection Schlumpf’

Jean Bertin

Bij de kleinere thema’s hoorde ook Jean Bertin. Meer gekend als de man die treinen liet vliegen. Hier tijdens Retromobile wordt een homage gebracht aan deze visionair die in de jaren ’60 de Aérotrain uitvond. De hierboven getoonde monorail is één van de afgeleiden hiervan. Het doel was pollutie te verminderen en steden dichter bij elkaar te brengen door de reistijden drastisch in te korten. Er is veel getest en er zijn recorden verbroken maar tot echte productie is het mede door de oliecrisis in de jaren ’70 nooit gekomen.

Lamborghini Countach LP500 rebuild

Op de Lamborghini stand konden we kennis maken met een prachtig homage aan de Lamborghini Countach LP500. De toenmalige style director van Bertone Macello Gandini zette dit model op papier. Dit unieke prototype was in 1971 de ster op het autosalon van Geneve. De Countach moest immers in de voetsporen van de Miura treden wat geen gemakkelijke taak was. Het voorgestelde prototype in Geneve is vernietigd in een crash test.

Maar in 2017 stapte een belangrijke Lamborghini klant naar de producent met het idee om dit prototype te herbouwen. Het bedrijf van Polo Storico nam de uitdaging aan. Als belangrijkste restaurateur van het merk zouden ze aantonen dat niets onmogelijk is. Het resultaat ziet u hierboven.

Artcurial

Geen belangrijke autoshow of er is ook een veiling aan gekoppeld. Vaste klant op Rétromobile is veilingshuis Artcurial. De toch wel grote oppervlakte stond gevuld met een onvoorstelbare variatie in voertuigen. Gaande van een echt mooie BMW 728i ingesteld op amper € 5000; tot de Porsche 907 waar ze tot € 6000000 voor verwachten.

We zijn in Frankrijk en dus zie je opvallend veel Fransen auto’s en dus ook Bugatti’s. Het waren er behoorlijk veel met als topper een zeer mooie replica van een Type 57 Aérolithe. De verwachte prijs stond tussen de 1.5 en 3.0 miljoen euro wat best stevig is voor een replica!

De collectie van meester Etienne Léandri die voornamelijk uit Ferrari’s bestaat gaat ook onder de hamer. Wat deze collectie zo speciaal maakt is enerzijds de unieke stukken en anderzijds de extreem lage kilometerstanden.

De F40 is met zijn 13284 km blijkbaar veruit het meest gebruikt. De F50 waar er maar 349 stuks van zijn gebouwd heeft slechts 1318 km op de teller. Met een verwachte prijs van € 3.5 miljoen euro overstijgt hij zelfs de Ferrari LaFerrari uit 2013 die slechts 952 km op de teller heeft staan.

De collectie bevat ook een Lamborghini Murcielago van 2003 met amper 10905 km op de teller. De auto waar meest me is gereden is een Fiat 500 Abarth Ferrari dealers Edition met nr 144/200. Met 30000 km en een verwachte prijs tussen de 40000 en 60000 euro een haalbare kaart voor wie iets heel exclusiefs wil.

Low budget zone

Net zoals voorgaande edities was er ook nu een zone met voertuigen onder de 25.000 euro. Altijd leuk om eens door te lopen. Soms aangename verassingen soms ook schrikken dat je hier bvb geen enkele Mini tussen vindt onder de 15.000 euro wat mijns inziens toch stevig aan de prijs is.

Legervoertuigen

Wat we ook iedere editie zien terugkomen is een delegatie militaire voertuigen. Dit jaar stond er binnen een compleet gerestaureerde legerkraan. De restaurateur sprak ons direct aan toen we de stand betraden. De man was duidelijk fier op zijn levenswerk. Toen we over het verbruik begonnen van zijn hobby keerde de sfeer een beetje. Met meer dan 60 liter per 100 km is het niet echt een economisch voertuig. Hij prees zichzelf echter gelukkig want de tank van zijn buurman zat met een verbruik van 400 liter per uur toch nog een stuk hoger.

Boeken en memorabilia

Geen beurs zonder boeken en auto memorabilia en gelukkig waren die ook nu aanwezig. Zij vullen een beetje de gaten op maar door hun mooi aanbod zijn ze ook een belangrijk deel van de beurs. Je kan dan misschien niet beschikken over een echte Bugatti maar een mooi boek of knap schaalmodel kan velen onder ons al gelukkig maken.

Conclusie

Heb ik nu alles behandeld wat er te zien is tijdens een bezoek aan Rétromobile? Absoluut niet! Dus stap morgenochtend in je auto en een kleine vier uur later (vanuit België) kan je al dit moois zelf aanschouwen. Rétromobile is en blijft een absolute topper als het over classic car beurzen gaat. dus kan je dit jaar niet gaan kijk dan zeker voor een plaatsje in je agenda in 2023. Wij zullen er in ieder geval bij zijn om verslag uit te brengen!

Meer info op de site van Rétromobile.

Verslag & foto’s: Patrick Verheeken